Week 1
A.
Onderwijs = geïnstitutionaliseerde en geprofessionaliseerde socialisatie
- Geïnstitutionaliseerd = in instellingen, gebonden aan wetten en (ongeschreven) regels
- Geprofessionaliseerd = door daartoe opgeleide mensen
- Socialisatie = inleiding in de cultuur, voorbereiding op te vervullen rol
- Gaat over de inhoud van het onderwijs
Onderwijskunde: meer focus op de praktijk
- Hele brede definitie
● Een wetenschap die gaat over het leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs en
bedrijfsleven en wil beschrijven, begrijpen en verklaren
● Gaat over leren en instructie
● Grote variatie aan formele en informele contexten
Onderwijswetenschappen: focus op wetenschappelijke kennis
- Ontwerpen van een leeromgeving
- Verschillen in:
- Setting
- Formeel vs informeel
- In een lokaal vs uitleg in een dierentuin
- Doelgroep
- Basisschoolkinderen, studenten, in het werkleven
- Context
- Inrichting klaslokaal
Hattie (Australische wetenschapper): meta-analyses samenvatten
Verschillende niveaus:
● Macroniveau
○ Samenleving en landelijk beleid
● Mesoniveau
○ School (organisaties)
● Microniveau
○ Klas (leraren, leerlingen in de klas)
Dimensies op elk niveau:
● Actoren
○ = individuen of organisaties die betrokken zijn of invloed hebben op een bepaald
proces
● Context
, ● Begeleiding
● Organisatie
● Leeractiviteiten
● Visie/perspectief op concrete situatie m.b.t. leren en instructie verschilt per niveau
● Ieder niveau kent zijn eigen vragen
- Voorbeeld: commerciële examentraining
- Elke niveau heeft eigen pro’s en cons bij de casus
Onderwijs op macroniveau
Wat zijn de functies van onderwijs?
Op welke terreinen kan de overheid beleid voeren?
- Eisen en plichten die overheid stelt aan onderwijs
,Functies van het onderwijs
● Kwalificatie
● Socialisatie
● Persoonvorming
● Differentiatie
Kwalificatie
● Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
- Relatie leggen met wat er later moet gebeuren ‘in het echt’ en met wat er nu in
het onderwijs wordt opgenomen
- Ontwikkelingen in arbeidsmarkt van groot belang voor inrichting en invulling onderwijs
- Trend: zelfregulerend vermogen en een leven lang leren
- Nadruk op basisvaardigheden
Beroepsonderwijs:
● Veel veranderingen doorstaan
● Decentralisatie en autonomie van MBO
● Betrokken bedrijfsleven (sociale partners)
● Beroepsprofielen
○ Beschreven competenties
○ Set kwalificaties: eindtermen
Socialisatie
● Inleiding in cultuur
● Het inleiden van tradities, culturen en praktijken & algemeen aanvaarde waarden en
normen
- Omgangsvormen
- Opvoedende taak
- Denominatie
- Aanduiding van bepaalde geloofsrichting of levensbeschouwelijke stroming
- Burgerschapsvorming
- Omgang met culturele diversiteit
Persoonsvorming
● Individualisering van de leerling
○ Ontwikkeling van identiteit en uniciteit leerling
Differentiatie
● Omgaan met verschillen
● Selecteren: toewijzen aan de verschillende onderwijsprogramma’s
● Alloceren: toewijzen aan sociale posities in de maatschappij
- Hoe goed worden leerlingen voorbereid op verschillende posities in de maatschappij?
, - Worden door het onderwijs de geschikte personen geselecteerd voor de verschillende
posities en arbeidsniveaus?
- Cruciale vraag: op welk punt in een schoolloopbaan moet je selecteren (differentiëren)?
B.
Week 2
A.
Op macroniveau: - onderwijsbeleid/overheid
- verschillen tussen groepen leerlingen
Waarom bemoeit de overheid zich met het onderwijs?
- Onderwijs zo belangrijk voor samenleving dat de overheid dit vorm moet geven
- Taken overheid voor onderwijs
- Kwalificatie
- Socialisatie
- Persoonsvorming
Kwalificatie: kennis en voorbereiding op de arbeidsmarkt
- Leerplichtig: 5-16 jr
- Kwalificatieplichtig: t/m 18 jr (uitzonderingen mogelijk, vb. praktijkonderwijs)
Socialisatie: goede burgers
Persoonsvorming: kritisch en weldenkend mens worden
Overheidsbemoeienis met onderwijs
3 niveaus:
1. Gemeentelijk
- Leerplicht, huisvesting scholen
2. Provinciaal
- Maatregelen m.b.t. krimp
- Vb. zorgen voor goed vervoer naar scholen
3. Landelijk
- Onderwijswetgeving, controle op functioneren van scholen, onderwijskwaliteit
- Inspectie van het onderwijs
Beleidsvoering om bepaalde doelen te bereiken (m.b.v. bepaalde middelen)
A.
