Amsterdam 1275: terug naar het begin
College door Gabri van Tussenbroek, 7 januari 2025
Inhoud
I. Holland Algemeen
II. Amsterdam
III. 13-eeuwse leven
Inleiding
Gabri van Tussenbroek samen met Ranjith Jayasena onderzoek/boek geschreven over 'die dag aan
de Amstel' dat Amsterdam 'gesticht wordt'. De franciscaan/monnik Bartholomeus Anglicus schreef
rond 1245 over het landschap rond de Amstel het volgende: "Holland is […] een moerassig en
waterrijk land, bijna als een eiland en aan alle kanten omringd door de armen van de zee en de rivier
de Rijn. En het heeft veel meren en vijvers en erg goede weidegronden en is daardoor goed voorzien
van trekdieren, vee en lastdieren. De grond is op de meeste plaatsen heel vruchtbaar en er zijn op
veel plaatsen bossen, waar je veel nuttige soorte wild vindt. Op de meeste plaatsen bevat de grond
brandbaar materiaal, waaruit materiaal wordt gemaakt om hun haarden mee te branden. Dit land is
heel welvarend dankzij de rijke koophandel die over zee en rivier wordt getransporteerd. De
hoofdstad heet in het Latijn Traiectum Inferius, maar 'Utrecht' in het Duitse idioom, want het hoort
tot Duitsland wat betreft ligging, gewoonten, heerschappij en zelfs taal. De bevolking heeft een
elegante bouw, robuuste kracht, een onverschrokken geest, een charmant voorkomen en een eerlijk
gedrag. Men is godvruchtig, trouw en vreedzaam tegenover anderen en is minder geneigd tot
berovingen dan andere Duitse naties." (p. 28)
Foto/kaft moet voorstellen
hoe 'Amsterdam' er toen uit
heeft gezien. Om tot dit beeld
te komen moet er wel al veel
menselijke activiteit zijn
geweest.
, Holland algemeen
Verder terug in de tijd, voor nederzetting; Holland is
een veenlandschap met iets meer struiken en bomen
dan de foto hiernaast. Heel ziltig landschap, met veel
verzakkingen. Ook speelde het water een grote rol. In
de ijstijd was de Noordzee helemaal droog, maar zo'n
10 duizend jaar voor Christus begon deze weer vol te
lopen. Zo'n 4000 jaar voor Christus had de Noordzee
veel van het land 'ingenomen'.
Met eb en vloed was er een proces van duizenden jaren tot ongeveer 800 na Christus, toen er
eigenlijk een vaste duinrand was ontstaan; een afgesloten gebied achter de rand van duinen.
Hierachter ontstond een zoetwater gebied.
Was dit een fijn gebied om te wonen? Het was heel vruchtbaar, en goed voor vee. Je zat aan een
monding van een rivierstelsel wat later handig was voor handelspatronen. Tussen het jaar 50 en
1000 gingen zich er dus ook 'grote' groepen mensen zich vestigen.
Overheid
Ook toen was er al een 'overheid'. Graafschappen met leenmannen.
Wereldlijke macht van de koning, maar ook de kerkelijke macht;
Bisdommen in de Nederlanden. Zaten eigenlijk altijd wel een beetje
in elkaars vaarwater: Tussen Bisschop en Graaf, en op groter niveau
tussen Paus en Koning.
Rond 800 kwamen ook de Vikingen vanuit het Noorden; ze maakten
gebruik van deze bestuurlijke strijd. Hierdoor werd in het westen van
Nederland 'ringburgen' aangelegd. Vanuit hier probeerde men de
aanvallen van de Vikingen af te slaan. Als oplossing haalden ze 'de
vijand binnen', en stelde een aan als leenheer.
College door Gabri van Tussenbroek, 7 januari 2025
Inhoud
I. Holland Algemeen
II. Amsterdam
III. 13-eeuwse leven
Inleiding
Gabri van Tussenbroek samen met Ranjith Jayasena onderzoek/boek geschreven over 'die dag aan
de Amstel' dat Amsterdam 'gesticht wordt'. De franciscaan/monnik Bartholomeus Anglicus schreef
rond 1245 over het landschap rond de Amstel het volgende: "Holland is […] een moerassig en
waterrijk land, bijna als een eiland en aan alle kanten omringd door de armen van de zee en de rivier
de Rijn. En het heeft veel meren en vijvers en erg goede weidegronden en is daardoor goed voorzien
van trekdieren, vee en lastdieren. De grond is op de meeste plaatsen heel vruchtbaar en er zijn op
veel plaatsen bossen, waar je veel nuttige soorte wild vindt. Op de meeste plaatsen bevat de grond
brandbaar materiaal, waaruit materiaal wordt gemaakt om hun haarden mee te branden. Dit land is
heel welvarend dankzij de rijke koophandel die over zee en rivier wordt getransporteerd. De
hoofdstad heet in het Latijn Traiectum Inferius, maar 'Utrecht' in het Duitse idioom, want het hoort
tot Duitsland wat betreft ligging, gewoonten, heerschappij en zelfs taal. De bevolking heeft een
elegante bouw, robuuste kracht, een onverschrokken geest, een charmant voorkomen en een eerlijk
gedrag. Men is godvruchtig, trouw en vreedzaam tegenover anderen en is minder geneigd tot
berovingen dan andere Duitse naties." (p. 28)
Foto/kaft moet voorstellen
hoe 'Amsterdam' er toen uit
heeft gezien. Om tot dit beeld
te komen moet er wel al veel
menselijke activiteit zijn
geweest.
, Holland algemeen
Verder terug in de tijd, voor nederzetting; Holland is
een veenlandschap met iets meer struiken en bomen
dan de foto hiernaast. Heel ziltig landschap, met veel
verzakkingen. Ook speelde het water een grote rol. In
de ijstijd was de Noordzee helemaal droog, maar zo'n
10 duizend jaar voor Christus begon deze weer vol te
lopen. Zo'n 4000 jaar voor Christus had de Noordzee
veel van het land 'ingenomen'.
Met eb en vloed was er een proces van duizenden jaren tot ongeveer 800 na Christus, toen er
eigenlijk een vaste duinrand was ontstaan; een afgesloten gebied achter de rand van duinen.
Hierachter ontstond een zoetwater gebied.
Was dit een fijn gebied om te wonen? Het was heel vruchtbaar, en goed voor vee. Je zat aan een
monding van een rivierstelsel wat later handig was voor handelspatronen. Tussen het jaar 50 en
1000 gingen zich er dus ook 'grote' groepen mensen zich vestigen.
Overheid
Ook toen was er al een 'overheid'. Graafschappen met leenmannen.
Wereldlijke macht van de koning, maar ook de kerkelijke macht;
Bisdommen in de Nederlanden. Zaten eigenlijk altijd wel een beetje
in elkaars vaarwater: Tussen Bisschop en Graaf, en op groter niveau
tussen Paus en Koning.
Rond 800 kwamen ook de Vikingen vanuit het Noorden; ze maakten
gebruik van deze bestuurlijke strijd. Hierdoor werd in het westen van
Nederland 'ringburgen' aangelegd. Vanuit hier probeerde men de
aanvallen van de Vikingen af te slaan. Als oplossing haalden ze 'de
vijand binnen', en stelde een aan als leenheer.