College 1 – Introductie
Begrippen:
Praetoriaanse probatie: Omdat ik (procureur) dat beslist.
Ex aequo et bono: Uit het gelijke en het goede => Vanuit het gelijke en het
goede de schadevergoeding betalen.
College 2: Wat is goed Nederlands?
Taal varieert
Diachroon (=Verticaal door de tijd)
Woordenschat evolueert
Uitspraak evolueert
Grammatica evolueert traagst
Synchroon (=Taal beweegt horizontaal doorheen de tijd)
Dialecten (Bv. Liers)
Regiolecten (Bv.: Antwerps)
Sociolecten (Bv.: Vaktaal)
=> Dialecten vormen de basis waaruit de standaardtaal ontstaan is.
De standaardtaal
=De universele communicatie = standaardtaal
Gestandaardiseerde variant
Is gecodificeerd (=is vastgelegd)
Is normbepalend (De variant die we in het publieke domein gebruiken, in
het normale leven)
Publiek domein (=politieke sturing vanuit regering, promoten)
Onbewust maatschappelijk + bewust politiek gestuurd
De standaardtaal ontstaat onbewust, geen greep op
Differentiatie binnen de taal
Standaardtaal volgens de taalunie:
1. Uniform in de gemeenschap waarin ze gebruikt wordt. (=Weinig variatie,
bv. Voor schommel)
2. Gecodificeerd
3. Prestigieus (=De standaardtaal wordt geassocieerd met mensen die een
goede opleiding hebben, goede cultuur, goede manieren, ...)
=> Het is het Nederlands dat algemeen bruikbaar is in contacten met mensen
buiten je vertrouwde omgeving (bv. Bestuur, administratie, onderwijs,
rechtspraak, media)
Standaardtaal als een ui
Ons taalgebied strekt zich uit over 2 landen.
Taal als soort venn-diagram
Een stukje Vlaams, Een stukje Hollands
=> Twee grote overlappende delen: De standaardtaal!!
=> Hoe meer uit het centrum hoe meer dialect en minder standaardtaal.
Wie bepaalt de standaardtaal?
=Standaardtaal vind je typisch in het openbare leven, we denken aan
taalgebruikers die het goed doen:
Martine Tanghe
Hugo Claus
Harry Mulish
, Ook leerkrachten, politici, schrijvers, ...
=> Zij worden de spraakmakende gemeente genoemd omdat zij worden gezien
als ideaal voor de Nederlandse taalnorm, voor de praktijk.
Soorten taalnormen
1. Historische norm
Het is altijd zo geweest, niemand weet hoe het komt, niemand stoort zich
eraan. Het is vanaf het begin zo geweest, waarom zouden dat dan
veranderen.
2. Autoriteitsnorm
“Dat is juist omdat...” de autoriteit van bepaalde instanties worden als
argumentatie gebruikt, bv. Omdat het in de Van Dale staat.
3. Logische norm
Taal heeft bepaalde logica, bv. Enkelvoud en meervoud.
4. Statistische norm
Staat tegenover logische norm => Kijken naar statistische gegeven over
taalgebruik “hoeveel mensen gebruiken het woord”.
5. Zuiverheidsnorm
Paraplu => Frans voor regenscherm = Nederlands, we gaan dus
regenscherm gebruiken want paraplu is Frans.
6. Effectnorm
Nederlands en Engels nemen deze norm vaak. Zolang je verstaanbaar
bent gebruik je deze vorm. Bv.: E-mail, Software, ...
7. Esthetische norm
Veel emotie, omdat mensen het woord bv. mooi vinden.
=> Wie gaat het debat winnen? Statistische norm, gepaard met effectnorm.
Van Dale labels binnen woordenboek
BE – Belgisch Nederlands => Niet algemeen => Niet gebruiken, wordt als fout
gerekend.
NL – Nederlandse standaardtaal
ANS: Standaardtaal als een ui
Klassieke beeld: Standaardtaal als atoom, met vaste kern, naarmate je verder
van de kern verwijderd was, ga je meer naar dialecten. MAAR, men wil daar
vanaf.
Men wil meer een wazig beeld, waar standaardtaal in het midden zweeft in
een wolk, en dingen rondraaien daarrond, zoals: typisch Belgisch, informeel,
Surinaams, ...
MAAR, als er geen lijnen zijn, is alles dan goed? MAAR niet geval!
Taaladvies.net
Betrouwbare site! Veel tips & tricks.
Bv.: Een beroep doen op OF beroep doen op => EEN beroep doen op!
Bv.: Bekomen=> Niet correct, Verkrijgen => Wel correct, is beter!
Nederlands, Vlaams?
=Welke norm voor het Nederlands in België?
Spreken we een taal of een taaltje?
Huidige situatie
Taalgedrag
20ste eeuw: Succesvolle standaardisering
Overname en toenadering Noord-Nederlandse norm
Opvallende variatie:
, Uitspraak & woordenschat, er blijft nog altijd wat variatie hangen.
Afstand informele spreektaal – verzorgd Nederlands groter
Vlaamse tussentaal, veel dichter tegen de dialecten, dan de Nederlandse
taal. Nederlanders doen het op dit vlak beter.
