aardrijkskunde
Thema 2: kijken in de aarde
1. Dynamiek van de geosfeer: de platentektoniek
1.1. het ontstaan van hotspots en platen
chemische elementen in de mantel en de kern van de aarde
- produceert warmte
-> magma duwt op sommige plaatsen tegen de asthenosfeer
=> mantelpluim = magma die naar boven komt
- de lithosfeer gaat op sommige plaatsen omhoog
- gloeipunten = hotspots
= punt waar de lithosfeer scheurt en de magma (mantelpluim)
naar boven komt
- riftster = scheur in de lithosfeer met 3 armen
- ontstaat door de rekspanning
riftarmen scheuren vaak verder
- kunnen zich over honderden kilometers uitstrekken
-> bereiken de armen van de volgende riftster
-> riftarmen groeien aan elkaar
=> lithosfeer breekt in platen, breken ten opzichte van elkaar
proces = platentektoniek
- verklaart wat er gebeurt in de aardkorst
voor de jaren 60: men wist al dat landmassa’s van plaats veranderen
- door de theorie van de continentendrift
- groot verschil met de theorie van de platentektoniek
=> nu duidelijk: platen bewegen t.o.v. elkaar, niet de continenten
continentale platen: bestaan zowel uit oceanische als continentale korst
oceanische platen: bestaan enkel uit oceanische korst
-> grens: continentale helling
=> verschillen van elkaar in fysische en chemische eigenschappen
, aardrijkskunde
Alfred Wegener
- duitse meteoroloog (bestudeert het weer en klimaat)
- sterft in 1930
- publiceerde in 1912 zijn theorie:
- alle continenten bestonden uit 1 groot continent = Pangaea
- theorie van de continentendrift
- argumenten:
1. morfologisch argument
- alle continenten passen in elkaar (vorm)
2. paleontologisch argument (onderzoek van fossielen)
- fossielen teruggevonden van dezelfde dieren-en
plantensoorten in verschillende continenten
3. paleoklimatisch argument (studie van het klimaat van vroeger)
- bewijs van ijskappen in delen van Zuid-Amerika, Afrika,
India en Zuid-Australië
=> deze gebieden lagen vroeger op de zuidpool
Harry Hess (jaren 60-70)
- niet de continenten, maar de lithosfeerplaten verschuiven t.o.v. elkaar
= platentektoniek
- continenten + oceanen liggen op de platen, drijven
op magma
- bewijs van de zeebodemspreiding
- ontdekt tijdens de koude oorlog
- men scande de oceanen, achter duikboten
- ontdekte: reliëf in de oceanen
- Mid-Atlantische Rug (in de Atlantische oceaan)
- grootste bergketen, in het midden: een verzakking
Thema 2: kijken in de aarde
1. Dynamiek van de geosfeer: de platentektoniek
1.1. het ontstaan van hotspots en platen
chemische elementen in de mantel en de kern van de aarde
- produceert warmte
-> magma duwt op sommige plaatsen tegen de asthenosfeer
=> mantelpluim = magma die naar boven komt
- de lithosfeer gaat op sommige plaatsen omhoog
- gloeipunten = hotspots
= punt waar de lithosfeer scheurt en de magma (mantelpluim)
naar boven komt
- riftster = scheur in de lithosfeer met 3 armen
- ontstaat door de rekspanning
riftarmen scheuren vaak verder
- kunnen zich over honderden kilometers uitstrekken
-> bereiken de armen van de volgende riftster
-> riftarmen groeien aan elkaar
=> lithosfeer breekt in platen, breken ten opzichte van elkaar
proces = platentektoniek
- verklaart wat er gebeurt in de aardkorst
voor de jaren 60: men wist al dat landmassa’s van plaats veranderen
- door de theorie van de continentendrift
- groot verschil met de theorie van de platentektoniek
=> nu duidelijk: platen bewegen t.o.v. elkaar, niet de continenten
continentale platen: bestaan zowel uit oceanische als continentale korst
oceanische platen: bestaan enkel uit oceanische korst
-> grens: continentale helling
=> verschillen van elkaar in fysische en chemische eigenschappen
, aardrijkskunde
Alfred Wegener
- duitse meteoroloog (bestudeert het weer en klimaat)
- sterft in 1930
- publiceerde in 1912 zijn theorie:
- alle continenten bestonden uit 1 groot continent = Pangaea
- theorie van de continentendrift
- argumenten:
1. morfologisch argument
- alle continenten passen in elkaar (vorm)
2. paleontologisch argument (onderzoek van fossielen)
- fossielen teruggevonden van dezelfde dieren-en
plantensoorten in verschillende continenten
3. paleoklimatisch argument (studie van het klimaat van vroeger)
- bewijs van ijskappen in delen van Zuid-Amerika, Afrika,
India en Zuid-Australië
=> deze gebieden lagen vroeger op de zuidpool
Harry Hess (jaren 60-70)
- niet de continenten, maar de lithosfeerplaten verschuiven t.o.v. elkaar
= platentektoniek
- continenten + oceanen liggen op de platen, drijven
op magma
- bewijs van de zeebodemspreiding
- ontdekt tijdens de koude oorlog
- men scande de oceanen, achter duikboten
- ontdekte: reliëf in de oceanen
- Mid-Atlantische Rug (in de Atlantische oceaan)
- grootste bergketen, in het midden: een verzakking