BASISCHEMIE
HOOFDSTUK 5: CHEMISCH REKENEN
1. voorstelling van een reactievergelijking
A+B -> C+D
uitgangstoffen reactieproducten
reagentia eindproducten
reagerende stoffen gevormde stoffen
Aggregatietoestand
s = solid = vast
l = liquid = vloeibaar
g = gas
aq = aqua = waterige oplossing
Reactieomstandigheden
- temperatuur
- druk
- katalysator
uitbalanceren
2. kwantitatieve eigenschappen van een chemische reactie
hoeveelheid stof = mol (n)
1 mol = 6,02 * 1023 deeltjes = getal van Avogadro (NA)
m N
n= =
M NA
molmassa (M)
= de massa van 1 mol deeltjes
= atoommassa PSE
molair volume (Vm)
= het volume ingenomen door 1 mol deeltjes
bij normomstandigheden = 22,4 L/mol
v
n=
vm
gaswet (zie formularium)
p ⋅ V =n ⋅ R ⋅T
massapercentage (m/m%)
volumepercentage (V/V%)
molaire concentratie of molariteit (M)
, massaconcentratie (cm)
massadichtheid (p)
ppm: parts per million = deeltjes per miljoen = ug van een stof per 1g van het mengsel (10 -6)
ppb: parts per billion = deeltjes per biljoen = ng van een stof per 1g van het mengsel (10 -9)
3. stoichiometrie
= de verhouding waarin reagentia met elkaar reageren en verhoudingen tussen de reagentia
en de reactieproducten
voorbeeld
2 Al + 3 H2SO4 -> Al(SO4)3 + 3 H2
stoichiometrische factor = 3/2 (coëfficiënten tellen)
HOOFDSTUK 6: SNELHEID CHEMISCHE REACTIES
1. reactiesnelheid (VR)
= de verandering in concentratie van één van de stoffen die bij de reactie betrokken is [ Δ …¿
per tijdseenheid ( Δt ¿
2. botsingsmodel
effectieve botsingen als:
- voldoende krachtig zijn (Ekin moet groot genoeg zijn)
- gebeuren met de juiste oriëntatie
3. factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden
a. concentratie
hoe hoger de concentratie, hoe meer deeltjes, hoe meer effectieve botsingen, hoe hoger V R
bij gasmengsels door drukverhoging
b. verdelingsgraad
hoe groter het oppervlak, hoe meer botsingen er kunnen plaatsvinden, hoe hoger V R
HOOFDSTUK 5: CHEMISCH REKENEN
1. voorstelling van een reactievergelijking
A+B -> C+D
uitgangstoffen reactieproducten
reagentia eindproducten
reagerende stoffen gevormde stoffen
Aggregatietoestand
s = solid = vast
l = liquid = vloeibaar
g = gas
aq = aqua = waterige oplossing
Reactieomstandigheden
- temperatuur
- druk
- katalysator
uitbalanceren
2. kwantitatieve eigenschappen van een chemische reactie
hoeveelheid stof = mol (n)
1 mol = 6,02 * 1023 deeltjes = getal van Avogadro (NA)
m N
n= =
M NA
molmassa (M)
= de massa van 1 mol deeltjes
= atoommassa PSE
molair volume (Vm)
= het volume ingenomen door 1 mol deeltjes
bij normomstandigheden = 22,4 L/mol
v
n=
vm
gaswet (zie formularium)
p ⋅ V =n ⋅ R ⋅T
massapercentage (m/m%)
volumepercentage (V/V%)
molaire concentratie of molariteit (M)
, massaconcentratie (cm)
massadichtheid (p)
ppm: parts per million = deeltjes per miljoen = ug van een stof per 1g van het mengsel (10 -6)
ppb: parts per billion = deeltjes per biljoen = ng van een stof per 1g van het mengsel (10 -9)
3. stoichiometrie
= de verhouding waarin reagentia met elkaar reageren en verhoudingen tussen de reagentia
en de reactieproducten
voorbeeld
2 Al + 3 H2SO4 -> Al(SO4)3 + 3 H2
stoichiometrische factor = 3/2 (coëfficiënten tellen)
HOOFDSTUK 6: SNELHEID CHEMISCHE REACTIES
1. reactiesnelheid (VR)
= de verandering in concentratie van één van de stoffen die bij de reactie betrokken is [ Δ …¿
per tijdseenheid ( Δt ¿
2. botsingsmodel
effectieve botsingen als:
- voldoende krachtig zijn (Ekin moet groot genoeg zijn)
- gebeuren met de juiste oriëntatie
3. factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden
a. concentratie
hoe hoger de concentratie, hoe meer deeltjes, hoe meer effectieve botsingen, hoe hoger V R
bij gasmengsels door drukverhoging
b. verdelingsgraad
hoe groter het oppervlak, hoe meer botsingen er kunnen plaatsvinden, hoe hoger V R