Stof college 6: aantekeningen + ppt + hfst 4 + bronnen van brightspace
Beperkte zakelijke rechten
Bevoegdheden van de eigenaar:
- Gebruik en genot: gebruiken, verbruiken en veranderen
- Beschikkingsbevoegdheid: vervreemden, bezwaren
Vestigen van beperkte zakelijke rechten (=bezwaren) moet onder een geldige titel +
beschikkingsbevoegde + leveringshandeling (Art 3.89 BW) -> notariële akte en inschrijving in
de openbare registers!
Leveringshandeling = door aanbod en aanvaarding. Dit vestig je als volgt:
Bij roerende zaken, niet registergoederen (bv pandrecht): bezitsverschaffing
Bij onroerende zaken, registergoederen (hypotheekrecht): door notariële akte en
inschrijving in openbare registers
Goederen = zaken en vermogensrechten
Vermogensrechten (= rechten die overdraagbaar zijn) worden gevestigd (Art 3.81 BW)
Eigendom, beperkte rechten en vorderingen zijn overdraagbaar
2 vormen van beperkte zakelijke rechten (Zie college 4)
1. Genotsrechten = rechten die de rechthebbende gebruiksgenot verschaffen van de
zaak of het recht waarop ze rusten
2. Zekerheidsrechten = rechten die de rechthebbende zekerheid beiden ter voldoening
van een vordering die hij op een schuldenaar heeft. De gerechtigde is dus NIET
bevoegd om het goed waarop het zekerheidsrecht rust te gebruiken.
Vestiging van deze rechten gaat op dezelfde wijze als het moederrecht (Art. 3.98 en 3.84
BW)
Eigendom = meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Dit is een
volledig recht waarvan andere rechten kunnen worden afgeleid. Het is ook een absoluut
recht dus tegenover iedereen inroepbaar. (art 5.1 BW)
Een afhankelijk recht is een recht dat aan een ander recht is verbonden en niet zonder dat
recht kan bestaan. (bv het recht van hypotheek)
Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht
(eigendomsrecht) wat met dit beperkte recht is bezwaard. (Art.3.8 BW) Het eigendomsrecht
is dan het moederrecht, het beperkte recht is dan het dochterrecht.
Pandrecht en hypotheekrecht (BW 3, titel 9)
Het recht van hypotheek kan uitsluitend op een registergoed gevestigd worden, pandrecht
kan alleen op een niet-registergoed gevestigd worden.
Het zijn beide zekerheidsrechten: bedoelt om de voldoening van een schuld te kunnen
verzekeren. De schuldeiser kan de vordering op de schuldenaar verhalen. (art 3.276 BW) In
beginsel kan dit op alle goederen van de schuldenaar. Schuldeisers hebben onderling gelijke
rechten, enkele bevoorrechte vorderingen vanaf art 3. 283:
- Pand en hypotheekrecht gaat voor (Art 3.279 BW)