Verdieping Financial
Accounting
Accountancy
Hogeschool Rotterdam
, Hoofdstuk 10 Resultatenrekening
10.1 Keuzemogelijkheden bij de opstelling van de jaarrekening
Tussen de balans en de resultatenrekening is een verband; wanneer de balans is
vastgesteld is daarmee ook de resultatenrekening vastgesteld. Dit blijkt uit de definities
van baten en lasten: baten zijn vermeerderingen van het economisch potentieel
gedurende de verslagperiode in de vorm van instroom van nieuwe of verhoging van de
bestaande activa, dan wel vermindering van het vreemd vermogen of uitmondend een
toename in het eigen vermogen. Lasten zijn verminderingen van het potentieel
gedurende de verslagperiode in de vorm van uitstroom of uitputting van activa, dan wel
het ontstaan van vreemd vermogen of uitmondend een afname van het eigen vermogen.
De IASB heeft voor de rubricering van de balansposten slechts een beperkt aantal
voorschriften gehanteerd. Dit geldt ook voor de resultatenrekening: er wordt alleen een
opsomming van een aantal posten gegeven die in ieder geval moeten worden
opgenomen, terwijl daarbij de kosten moeten woeden gesplitst naar kostensoorten,
zoals grondstofkosten of loonkosten. De RJ kent geen zelfstandige rubricering, maar
steunt hiervoor geheel op die zoals vastgelegd in de Nederlandse wet. Hierin komt het
Besluit modellen jaarrekening voor: vier modellen (E, F, I, J) voor de resultatenrekening.
De modellen E en I gaan volgens kostensoorten en de modellen F en J naar
bedrijfsfuncties. De onderneming kan kiezen uit de modellen E en F, tenzij er sprake is
van een kleine onderneming; deze kan dan kiezen uit modellen I en J, omdat deze
modellen minder vergaande specificaties vereist.
10.2 Categorisch versus functioneel
In de onderstaande tabel geven we een indeling van een categorische
resultatenrekening weer, die past binnen zowel de voorschriften van de IASB als de
Nederlandse verslaggevingsvoorschriften.
Accounting
Accountancy
Hogeschool Rotterdam
, Hoofdstuk 10 Resultatenrekening
10.1 Keuzemogelijkheden bij de opstelling van de jaarrekening
Tussen de balans en de resultatenrekening is een verband; wanneer de balans is
vastgesteld is daarmee ook de resultatenrekening vastgesteld. Dit blijkt uit de definities
van baten en lasten: baten zijn vermeerderingen van het economisch potentieel
gedurende de verslagperiode in de vorm van instroom van nieuwe of verhoging van de
bestaande activa, dan wel vermindering van het vreemd vermogen of uitmondend een
toename in het eigen vermogen. Lasten zijn verminderingen van het potentieel
gedurende de verslagperiode in de vorm van uitstroom of uitputting van activa, dan wel
het ontstaan van vreemd vermogen of uitmondend een afname van het eigen vermogen.
De IASB heeft voor de rubricering van de balansposten slechts een beperkt aantal
voorschriften gehanteerd. Dit geldt ook voor de resultatenrekening: er wordt alleen een
opsomming van een aantal posten gegeven die in ieder geval moeten worden
opgenomen, terwijl daarbij de kosten moeten woeden gesplitst naar kostensoorten,
zoals grondstofkosten of loonkosten. De RJ kent geen zelfstandige rubricering, maar
steunt hiervoor geheel op die zoals vastgelegd in de Nederlandse wet. Hierin komt het
Besluit modellen jaarrekening voor: vier modellen (E, F, I, J) voor de resultatenrekening.
De modellen E en I gaan volgens kostensoorten en de modellen F en J naar
bedrijfsfuncties. De onderneming kan kiezen uit de modellen E en F, tenzij er sprake is
van een kleine onderneming; deze kan dan kiezen uit modellen I en J, omdat deze
modellen minder vergaande specificaties vereist.
10.2 Categorisch versus functioneel
In de onderstaande tabel geven we een indeling van een categorische
resultatenrekening weer, die past binnen zowel de voorschriften van de IASB als de
Nederlandse verslaggevingsvoorschriften.