Onderwijs = geïnstitutionaliseerde en geprofessionaliseerde socialisatie
- Geïnstitutionaliseerd = in instellingen, gebonden aan wetten en (ongeschreven) regels
- Geprofessionaliseerd = door daartoe opgeleide mensen
- Socialisatie = inleiding in de cultuur, voorbereiding op te vervullen rol
- Gaat over de inhoud van het onderwijs
Onderwijskunde: meer focus op de praktijk
- Hele brede definitie
● Een wetenschap die gaat over het leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs en
bedrijfsleven en wil beschrijven, begrijpen en verklaren
● Gaat over leren en instructie
● Grote variatie aan formele en informele contexten
Onderwijswetenschappen: focus op wetenschappelijke kennis
- Ontwerpen van een leeromgeving
- Verschillen in:
- Setting
- Formeel vs informeel
- In een lokaal vs uitleg in een dierentuin
- Doelgroep
- Basisschoolkinderen, studenten, in het werkleven
- Context
- Inrichting klaslokaal
Hattie (Australische wetenschapper): meta-analyses samenvatten
Verschillende niveaus:
● Macroniveau
○ Samenleving en landelijk beleid
● Mesoniveau
○ School (organisaties)
● Microniveau
○ Klas (leraren, leerlingen in de klas)
Dimensies op elk niveau:
● Actoren
○ = individuen of organisaties die betrokken zijn of invloed hebben op een bepaald
proces
● Context
, ● Begeleiding
● Organisatie
● Leeractiviteiten
● Visie/perspectief op concrete situatie m.b.t. leren en instructie verschilt per niveau
● Ieder niveau kent zijn eigen vragen
- Voorbeeld: commerciële examentraining
- Elke niveau heeft eigen pro’s en cons bij de casus
Onderwijs op macroniveau
Wat zijn de functies van onderwijs?
Op welke terreinen kan de overheid beleid voeren?
- Eisen en plichten die overheid stelt aan onderwijs
,Functies van het onderwijs
● Kwalificatie
● Socialisatie
● Persoonvorming
● Differentiatie
Kwalificatie
● Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
- Relatie leggen met wat er later moet gebeuren ‘in het echt’ en met wat er nu in
het onderwijs wordt opgenomen
- Ontwikkelingen in arbeidsmarkt van groot belang voor inrichting en invulling onderwijs
- Trend: zelfregulerend vermogen en een leven lang leren
- Nadruk op basisvaardigheden
Beroepsonderwijs:
● Veel veranderingen doorstaan
● Decentralisatie en autonomie van MBO
● Betrokken bedrijfsleven (sociale partners)
● Beroepsprofielen
○ Beschreven competenties
○ Set kwalificaties: eindtermen
Socialisatie
● Inleiding in cultuur
● Het inleiden van tradities, culturen en praktijken & algemeen aanvaarde waarden en
normen
- Omgangsvormen
- Opvoedende taak
- Denominatie
- Aanduiding van bepaalde geloofsrichting of levensbeschouwelijke stroming
- Burgerschapsvorming
- Omgang met culturele diversiteit
Persoonsvorming
● Individualisering van de leerling
○ Ontwikkeling van identiteit en uniciteit leerling
Differentiatie
● Omgaan met verschillen
● Selecteren: toewijzen aan de verschillende onderwijsprogramma’s
● Alloceren: toewijzen aan sociale posities in de maatschappij
- Hoe goed worden leerlingen voorbereid op verschillende posities in de maatschappij?
, - Worden door het onderwijs de geschikte personen geselecteerd voor de verschillende
posities en arbeidsniveaus?
- Cruciale vraag: op welk punt in een schoolloopbaan moet je selecteren (differentiëren)?
B.
Week 2
A.
Op macroniveau: - onderwijsbeleid/overheid
- verschillen tussen groepen leerlingen
Waarom bemoeit de overheid zich met het onderwijs?
- Onderwijs zo belangrijk voor samenleving dat de overheid dit vorm moet geven
- Taken overheid voor onderwijs
- Kwalificatie
- Socialisatie
- Persoonsvorming
Kwalificatie: kennis en voorbereiding op de arbeidsmarkt
- Leerplichtig: 5-16 jr
- Kwalificatieplichtig: t/m 18 jr (uitzonderingen mogelijk, vb. praktijkonderwijs)
Socialisatie: goede burgers
Persoonsvorming: kritisch en weldenkend mens worden
Overheidsbemoeienis met onderwijs
3 niveaus:
1. Gemeentelijk
- Leerplicht, huisvesting scholen
2. Provinciaal
- Maatregelen m.b.t. krimp
- Vb. zorgen voor goed vervoer naar scholen
3. Landelijk
- Onderwijswetgeving, controle op functioneren van scholen, onderwijskwaliteit
- Inspectie van het onderwijs
Beleidsvoering om bepaalde doelen te bereiken (m.b.v. bepaalde middelen)