Hoorcollege 1
woensdag 11 september 2024
12:49
Definities:
-Goederen= Alle zaken en alle vermogensrechten.
-Zaken= De voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
1) Onroerende zaken= De grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde
beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd,
hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.
2) Roerende zaken= Alle zaken die niet onroerend zijn.
-Vermogensrechten= Rechten die, hetzij afzonderlijk, hetzij tezamen met een ander recht,
overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel
verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel.
1. Eigendom
2. Vorderingsrechten
--> art. 3:1/2/3/6 BW
Verschil verbintenisrecht en goederenrecht:
-Verbintenisrecht heeft iemand een vordering op één ander persoon.
-Goederenrecht kunt u op iedereen verhalen.
Het is mijn laptop, dus van niemand anders (eigendom).
Rechtshandeling= Handeling die gericht is op rechtsgevolg.
Kopen, huurovereenkomst, contract
Eenzijdig= één partij gericht tot één andere partij.
Meerzijdig= gericht tot meerdere partijen (overeenkomst)
Totstandkoming:
-Wilsvertrouwensleer= Interne wil die zich openbaart.
-Geopenbaarde wil= Verschillende mogelijkheden, kan zowel mondeling als schriftelijk.
-Opgewekt vertrouwen= Wederzijds vertrouwen.
--> art. 3:33/35 BW
Grondslag 1: geopenbaarde wil
-Vorm van de verklaring
-Moment tot stand komen
Discrepantie wil en verklaring:
-Vergissing
-Verspreking
-Verschrijving
-Dubbelzinnig woordgebruik.
Grondslag 2: opgewekt vertrouwen
-Vertrouwen gerechtvaardigd?
Goede trouw van een persoon vereist voor enig rechtsgevolg.
Diverse omstandigheden (Hjjout/Ijmah - staande voet ontslagen, snapte de papieren niet)
-Grondslag vinden in de omstandigheden van het geval.
-Onderzoek naar de ander is soms nodig voor het vertrouwen.
--> art. 3:11 BW
--> art. 3:35 BW
1
,Discrepantie door geestelijke stoornis:
-Als rechtshandeling nadelig voor handelende: weerlegbaar vermoeden dat verklaring onder invloed
van stoornis is gedaan.
-Indien stoornis en verband vaststaan: onweerlegbaar vermoeden dat wil ontbrak.
-Het rechtsgevolg vloeit voort uit de twee vermoedens--> vernietigbaar. ]
-Ondanks de stoornis kan er wel opgewekt vertrouwen bestaan.
--> art. 3:34 BW
Rechtshandeling--> BW3
Overeenkomst--> BW6
Overeenkomst:
-Meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een
verbintenis aangaan.
-Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
--> art. 6:213/217 BW
Of het een aanbod is, is een rechtshandeling.
Of het een aanvaarding is, is een rechtshandeling.
Als deze bij elkaar komen is het een overeenkomst.
Automatisch een contract
Aanbod:
-Eenzijdige rechtshandeling
-Te onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandeling te treden.
-Vervalt door:
Verwerping
Tijdsverloop
Herroeping
-Onherroepelijk aanbod.
--> art. 6:219/221 BW
Hoe lang geldt een aanbod?
-Sprake van aanvaardingslimiet/termijn? Ja, dan kijken we daarnaar.
-Geen termijn in het aanbod?
Een mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk wordt aanvaard.
Een schriftelijk aanbod vervalt als het niet binnen redelijke tijd wordt aanvaard.
--> art. 6:221 lid 1 BW
Aanbod herroepen:
-Een aanbod kan worden herroepen, tenzij:
Het aanbod al aanvaard is
De aanvaarding al verzonden is
-Arrest Lindeboom/Amsterdam (kliniek verkopen aan de gemeente, onherroepelijk aanbod)
--> art. 6:219 BW
Aanvaarding:
-Eenzijdige rechtshandeling
-In beginsel vormvrij
-Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod.
-Van het aanbod afwijkende 'aanvaarding'
2
, Ik verkoop hem voor 50 euro, ik wil hem kopen voor 40 (discrepantie)
--> art. 3:37 lid 1 BW
Overeenkomst:
-Partijen sluiten een geldige overeenkomst
-Meerzijdige rechtshandeling
-Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
-Rechtsgevolg: ontstaan van verbintenissen.
