H6.1: Prestatie- & gezondheidsgerelateerde
fitheid
Algemene fitheid: mate waarin basiseigenschappen aanwezig zijn om in het
dagdagelijkse leven optimaal te functioneren zonder het optreden van
buitensporige vermoeidheid
Prestatiegerelateerde fitheid: mate waarin basiseigenschappen aanwezig zijn
waardoor het uitvoeren van een welomschreven taak op een bepaald ogenblik
mogelijk is (sport)
Gezondheidsgerelateerde fitheid: mate waarin basiseigenschappen aanwezig
zijn die beïnvloedbar zijn door fysieke activiteit en geassocieerd zijn met het
risico op gezondheidsproblemen
Fysieke fitheid: uithouding – evenwicht – lichaamsssamenstelling – kracht –
lenigheid – snelheid – coördinatie
Prestatiegerelateerd: 1 of meerdere
Gezondheidsgerelateerd: vooral uithouding, ook andere
Algemene fitheid
EUROFIT = gestandaardiseerde, gevalideerde testbatterij
Lichaamsmetingen
1. Lichaamsgewicht = Body weight lichaamsbouw (kg)
2. Lichaamslengte = Body length lichaamsbouw (m)
3. Huidplooimetingen (5) = Skin folds vetpercentage (%)
o 10% 95% tussen 7.5-12.5% relatief valide, wel wat spreiding
Motorische testen
1. Flamingo evenwichtstest = Flamingo Balance (FBA) lichaamsevenwicht
(aantal) EVENWICHT
o 60s op 1 been (aantal pogingen)
2. Snel tikken met 1 hand = Plate Tapping (PLT) snelheid ledematen (sec)
SNELHEID/COÖRDINATIE
o 20 keer (tijd)
3. Zittend reiken = Sit and Reach (SAR) lenigheid (cm) LENIGHEID
4. Verspringen uit stand = Standing Broad Jump (SBJ) explosieve kracht
(cm) KRACHT/SNELHEID
5. Handknijpkracht = Hand Grip (HGR) statische kracht (kg) (STATISCHE)
KRACHT
6. Sit ups = Sit Ups (SUP) rompkracht (aantal) (ROMP)KRACHT
7. Hangen met gebogen armen = Bent Arm Hang (BAH) functionele kracht
(sec) KRACHT/UITHOUDI
8. Snelheid shuttle run = Shuttle run (SHR) snelheid en wendbaarheid
(sec) SNELHEID/COÖRDINATIE
Uithoudingstest
9. Uithouding shuttle run = Endurance Shuttle run (ESHR) aërobe
uithouding (min) UITHOUDING
o 20m
Profiel volgens leeftijd & geslacht
Aantal van deze testen vanuit UGENT geïntegreerd in Vlaamse
sportkompas (me andere testen) welke sporten er bij jou passen
, Testen niet per se ideale, maar bij veranderen ben je dataset kwijt
,Prestatiegerelateerde fitheid
Basisconcept sturen trainingsproces: trainingsadvies aan gelijk welke sporter
profiel sport optimaal laten overeenkomen met profiel sporter
individueel trainingsschema, maar bij zelfde sport vaak 85-90% gelijk, 10-15%
individueel
Biomechanisch/fysiologische profiel sport: wat heeft sporter nodig
Time/motion analysis: videobeelden
Fysiologische metingen op veld (HF, lactaat, VO2 …) : E-systemen,
belasting
Prestatiedeterminanten: determinanten nodig om te presteren
Fysiologisch profiel sporter: in welke mate prestatiedeterminanten reeds
aanwezig bij sporter
Labotesten & veldtesten: opstellen obv prestatiedeterminanten
! elke training die je registreert = meetmomenten, niet iedere keer
opnieuw testen
Voorbeeld voetbal
Biomechanische metingen: Time Motion Analysis (Camera) + GPS
Centrale middenvelder (meer 11-19km/u) vs aanvaller, flankspelers
(meer sprint)
Voetbal = intermittente sport (ook andere groepsporten): kort intensief,
lang minder intensief
o Anaeroob alactisch systeem: ADP + creatinefosfaat ATP (O2, lactaat,
snel/beperkt)
o Hoge VO2max is sterk gelinkt aan snel herstel creatinefosfaat (herstel
op aerobe manier)
Fysiologische metingen
Hartfrequentie: gemiddeld 170 net onder/op anaerobe drempel (max 25-
30J: 190)
o Hoe hoger anaerobe drempel, hoe meer afstand afgelegd op veld !
