gezondheidsproblemen
2024 - 2025
1
,Inhoudsopgave
Deel 1: Inleiding .................................................................................................................................. 4
Hoofdstuk 1: Psychopathologie en psychiatrie......................................................................................... 4
Hoofdstuk 2: Van diagnostiek naar behandeling ...................................................................................... 6
2.1. Diagnostiek ................................................................................................................................. 6
2.2. Behandeling ...............................................................................................................................17
Hoofdstuk 3: Etiopathogenese & stress-kwetsbaarheidmodel .................................................................24
3.0. Inleiding .....................................................................................................................................24
3.1. Stress & kwetsbaarheid ...............................................................................................................24
3.2. Biopsychosociaal model .............................................................................................................26
3.3. Stress-kwetsbaarheidsmodel in de praktijk ..................................................................................26
Hoofdstuk 4: van gen&omgeving en neurobiologie tot ziekte gezondheid ..................................................28
4.1. neurobiologische correlaten .......................................................................................................28
4.2. van trias psychica tot DSMV ........................................................................................................29
4.3. Conclusie ..................................................................................................................................32
Deel 2.1: Neurocognitie .................................................................................................................... 33
Hoofdstuk 1: Dimensie en begrippen .....................................................................................................33
1.1. Inleidend kader - cognitieve functies ............................................................................................33
1.2. Verdere uitdieping - cognitieve functies ........................................................................................34
1.3. Samenvatting .............................................................................................................................39
Hoofdstuk 2: Psychopathologie .............................................................................................................40
2.1. Delier .........................................................................................................................................40
2.2. Dementiëen ...............................................................................................................................51
Deel 2.2. Realiteitstoetsing ............................................................................................................... 73
Hoofstuk 1: Dimensie en begrippen .......................................................................................................73
1.1.Realiteitstoetsing naar psychose ..................................................................................................73
1.2. Psychose ...................................................................................................................................74
Hoofdstuk 2: Psychopathologie .............................................................................................................79
2.1. Psychosepectrumstoornissen .....................................................................................................79
2.2. Bipolaire stemmingsstoornissen .................................................................................................97
2
,Deel 2.3. Emoties............................................................................................................................ 105
Hoofdstuk 1: Dimensie en begrippen ................................................................................................... 105
1.1. Inleidend kader ........................................................................................................................ 105
1.2. Verdere uitdieping .................................................................................................................... 106
Hoofdstuk 2: Pathologie ...................................................................................................................... 109
2.1. Depressieve stemmingsstoornissen .......................................................................................... 109
2.2. Angststoornissen ...................................................................................................................... 120
2.3. Peripartrumstoornissen ............................................................................................................ 126
3
,Deel 1: Inleiding
Hoofdstuk 1: Psychopathologie en psychiatrie
Psychiatrie
→ Medisch specialisme op gebied van psychiatrische ziekten
• Patiëntenzorg
• Wetenschappelijk onderzoek
• Onderwijs
Psychiatrische ziekten
→ Ziekten met psychische klachten en verschijnselen die gepaard gaan met klinisch significante lijdensdruk OF
beperkingen in het functioneren: sociaal, beroepsmatig of andere domeinen
GEEST LICHAAM
Depressieve stoornis Moeheid, gewichtsafname
Angst Palpitaties, zweten, benauwdheid, RSP, …
Psychische functies
Psychische functies → psychiatrische symptomen
• Complexe interacties tussen het individu en diens omgeving
• De manieren waarop de mens informatie uit de omgeving en het eigen lichaam:
o Opneemt – bewust worden van informatie uit de omgeving
o Deze waardeert
o Weegt
o En toetst aan eerdere ervaringen – opgeslagen informatie
o Leidend tot automatisch dan wel doelbewust gedrag:
▪ Automatische spierbewegingen
▪ Op omgeving gerichte handelingen
• Complex! Niet op één plaats → neurale netwerken
• Uniek menselijk → zelfbewuszijn!