--> art. 6:217 BW
3
, Hoorcollege 2
dinsdag 17 september 2024
11:18
Standaardsituatie: A en B handelen zelf
-A doet aanbod
-B aanvaardt
-Overeenkomst tussen A en B
Vertegenwoordiging:
-T doet aanbod namens A
-B aanvaardt
-A= vertegenwoordigde
-T= tussenpersoon, vertegenwoordiger
-B= wederpartij
Bevoegde vertegenwoordiging:
-A= Vertegenwoordigde, volmachtgever, achterman
Volmachtsverlening
-T= Vertegenwoordiger, gevolmachtigde, tussenpersoon
Aanvaard het aanbod
-B= Wederpartij
Casus:
-A geeft T de bevoegdheid om een jonge merrie te kopen van maximaal 50.000 van wederpartij B.
3:66 BW lid 1
1) Gevolmachtigde T verricht een rechtshandeling
2) In naam van A
3) Binnen grenzen van zijn bevoegdheid
--> overeenkomst tussen A en B
--> tussenpersoon valt er tussenuit
Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid:
1) Volmacht
-A verleent volmacht aan T om hem (A) te vertegenwoordigen.
-art. 3:60 lid 1 BW
2) Wettelijke vertegenwoordiging
-Ouder vertegenwoordigt minderjarig kind
-Curator vertegenwoordigt onder curatele gestelde
3) Vertegenwoordiging van een rechtspersoon
-Door bestuurders
4) Bevoegde zaakwaarneming
Volmacht:
-Bevoegdheid die de volmachtgever verleent aan de gevolmachtigde om in naam van de
volmachtgever rechtshandelingen te verrichten.
Art. 3:60 lid 1 BW
-T kan de merrie namens A kopen, maar is daartoe niet verplicht.
-NIET privatief: A houdt zelf ook de bevoegdheid om de merrie te gaan kopen.
-Volmachtverlening is rechtshandeling van A die leidt tot vertegenwoordigingsbevoegdheid van T.
4
woensdag 11 september 2024
12:49
Definities:
-Goederen= Alle zaken en alle vermogensrechten.
-Zaken= De voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
1) Onroerende zaken= De grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde
beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd,
hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.
2) Roerende zaken= Alle zaken die niet onroerend zijn.
-Vermogensrechten= Rechten die, hetzij afzonderlijk, hetzij tezamen met een ander recht,
overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel
verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel.
1. Eigendom
2. Vorderingsrechten
--> art. 3:1/2/3/6 BW
Verschil verbintenisrecht en goederenrecht:
-Verbintenisrecht heeft iemand een vordering op één ander persoon.
-Goederenrecht kunt u op iedereen verhalen.
Het is mijn laptop, dus van niemand anders (eigendom).
Rechtshandeling= Handeling die gericht is op rechtsgevolg.
Kopen, huurovereenkomst, contract
Eenzijdig= één partij gericht tot één andere partij.
Meerzijdig= gericht tot meerdere partijen (overeenkomst)
Totstandkoming:
-Wilsvertrouwensleer= Interne wil die zich openbaart.
-Geopenbaarde wil= Verschillende mogelijkheden, kan zowel mondeling als schriftelijk.
-Opgewekt vertrouwen= Wederzijds vertrouwen.
--> art. 3:33/35 BW
Grondslag 1: geopenbaarde wil
-Vorm van de verklaring
-Moment tot stand komen
Discrepantie wil en verklaring:
-Vergissing
-Verspreking
-Verschrijving
-Dubbelzinnig woordgebruik.
Grondslag 2: opgewekt vertrouwen
-Vertrouwen gerechtvaardigd?
Goede trouw van een persoon vereist voor enig rechtsgevolg.
Diverse omstandigheden (Hjjout/Ijmah - staande voet ontslagen, snapte de papieren niet)
-Grondslag vinden in de omstandigheden van het geval.
-Onderzoek naar de ander is soms nodig voor het vertrouwen.