anaerobe drempel
Lactaat: moeilijk bruikbaar, veel variatie, concentratie sterk bepaald wat 4-
5min ervoor gedaan
, Profiel sport: obv biomechanische & fysiologische metingen
Intermittente activiteit
Korte intensieve inspanningen 1-7s
Langere periodes matige intensiteit
Positionele verschillen
Prestatiedeterminanten
Aerobe uithouding: VO2max, aerobe drempel, anaerobe drempel,
loopeconomie
Anaerobe prestatie: snelheid, wendbaarheid, sprongkracht
Labotesten en/of veldtesten profiel van de sporter
Profiel sporter
Specifieke testbatterij ifv prestatiedeterminanten
Antropometrie: lichaamssamenstelling
o Vetgehalte 7.8%: 95% tussen 5.3-10.3% (-/+2.5%) norm 11%, anders
nuchter duurlopen MAAR veel variatie mogelijk, iemand met 10% kan
meer vet hebben dan iemand met 11%
Maximale inspanningstest: stappenprotocol (elke 3’ + 2km/h) met lactaat,
HF, VO2
Aerobe uithouding
o VO2max, Vmax, aerobe & anaerobe drempel, loopeconomie: goed tov
gemiddelde
o In spiervezels glucose/glycogeen pyruvaat
Voor aerobe drempel: 50-60% vetbruik tot 11km/h
Aerobe drempel: pyruvaat opgenomen in mitochondriën (via aeroob
systeem = Krebscyclus verbranden) minder vet, meer KH
verbruiken
Anaerobe drempel: te veel aan pyruvaat niet meer in mitochondriën,
omgezet tot lactaat verzuren, lactaat blijft stijgen
Sprint- en spongtesten: 5m-10m-5x10m sprint, squat jump, counter
movement jump
Anaerobe prestatie (snelheid, wendbaarheid, kracht)
o Minder goed tov gemiddelde
Sterkte-zwakte analyse
😊aeroob, ☹anaeroob
Individueel fysiek trainingsprograma: werken sterke/zwakke kanten of combinatie
beste manier?
Voorbeeld wielrennen
Profiel sport: biomechanisch GPS, Power Meter Analyse
Prestatiedeterminanten
Afhankelijk type renner
o Vb. baanwielrennen zeer anaeroob, kunnen niet mee in gewone rit
o Weerstand: hoe lang nog volhouden in anaerobe drempel (in acidose)
fitheid
Algemene fitheid: mate waarin basiseigenschappen aanwezig zijn om in het
dagdagelijkse leven optimaal te functioneren zonder het optreden van
buitensporige vermoeidheid
Prestatiegerelateerde fitheid: mate waarin basiseigenschappen aanwezig zijn
waardoor het uitvoeren van een welomschreven taak op een bepaald ogenblik
mogelijk is (sport)
Gezondheidsgerelateerde fitheid: mate waarin basiseigenschappen aanwezig
zijn die beïnvloedbar zijn door fysieke activiteit en geassocieerd zijn met het
risico op gezondheidsproblemen
Fysieke fitheid: uithouding – evenwicht – lichaamsssamenstelling – kracht –
lenigheid – snelheid – coördinatie
Prestatiegerelateerd: 1 of meerdere
Gezondheidsgerelateerd: vooral uithouding, ook andere
Algemene fitheid
EUROFIT = gestandaardiseerde, gevalideerde testbatterij
Lichaamsmetingen
1. Lichaamsgewicht = Body weight lichaamsbouw (kg)
2. Lichaamslengte = Body length lichaamsbouw (m)
3. Huidplooimetingen (5) = Skin folds vetpercentage (%)
o 10% 95% tussen 7.5-12.5% relatief valide, wel wat spreiding
Motorische testen
1. Flamingo evenwichtstest = Flamingo Balance (FBA) lichaamsevenwicht
(aantal) EVENWICHT
o 60s op 1 been (aantal pogingen)
2. Snel tikken met 1 hand = Plate Tapping (PLT) snelheid ledematen (sec)
SNELHEID/COÖRDINATIE
o 20 keer (tijd)
3. Zittend reiken = Sit and Reach (SAR) lenigheid (cm) LENIGHEID
4. Verspringen uit stand = Standing Broad Jump (SBJ) explosieve kracht
(cm) KRACHT/SNELHEID
5. Handknijpkracht = Hand Grip (HGR) statische kracht (kg) (STATISCHE)
KRACHT
6. Sit ups = Sit Ups (SUP) rompkracht (aantal) (ROMP)KRACHT
7. Hangen met gebogen armen = Bent Arm Hang (BAH) functionele kracht
(sec) KRACHT/UITHOUDI
8. Snelheid shuttle run = Shuttle run (SHR) snelheid en wendbaarheid
