2. NATUUREXPLORATIE
2.1 WAT WORDT BEDOELD MET NATUUR?
Ongerepte natuur bestaat niet meer in Vlaanderen - invloed van mensen neemt over
Natuurreservaten minder geschikt voor jonge kinderen = omwille van beperkte
toegankelijkheid en omdat plukken en vrije exploratie er niet meer is toegestaan
- Meer evolutie in laatste tijd en zijn veel natuurreservaten aangepast aan een educatief
aanbod of als speelterrein
2.2 EEN BELEVINGSTOCHT IN DE NATUUR
1. WAAROM NAAR BUITEN GAAN MET DE KINDEREN?
Jonge kinderen zijn geboeid door de natuur = schitterend speelmateriaal
\ Uren verdiept in hun spel – zand, water, steentjes, etc
\ Kleine dieren opmerken
\ Weiland bloemen, plukken ze zichzelf bloemen
= Het moois uit de natuur ze in handen willen voelen of vasthouden
Met activiteiten buiten de klas kan je het volgende bereiken
- Activiteiten buiten school = onmisbaar – kinderen een totaalbeeld geven van de
natuur + milieu om ons heen
» Kinderen confronteren met geheel aan organismen
» Vijvers in park, verkennen van natuurlijke ontw
- Uitstappen versterken de relatie kind – omgeving. Ze moeten leren om verantwoord
ermee om te gaan. Hun relatie in de natuur kan pas verdiepen als ze zich betrokken
voelen
- Vanuit die relatie groeit de bereidheid voor natuur - en milieusparend gedrag.
- Het creëert een sfeer van verwachting, waardoor kinderen extra gevoelig worden
voor belevingsaspecten.
- Kinderen moeten buiten geboeid bezig zijn en iets beleven.
» Hou dus als LK rekening met belevingswereld en het ontwniveau van de
kinderen en niet wat je zelf het meeste boeit
2. AANDACHTSPUNTEN BIJ NATUUREXPLORATIE MET KLEUTERS
1. Ontdekken al spelend de wereld
Ervaren veel als nieuwe dingen
- Kleuters zijn van nature nieuwsgierig – probeer hun nieuwsgierigheid te prikkelen
door de manier van aanbrengen + vertellen
- Ruimte voor speelse opdracht + spelletjes met natuurmaterialen
2. Zintuiglijk en concreet ingesteld
Gebruiken van meerdere zintuigen
- Als een kleuter iets ziet, willen ze het ook graag vastpakken of voelen
à Alleen aan kijken, hebben kleuters niet genoeg!
, Voorwaarde van een goede natuurexploratie
- Kleuters echt het materiaal in handen krijgen
3. Inleven
Spelen en fantaseren
- Inlevingsvermogen is zeer groot
- Emotioneel gevoelig
= Zonder moeite zullen ze een eend of vlinder kunnen zijn
Krijgen zo een sterke band met levende wezens om hen heen
- Het helpt de kls door zich in te leven zo een organisme of verschijnsel te begrijpen
4. Verzamelaars
Buiten verzamelen, sorteren kleuters ook heel graag – kleur bij kleur en vorm bij vorm
(!) Leer de kls wat ze kunnen meenemen zonder de natuur te beschadigen
(dieren, zeldzame planten worden niet meegenomen)
5. Behoefte aan afwisseling
Ze kunnen zich maar een beperkte tijd concentreren en zijn heel vlug afgeleid
= Niet lang met hetzelfde onderwerp bezig zijn
6. Goede natuurtocht = opdracht rond de drie H’s
Hart
= Opdrachten die
leuk, ontspannend
Hoofd Handen of spannend zijn
= Opdrachten waarin = Opdrachten waarin
ze leren over de natuur kinderen iets mogen
doen of onderzoeken
3. VOORBEREIDING VAN DE TOCHT
Je vertrekt niet zomaar op tocht, het vergt heel wat voorbereiding
1. Terreinverkenning – waar ga je op tocht?
= Zorgvuldig je terrein kiezen
- Rekening houden met de mogelijkheden en natuurlijke rijkdom dat het terrein biedt