4
, Psychiatrisch symptoom • Klacht of verschijnsel dat voor de psychiater betekenis heeft
• als uiting van een stoornis in ≥1 psychische functies
Psychiatrisch syndroom • Veel voorkomende psychische & lichamelijke klachten & verschijnselen
• In combinatie met beloopskenmerken
Psychiatrische stoornis Een psychiatrisch syndroom dat gepaard gaat met:
• klinisch significante lijdensdruk OF beperkingen in het functioneren:
sociaal, beroepsmatig of andere domeinen
Psychopathologie
• Wetenschap van het bestuderen & diagnosticeren van de psychiatrische stoornissen
• Psychiatrische ziekteleer
Etiologie Pathogenese Psychiatrisch syndroom
Welke factoren dat proces op gang Kennis van ontstaansprocessen Veel voorkomende psychische &
kunnen brengen lichamelijke klachten &
verschijnselen
In combinatie met
beloopskenmerken
Ziekte Psychiatrische stoornissen
• Samenhangend inzicht in de aard van de • Meeste psychiatrische ‘ziekten’ – syndroom
symptomen diagnosen
• In hun onderlinge verband (syndroom) • Oorzaken???
• In wijze waarop zij onstaan (pathogenese)
• Factoren die ziekteproces op gang brengen
(etiologie
Psychiatrie = toegepaste wetenschap
Kennis → theorie en empirie over pocessen, functies, symptomen
Kunde → het praktisch doen
5
,Hoofdstuk 2: Van diagnostiek naar behandeling
2.1. Diagnostiek
2.1.1. Anamnese
Somatische anamnese
• Kort opgenomen, in het bijzonder wanneer de patiënt lichamelijke klachten heeft.
• Er wordt tevens gevraagd naar:
o Eventuele eerdere somatische ziekten en ernstige ongevallen
o Naar het gebruik van medicijnen/middelen
Psychiatrische anamnese
Psychiatrische Anamnese & Psychiatrisch onderzoek → Lopen vloeiend in elkaar over!
Speciële anamnese
De geschiedenis van de psychiatrische stoornis waarvoor de patiënt wordt onderzocht.
Tegelijk hiermee neemt het status-mentalisonderzoek een aanvang.
• Registreren eerste indrukken & wijze waarop de patiënt contact legt.
• Stellen van explorerende vragen over bepaalde psychische klachten
• Testen van een aantal psychische functies.
Anamnese en onderzoek lopen dus vloeiend in elkaar over!
6
,Algemene psychiatrische anamnese
• Zie infra: psychiatrisch onderzoek
• Differentieeldiagnostische overwegingen, en om het status- mentalisonderzoek te sturen, wordt nagegaan
of de patiënt tijdens de actuele ziekte-episode (en eventueel in de voorgeschiedenis) de kenmerkende
subjectieve symptomen van andere psychiatrische stoornissen heeft, of heeft gehad.
• Aantal ‘zeefvragen’ oftewel detectievragen: screenen kernsymptomen
o Positief antwoord geeft of
o Wanneer de medicus bij een negatief antwoord twijfelt of de klacht echt afwezig is zal hij de
betreffende klacht nader exploreren
Psychiatrische & familiale voorgeschiedenis
Uitvoerig vragen naar:
• eerder opgetreden psychiatrische stoornissen
• psychiatrische stoornissen in de familie
Levert:
• belangrijke (differentieel-)diagnostische informatie op.
• nuttige aanwijzingen uit over de reacties van de patiënt op eerdere behandelingen.
Sociale anamnese
• Bevragen van de levensomstandigheden van de patiënt.
• Doel hiervan is:
o Vaststellen van psychiatrische symptomen in de dagelijkse context van de patiënt
o Opsporen van de mogelijke sociale oorzaken en gevolgen van de psychiatrische stoornis
o Beoordelen van het sociale steunsysteem.
7
,Biografische anamnese
De biografische anamnese wordt opgenomen om kennis te verkrijgen over:
• Psychiatrische symptomen in de voorgeschiedenis van de patiënt;
• Factoren in de voorgeschiedenis van de patiënt waarvan is aangetoond dat ze predisponeren tot, of
beschermen tegen het ontstaan van psychiatrische stoornissen;
• Factoren in de voorgeschiedenis van de patiënt die betekenis gevend zouden kunnen zijn bij de ontwikkeling
van de psychiatrische stoornis (het eigen verhaal van de patiënt);
• De ontwikkeling van persoonlijkheidskenmerken tijdens de levensloop en het zelfbeeld van de patiënt.