--> art. 3:11 BW
--> art. 3:35 BW
1
,Discrepantie door geestelijke stoornis:
-Als rechtshandeling nadelig voor handelende: weerlegbaar vermoeden dat verklaring onder invloed
van stoornis is gedaan.
-Indien stoornis en verband vaststaan: onweerlegbaar vermoeden dat wil ontbrak.
-Het rechtsgevolg vloeit voort uit de twee vermoedens--> vernietigbaar. ]
-Ondanks de stoornis kan er wel opgewekt vertrouwen bestaan.
--> art. 3:34 BW
Rechtshandeling--> BW3
Overeenkomst--> BW6
Overeenkomst:
-Meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een
verbintenis aangaan.
-Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
--> art. 6:213/217 BW
Of het een aanbod is, is een rechtshandeling.
Of het een aanvaarding is, is een rechtshandeling.
Als deze bij elkaar komen is het een overeenkomst.
Automatisch een contract
Aanbod:
-Eenzijdige rechtshandeling
-Te onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandeling te treden.
-Vervalt door:
Verwerping
Tijdsverloop
Herroeping
-Onherroepelijk aanbod.
--> art. 6:219/221 BW
Hoe lang geldt een aanbod?
-Sprake van aanvaardingslimiet/termijn? Ja, dan kijken we daarnaar.
-Geen termijn in het aanbod?
Een mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk wordt aanvaard.
Een schriftelijk aanbod vervalt als het niet binnen redelijke tijd wordt aanvaard.
--> art. 6:221 lid 1 BW
Aanbod herroepen:
-Een aanbod kan worden herroepen, tenzij:
Het aanbod al aanvaard is
De aanvaarding al verzonden is
-Arrest Lindeboom/Amsterdam (kliniek verkopen aan de gemeente, onherroepelijk aanbod)
--> art. 6:219 BW
Aanvaarding:
-Eenzijdige rechtshandeling
-In beginsel vormvrij
-Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod.
-Van het aanbod afwijkende 'aanvaarding'
2
, Ik verkoop hem voor 50 euro, ik wil hem kopen voor 40 (discrepantie)
--> art. 3:37 lid 1 BW
Overeenkomst:
-Partijen sluiten een geldige overeenkomst
-Meerzijdige rechtshandeling
-Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
-Rechtsgevolg: ontstaan van verbintenissen.
--> art. 6:217 BW
3
, Hoorcollege 2
dinsdag 17 september 2024
11:18
Standaardsituatie: A en B handelen zelf
-A doet aanbod
-B aanvaardt
-Overeenkomst tussen A en B
Vertegenwoordiging:
-T doet aanbod namens A
-B aanvaardt
-A= vertegenwoordigde
-T= tussenpersoon, vertegenwoordiger
-B= wederpartij
Bevoegde vertegenwoordiging:
-A= Vertegenwoordigde, volmachtgever, achterman
Volmachtsverlening
-T= Vertegenwoordiger, gevolmachtigde, tussenpersoon
Aanvaard het aanbod
-B= Wederpartij
Casus:
-A geeft T de bevoegdheid om een jonge merrie te kopen van maximaal 50.000 van wederpartij B.
3:66 BW lid 1
1) Gevolmachtigde T verricht een rechtshandeling
2) In naam van A
3) Binnen grenzen van zijn bevoegdheid
--> overeenkomst tussen A en B
--> tussenpersoon valt er tussenuit
Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid:
1) Volmacht
-A verleent volmacht aan T om hem (A) te vertegenwoordigen.
-art. 3:60 lid 1 BW
2) Wettelijke vertegenwoordiging
-Ouder vertegenwoordigt minderjarig kind
-Curator vertegenwoordigt onder curatele gestelde
3) Vertegenwoordiging van een rechtspersoon
-Door bestuurders
4) Bevoegde zaakwaarneming
Volmacht:
-Bevoegdheid die de volmachtgever verleent aan de gevolmachtigde om in naam van de
volmachtgever rechtshandelingen te verrichten.
Art. 3:60 lid 1 BW
-T kan de merrie namens A kopen, maar is daartoe niet verplicht.
-NIET privatief: A houdt zelf ook de bevoegdheid om de merrie te gaan kopen.
-Volmachtverlening is rechtshandeling van A die leidt tot vertegenwoordigingsbevoegdheid van T.
4