· Soort begroeiing
· Variatie in het landschap
Veiligheid
- Vermijd bermen, gevaarlijke drukke wegen
- Voldoende overzichtelijk is om iedereen in de gaten te houden
- Uit de buurt van diepe vijvers
2.1 WAT WORDT BEDOELD MET NATUUR?
Ongerepte natuur bestaat niet meer in Vlaanderen - invloed van mensen neemt over
Natuurreservaten minder geschikt voor jonge kinderen = omwille van beperkte
toegankelijkheid en omdat plukken en vrije exploratie er niet meer is toegestaan
- Meer evolutie in laatste tijd en zijn veel natuurreservaten aangepast aan een educatief
aanbod of als speelterrein
2.2 EEN BELEVINGSTOCHT IN DE NATUUR
1. WAAROM NAAR BUITEN GAAN MET DE KINDEREN?
Jonge kinderen zijn geboeid door de natuur = schitterend speelmateriaal
\ Uren verdiept in hun spel – zand, water, steentjes, etc
\ Kleine dieren opmerken
\ Weiland bloemen, plukken ze zichzelf bloemen
= Het moois uit de natuur ze in handen willen voelen of vasthouden
Met activiteiten buiten de klas kan je het volgende bereiken
- Activiteiten buiten school = onmisbaar – kinderen een totaalbeeld geven van de
natuur + milieu om ons heen
» Kinderen confronteren met geheel aan organismen
» Vijvers in park, verkennen van natuurlijke ontw
- Uitstappen versterken de relatie kind – omgeving. Ze moeten leren om verantwoord
ermee om te gaan. Hun relatie in de natuur kan pas verdiepen als ze zich betrokken
voelen
- Vanuit die relatie groeit de bereidheid voor natuur - en milieusparend gedrag.
- Het creëert een sfeer van verwachting, waardoor kinderen extra gevoelig worden
voor belevingsaspecten.
- Kinderen moeten buiten geboeid bezig zijn en iets beleven.
» Hou dus als LK rekening met belevingswereld en het ontwniveau van de
kinderen en niet wat je zelf het meeste boeit
2. AANDACHTSPUNTEN BIJ NATUUREXPLORATIE MET KLEUTERS
1. Ontdekken al spelend de wereld
Ervaren veel als nieuwe dingen
- Kleuters zijn van nature nieuwsgierig – probeer hun nieuwsgierigheid te prikkelen
door de manier van aanbrengen + vertellen
- Ruimte voor speelse opdracht + spelletjes met natuurmaterialen
2. Zintuiglijk en concreet ingesteld
Gebruiken van meerdere zintuigen
- Als een kleuter iets ziet, willen ze het ook graag vastpakken of voelen
à Alleen aan kijken, hebben kleuters niet genoeg!
, Voorwaarde van een goede natuurexploratie
- Kleuters echt het materiaal in handen krijgen
3. Inleven
Spelen en fantaseren
- Inlevingsvermogen is zeer groot
- Emotioneel gevoelig
= Zonder moeite zullen ze een eend of vlinder kunnen zijn
Krijgen zo een sterke band met levende wezens om hen heen
- Het helpt de kls door zich in te leven zo een organisme of verschijnsel te begrijpen
4. Verzamelaars
Buiten verzamelen, sorteren kleuters ook heel graag – kleur bij kleur en vorm bij vorm
(!) Leer de kls wat ze kunnen meenemen zonder de natuur te beschadigen
(dieren, zeldzame planten worden niet meegenomen)
5. Behoefte aan afwisseling
Ze kunnen zich maar een beperkte tijd concentreren en zijn heel vlug afgeleid
= Niet lang met hetzelfde onderwerp bezig zijn
6. Goede natuurtocht = opdracht rond de drie H’s
Hart
= Opdrachten die
leuk, ontspannend
Hoofd Handen of spannend zijn
= Opdrachten waarin = Opdrachten waarin
ze leren over de natuur kinderen iets mogen
doen of onderzoeken
3. VOORBEREIDING VAN DE TOCHT
Je vertrekt niet zomaar op tocht, het vergt heel wat voorbereiding
1. Terreinverkenning – waar ga je op tocht?
= Zorgvuldig je terrein kiezen
- Rekening houden met de mogelijkheden en natuurlijke rijkdom dat het terrein biedt
· Soort begroeiing
· Variatie in het landschap
Veiligheid
- Vermijd bermen, gevaarlijke drukke wegen
- Voldoende overzichtelijk is om iedereen in de gaten te houden
- Uit de buurt van diepe vijvers