Taalattitude
Tussentaal
Volgens taalbeleid: Onvoltooide standaardisering, dus we gaan verder
naar standaardisering
Volgens taalgedrag: Grote waardering
Evolutie
Verdere standaardisering, attitude: Onvolwaardige taal.
Stabiel, attitude: Standaardtaal = zondags pak, dus bij belangrijke
zaken standaardtaal en je “pak” aantrekken, maar thuis steekt dat
allemaal niet zo nauw.
Informalisering Belgische standaardtaal, attitude: Tussentaal =
identificatie.
o We laten dat vallen die Standaardtaal en spreken gewoon
tussentaal vanaf u, ook op de VRT, regering, ...
o We zien dat dat steeds meer wel gebeurt, we zien reclame
boodschappen in dialect, bij verkiezingsbordjes, ...
Taalbeleid
Accentverschuiving einde 20ste eeuw
Evolutie in taalbeleid?
1ste auteur zegt dat hij vindt dat het allemaal te nauw steekt, het maakt
niet uit of we nu parking of parkeerplaats zeggen bijvoorbeeld. Je krijgt dan
heel taal-onzekere mensen.
Mia Doornaert: Standaardtaal wel heel belangrijk, kinderen zouden het zo
moeten aanleren ook!!
Taalunie: Zegt dat je alles moet kunnen, dialect, standaardtaal & tussentaal.
De kunst is om te weten wat je wanneer moet gebruiken, wat het meest
passend is in een situatie.
Stefaan: Niemand spreekt perfect standaardtaal, behalve Martine 😊,
moeten dat ook niet gaan proberen.
=> Een constante slinger-beweging dus.
=> Bv.: Wat doen we met purismen/ Belgicismen, gaan we die aanvaarden of
niet? Wat zouden daar voor- en nadelen van zijn? Er zijn heel wat mensen met
verschillende meningen, bv. Mia Doornaert & Geert, die vinden dat het iets
typisch is van standaardtaal, dat hebben we in alla talen, dat hoort bij de
opvoeding, dat is typisch in Vlaanderen historisch heel belangrijk geweest als
reactie tegen Frans, dus die standaardtaal behouden & mogen daar niet te los in
zijn & dus strenge normen hanteren. Maar er zijn ook andere mensen die
beweren, zoals Staf of De Schrijver die zeggen dat er geen probleem is in
Vlaanderen, we verstaan allemaal elkaar, onze taal leeft wel, dus steekt allemaal
niet zo nauw. + eventueel eigen opinie (=Ik ben het eens met A of met B).
Kenmerken van tussentaal
Slordige uitspraak
Bv.: Ruukwiend, blèèven
Verkeerd lidwoord
De moment, het school, het stad, ...
H ontbreekt
Elemaal, ebt
Slotmedeklinker ontbreekt
, Da, wa, nie, goe
...
Rechtstaal – standaardtaal
Nederlandse taalunie:
Definitie: Standaardtaal is die taal die je hoort in bestuur, administratie,
rechtspraak, onderwijs en media.
Standaard juridische termen vinden we in Belgisch en Nederlandse taal
(bv. Vonnis, hoger beroep).
Grensgevallen: Typische woorden die Vlaams zijn, maar juridisch niet echt
correct (bv. Afleveren, dat doe je met meubels normaal gezien, maar niet
met diploma’s of vergunningen).
Juridisch dialect (bv. Typisch Antwerps “verdieren” = verduren, duurder
maken). Maar “verdieren” afgeschaft.
Hoe heet de tegenganger in het Nederlands?
Rekenhof => Rekenkamer (oudere instelling)
Hof van Cassatie => Hoge raad der Nederlanden
Raad van State => Raad van State
Staatsblad => Staatscourant/ Staatsblad
Vrederechter => Kantonrechter
Schepen => Wethouder
Stafhouder => Deken (van de orde van advocaten)
Voorzitter (van een rechtbank) => President
Procureur => Hoofdofficier van justitie
Substituut procureur => Officier van justitie
Procureur-generaal => Procureur-generaal
KB => KB, de populaire naam: AMVB (Algemene maatregel van bestuur)
Gerechtelijke politie => Recherche
Wanbedrijf => / (bestaat niet)
Overtreding, wanbedrijf & misdaad => Te samen: Misdrijf! (België)
Term strafbare feiten in Nederland is overkoepelende term voor
overtreding - misdrijf
Zaak => Goed of eigendom
Goed => Zaak of rechtszaak
College 3: Correct schrijven
Correct schrijven: Woordniveau
=Bijlage 2 met taalfouten kennen!
Barbarismen en purismen
Barbarisme: Niet- aanvaard leenwoord of leenbetekenis
Evolueert volgens oordeel spraakmakende gemeente (zie college 2)
Purisme: Niet-aanvaard eigen taalelement ter vervanging van aanvaarde
leenwoorden
Nederlands woord dat men “geknutseld” heeft als reactie tegen een
woord uit een vreemde taal.
Meestal verouderd.
Woorden creëeren
Betoelagen => Subsidiëren
Beschikkend gedeelte => dictum, dispositief (= De uitspraak van een
vonnis)
Kopij => Kopie
Regenscherm => Paraplu
Punaise => Duimspijker
Stortbad => Douche
Gallicismen