2.1.2. Hetero anamnese
Reden:
• Subjectieve element in de beleving van psychische klachten en verschijnselen aanzienlijk kan zijn.
• Bij patiënten met cognitieve symptomen (delirium, dementie, psychosen) en bij complexe, therapieresistente
aandoeningen
• De kans is dan immers te groot dat informatie:
o Onvoldoende,
o Onvolledige of
o Weinig bruikbare
• Zelfs bij complete en gedetailleerde anamnese: onafhankelijke mening gewenst over diens levensloop,
persoonlijkheid en relationele omstandigheden te horen.
• Daarnaast vooral ter verificatie, ter aanvulling en waar nodig ter correctie van de autoanamnese.
• ‘objectief’ inzicht te krijgen in het cognitieve functioneren van de patiënt: vooral de zogenoemde
executieve functies, die nodig zijn bij:
o het ontwikkelen van initiatieven,
o het uitvoeren van plannen en
o integratie vereisende handelingen (zoals reizen, eten koken of sommige hobby’s), niet meer
optimaal verlopen zonder dat de patiënt daar zelf erg in heeft.
Daarnaast:
• Belangrijke informatie verschaffen over onderwerpen waarop de patiënt zelfontwijkend of terughoudend
heeft gereageerd
• Bv. Alcohol- of druggebruik, antisociaal gedrag in ruime zin (inclusief delinquentie), seksuele deviatie of
andere beladen feiten, gevoelens of gedragingen.
• Mogelijkheid om te informeren naar de vaak grote belasting voor de naasten van een patiënt met een
psychiatrische stoornis
8
,2.1.3. Psychiatrische diagnostiek
Inleiding klinische diagnostiek
Somatische diagnostiek
• Duiding
o Op indicatie: oriënterend algemeen lichamelijk en neurologisch onderzoek
o Doel: opsporen van somatische ziekten als:
▪ oorzaak of gevolg van de psychiatrische stoornis
▪ factor waarmee bij de behandeling van de psychiatrische stoornis
▪ rekening moet worden gehouden.
• Indicaties
o Vermoeden neurocognitieve stoornis
o Eigenlijk elk vermoeden psychiatrische stoornis
o Aanwijzingen somatische oorzaak in anamnese en de observatie van een patiënt
o > 40 Jaar (zeker bij blanco psychiatrische VG)
Psychiatrische diagnostiek
Omschrijving
Geheel van methoden waarmee door de psychiater gegevens worden verzameld over de aard en de oorzaken →
psychiatrische symptomen en stoornis van de patiënt
5 belangrijkste onderdelen:
9
, Doelen
• Doel 1: Psychiatrische symptomen vaststellen – grondslag voor classificatie
• Doel 2: Opsporen mogelijke etiologische factoren
o lichamelijke oorzaken
o Ernstige levensgebeurtenissen
o Erfelijke belasting
o Levensloop
o Persoonlijkheidstrekken
o Copingstijlen
o afweermechanismen
• Doel 3: Vaststellen van de ernst & de gevolgen – beperkingen & handicaps
Psychiatrisch onderzoek
• Psychiatrische anamnese & status-mentalis onderzoek
• Om een al dan niet aanwezig psychiatrisch syndroom vast te stellen
Status mentalis
Op systematische manier vastleggen/vaststellen van informatie betreffende psychiatrische klachten en
verschijnselen:
• Anamnese – Oriënterend vragen naar belangrijkste kernƩ psychiatrische stoornissen
• Exploratie – Gericht vragen naar andere specifieke/relevante ‘subjectieve’ psychiatrische Ʃ
• Observatie – Observeren van ‘objectieve’ psychiatrische Ʃ: psychische toestand, manier van spreken,
gevoelsuitingen, gedragingen
• Testen – Specifieke testvragen om objectieve psychiatrische symptomen vast te stellen & globaal te
kwantificeren
Systematiek: verhoogt veiligheid, uitwisselbaarheid en betrouwbaarheid
Geeft structuur en houvast aan psychiatrische beoordeling
3 psychische hoofdfuncties: TRIAS PSYCHICA
• Cognitieve functies → denken → ‘gedachten’ → kennende deel
• Affectieve functies → voelen → ‘gevoelens’ → begerende deel
• Conatieve functies → willen → ‘gedrag’ → strevende deel
10