Kinderverpleegkunde, minor KKJ
Naam student Geerte Herbers
Studentnummer
Klas
Naam beoordelend docent
Gelegenheid
,STAP 1: ORIËNTATIE OP DE SITUATIE
In de eerste stap van ProActive Nursing volgens Bakker (2014) wordt de casuïstiek beschreven en zal
het bijbehorende classificatiesysteem worden onderbouwd.
CASUÏSTIEK
Naam: Milou Schepen
Leeftijd: 5 jaar
Milou is normaal een vrolijk meisje van 5 jaar oud. Ze is de dochter van haar twee liefdevolle ouders,
Karen en Piet Schepens. Financieel heeft het gezin het goed.
Milou is normaal een vrolijk meisje van 5 jaar oud. Ze gedraagt zich de afgelopen week anders, zowel
thuis als op de kleuterschool. De kleuterjuf van Milou heeft haar ouders gebeld, omdat bepaalde
dingen aan Milou opvallen. De juf geeft aan dat Milou erg moe is, niet meer zo vrolijk is en ook wil ze
niet veel spelen, terwijl ze dat normaal graag doet. Verder valt op dat Milou voortdurend dorst heeft
en dat ze veel vaker plast dan normaal. Haar ouders maken zich zorgen, omdat Milou ook is
afgevallen, ondanks ze goed eet. Sinds één dag braakt Milou. De ouders van Milou zijn samen met
haar naar de Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis gegaan.
Op de SEH worden Milou en haar ouders ontvangen door een arts en een verpleegkundige. De ouders
van Milou leggen hen uit dat Milou al een paar dagen ziek is en dat de klachten erger worden.
Bovendien is haar ademhaling vreemd, Milou ademt zwaar en de adem ruikt zurig, iets wat nog niet
eerder is opgevallen. De arts en de verpleegkundige luisteren aandachtig naar de klachten die worden
opgenomen. Aan de hand van de klachten wordt Milou onderzocht. Milou wordt onderzocht aan de
hand van de ABCDE-methodiek en deze wordt beoordeeld aan de hand van de Pediatric Early Warning
Score (PEWS) (Dutch PEWS, z.d.). De vitale functies van Milou zijn hieronder beschreven:
RR 113/73 | Hartslagfrequentie 127 p/min | Temperatuur 37.0 | Ademhalingsfrequentie 72 p/min |
Lengte 112 cm | Gewicht 26 kg | SpO2 97% zonder zuurstof
Milou heeft een Hb1Ac-waarde van 86 mmol/mol heeft en uit het afgenomen arteriële bloedgas komt
een pH-waarde van 7.25 naar voren.
Alle gegevens van de onderzoeken worden beschreven in de SBAR en deze staat volledig
uitgeschreven in bijlage 1 (p. 20).
Uit de gegevens komt naar voren dat Milou meerdere afwijkende observaties heeft en hiermee is er
een verdenking op diabetes type 11 met de complicatie diabetische ketoacidose2.
1
Bij diabetes type 1 is het lichaam niet in staat om zelf insuline in de alvleesklier aan te maken. Dit komt door een
fout in het afweersysteem, omdat de bètacellen de alvleesklier aanvallen waardoor de insulineproductie ernstig
wort verstoord (Diabeter, z.d.).
2
Bij diabetische ketoacidose treedt er verzuring op in het lichaam als gevolg van een tekort aan insuline
waardoor het lichaam geen glucose kan omzetten in energie en het lichaam overgaat op vetverbranding. Bij deze
vetverbranding komen ketonen vrij, wat leidt toch een verzuring in het lichaam (Rivas, z.d.).
2
, ONDERBOUWING CLASSIFICATIESYSTEEM
Het volgende zorgplan is opgebouwd aan de hand van ProActive Nursing van Marc Bakker (2014). Dit
classificatiesysteem is logisch opgebouwd aan de hand van zes stappen en deze staan duidelijk en
systematisch omschreven wat zal helpen om logisch na te denken én beslissingen te nemen omtrent
de casus van Milou.
3