Samenvatting
Lesweek 2: De mens in de sociale context –
Sociale psychologie
Leeruitkomst lesweek 2:
de student kan psychologische schema’s toepassen op de sociale context van
een individu. De student kan automatische denkprocessen herkennen in het
gedrag van het individu. De student is in staat attributieprocessen te
herkennen in het gedrag van het individu.
Sociale cognitie en perceptie
Sociale psychologie: kijkt naar het individu binnen sociale situaties en
onderzoekt hoe we interpretaties van deze situatie bepalen (microniveau):
- Wat we denken.
- Wat we voelen.
- Hoe we ons gedragen.
De sociale wereld bevat veel ambigue informatie (= veelzijdige informatie).
Dit betekent dat dezelfde situatie of gebeurtenis op verschillende
manieren geïnterpreteerd kan worden door verschillende mensen.
Sociale context = verwijst naar de omgeving, de situatie, en de mensen om
ons heen. Deze factoren beïnvloeden sterk:
- Hoe we ons voelen (bijvoorbeeld door groepsdruk).
- Wat de denken (door de normen en waarden van de groep).
- Hoe we ons gedragen (om geaccepteerd te worden of conflicten te
vermijden).
Sociale invloed > De omgeving beïnvloed ons gedrag, denken en voelen, vaak
zonder dat we dit bewust doorhebben.
,H3 - sociale cognitie
Wat is sociale cognitie?
Sociale cognitie verwijst naar hoe mensen denken over zichzelf en de
sociale wereld.
Het draait om het proces waarmee we sociale informatie:
- Selecteren (waar letten we op?)
- Interpreteren (wat betekent het?)
- Onthouden (wat slaan we op?)
- Gebruiken (hoe beïnvloedt het onze oordelen en beslissingen?)
Vormen van sociaal denken
Er zijn twee manieren waarop we denken over de wereld om ons heen:
1. Automatisch denken
Kenmerken:
- Onbewust, snel en zonder inspanning.
- Gebaseerd op schema’s en eerdere ervaringen.
- Doet zich voor zonder dat we ons ervan bewust zijn (zoals het
herkennen van een gezicht of een situatie).
2. Gecontroleerd denken
Kenmerken:
- Bewust, doelgericht en inspannend.
- Kost meer tijd en mentale energie
- Wordt ingezet wanneer automatische processen niet volstaan of
wanneer meer nuance nodig is.
Vergelijking van automatisch en gecontroleerd denken
, Schema’s en scripts
Schema’s en scripts zijn mentale structuren die ons helpen om de wereld om
ons heen te begrijpen en navigeren, vooral door automatisch denken.
Kenmerken van schema’s en scripts
• Mentale structuur: verzamelen kennis en informatie op basis van
thema’s.
• Persoonlijk en contextueel: gebaseerd op ervaringen en cultuur;
schema’s kunnen hetzelfde onderwerp hebben bij mensen maar met een
andere inhoud.
• Interpretatie van stimuli: woorden, beelden, geluiden of geuren kunnen
een schema activeren.
• Sturen van waarneming en gedrag:
o Helpen ons om informatie te begrijpen en gedrag te voorspellen.
o Kunnen echter leiden tot stereotypen en tunnelvisie.
• Beïnvloeding: van onze waarnemingen, gedachten en herinneringen.
• Nuttig: om grote hoeveelheid (ambigue) informatie die we dagelijks
moeten verwerken, te helpen reduceren en begrijpen.
Ambigue = van meerdere kanten/perspectieven.