(sec) SNELHEID/COÖRDINATIE
Uithoudingstest
9. Uithouding shuttle run = Endurance Shuttle run (ESHR) aërobe
uithouding (min) UITHOUDING
o 20m
Profiel volgens leeftijd & geslacht
Aantal van deze testen vanuit UGENT geïntegreerd in Vlaamse
sportkompas (me andere testen) welke sporten er bij jou passen
, Testen niet per se ideale, maar bij veranderen ben je dataset kwijt
,Prestatiegerelateerde fitheid
Basisconcept sturen trainingsproces: trainingsadvies aan gelijk welke sporter
profiel sport optimaal laten overeenkomen met profiel sporter
individueel trainingsschema, maar bij zelfde sport vaak 85-90% gelijk, 10-15%
individueel
Biomechanisch/fysiologische profiel sport: wat heeft sporter nodig
Time/motion analysis: videobeelden
Fysiologische metingen op veld (HF, lactaat, VO2 …) : E-systemen,
belasting
Prestatiedeterminanten: determinanten nodig om te presteren
Fysiologisch profiel sporter: in welke mate prestatiedeterminanten reeds
aanwezig bij sporter
Labotesten & veldtesten: opstellen obv prestatiedeterminanten
! elke training die je registreert = meetmomenten, niet iedere keer
opnieuw testen
Voorbeeld voetbal
Biomechanische metingen: Time Motion Analysis (Camera) + GPS
Centrale middenvelder (meer 11-19km/u) vs aanvaller, flankspelers
(meer sprint)
Voetbal = intermittente sport (ook andere groepsporten): kort intensief,
lang minder intensief
o Anaeroob alactisch systeem: ADP + creatinefosfaat ATP (O2, lactaat,
snel/beperkt)
o Hoge VO2max is sterk gelinkt aan snel herstel creatinefosfaat (herstel
op aerobe manier)
Fysiologische metingen
Hartfrequentie: gemiddeld 170 net onder/op anaerobe drempel (max 25-
30J: 190)
o Hoe hoger anaerobe drempel, hoe meer afstand afgelegd op veld !
anaerobe drempel
Lactaat: moeilijk bruikbaar, veel variatie, concentratie sterk bepaald wat 4-
5min ervoor gedaan
, Profiel sport: obv biomechanische & fysiologische metingen
Intermittente activiteit
Korte intensieve inspanningen 1-7s
Langere periodes matige intensiteit
Positionele verschillen
Prestatiedeterminanten
Aerobe uithouding: VO2max, aerobe drempel, anaerobe drempel,
loopeconomie
Anaerobe prestatie: snelheid, wendbaarheid, sprongkracht
Labotesten en/of veldtesten profiel van de sporter
Profiel sporter
Specifieke testbatterij ifv prestatiedeterminanten
Antropometrie: lichaamssamenstelling
o Vetgehalte 7.8%: 95% tussen 5.3-10.3% (-/+2.5%) norm 11%, anders
nuchter duurlopen MAAR veel variatie mogelijk, iemand met 10% kan
meer vet hebben dan iemand met 11%
Maximale inspanningstest: stappenprotocol (elke 3’ + 2km/h) met lactaat,
HF, VO2
Aerobe uithouding
o VO2max, Vmax, aerobe & anaerobe drempel, loopeconomie: goed tov
gemiddelde
o In spiervezels glucose/glycogeen pyruvaat
Voor aerobe drempel: 50-60% vetbruik tot 11km/h
Aerobe drempel: pyruvaat opgenomen in mitochondriën (via aeroob
systeem = Krebscyclus verbranden) minder vet, meer KH
verbruiken
Anaerobe drempel: te veel aan pyruvaat niet meer in mitochondriën,
omgezet tot lactaat verzuren, lactaat blijft stijgen
Sprint- en spongtesten: 5m-10m-5x10m sprint, squat jump, counter
movement jump
Anaerobe prestatie (snelheid, wendbaarheid, kracht)
o Minder goed tov gemiddelde
Sterkte-zwakte analyse
😊aeroob, ☹anaeroob
Individueel fysiek trainingsprograma: werken sterke/zwakke kanten of combinatie
beste manier?
Voorbeeld wielrennen
Profiel sport: biomechanisch GPS, Power Meter Analyse
Prestatiedeterminanten
Afhankelijk type renner
o Vb. baanwielrennen zeer anaeroob, kunnen niet mee in gewone rit
o Weerstand: hoe lang nog volhouden in anaerobe drempel (in acidose)