CONFLICTOPLOSSING
M. Piers en K. Bollen
2024 - 2025
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Wat is ACO?...............................................................................2
1. Inleiding...................................................................................................................... 2
2. Indeling....................................................................................................................... 3
3. Belang voor masterstudenten rechten........................................................................5
Hoofdstuk 2. Tussenpartijdige ACO.................................................................7
1. Psychologische component......................................................................................... 7
1.1 Wat is een conflict en wat doet het met mensen?.................................................8
1.2 Constructieve communicatie: van competitie naar coöperatie............................11
1.3 Bemiddelende interventies en onderhandelen....................................................19
2. Juridische component............................................................................................... 25
2.1 Bemiddeling........................................................................................................ 25
2.2 Collaboratief onderhandelen...............................................................................34
2.3 Verzoening (door een rechter).............................................................................38
3. Conclusie.................................................................................................................. 42
Hoofdstuk 3. Bovenpartijdige ACO................................................................44
1. Arbitrage................................................................................................................... 44
1.1 Wat is het?........................................................................................................... 44
1.2 Complex juridisch raamwerk...............................................................................45
1.3 Bouwstenen......................................................................................................... 46
1.4 Verloop................................................................................................................ 52
1.5 Wat na de arbitrage?........................................................................................... 54
2. Bindende derdenbeslissing.......................................................................................55
2.1 Wat is het?........................................................................................................... 55
2.2 Bouwstenen......................................................................................................... 56
2.3 Juridisch raamwerk.............................................................................................. 57
2.4 Verschil met arbitrage......................................................................................... 57
3. Wat nu met hybride vormen?....................................................................................58
3.1 Wat is het?........................................................................................................... 58
3.2 Hete hangijzers................................................................................................... 62
3.3 Evaluatie............................................................................................................. 65
Hoofdstuk 4. Extra.......................................................................................65
1. Oefencasus............................................................................................................... 65
2. Boostersessie: bespreking examen vorig jaar...........................................................69
1
,Hoofdstuk 1. Wat is ACO?
Examen (80%)
Psychologisch deel: meerkeuzevragen
Juridisch deel: open vragen en casussen
Werkstuk (20%)
Indienen voor 11 december
1. Inleiding
Alternatieve Conflict Oplossing
1. Alternatieve
2. Conflict
3. Oplossing
Cfr. ADR
Alternatieve
Alternatief = anders dan klassiek (klassiek: het voeren v/e procedure voor de rechtbank)
Buiten de rechtbank? Wegens minder tijdrovend, kostelijk... => focus op de plaats
o ‘Out-of-court’ dispute resolution (bv. bemiddeling, arbitrage, bindende derdenbeslissing,
collaboratief onderhandelen)
Bemiddeling: partijen gaan weg v/d rechtbank en een niet-rechterlijke derde helpt
om het geschil op te lossen
Arbitrage: neutrale derde persoon neemt dezelfde taak op als de rechter maar doet
dit buiten de rechtbank en mogen geen rechter zijn
Bindende derdenbeslissing: neutrale derde persoon gaat op vraag v/d partijen en
binnen een contractueel kader uitspraak doen over juridisch/ feitelijk geschil
Collaboratief onderhandelen: partijen vragen a/e derden (niet neutraal) om hem bij
te staan om volgens een bepaalde methode te onderhandelen
≠ bv. minnelijke schikking (verzoeningspoging die wordt gedaan door de rechter)
OF: anders dan door adversarieel strijdmodel?
o Wegens relatieduurzaamheid => focus op de methode waarmee het geschil opgelost
wordt (proberen gelijk te halen) (bv. bemiddeling, collaboratief onderhandelen, minnelijke
schikking, verzoening)
Bemiddeling: niet focussen op de standpunten, maar partijen moeten elkaars
behoeften/ belangen leren begrijpen
Collaboratief onderhandelen: partijen gaan onder begeleiding van advocaten
focussen op een constructieve methode
Minnelijke schikking: door de rechter, maar moeten meer en meer zoeken naar
belangen
Verzoening: ruimere term
o ≠ bv. arbitrage, bindende derdenbeslissing (focus op juridisch geschil/ standpunten)
2
, Betekent voor ons ‘Appropriate’ (gepaste geschiloplossing, kan ook de gerechtelijke procedure bevatten)
Appropriate versus Alternative Dispute Resolution
Aandacht voor noden van partijen, conflict en context = maatwerk
o Focus verschuift van wat de oplossing is naar voor wie en in welke context een
oplossing gezocht moet worden
= Vertrekpunt vak ACO (minus klassieke gerechtelijke procedure)
≈ Verwachting t.a.v. actoren van justitie
Conflict
Cruciaal concept: goed begrip leidt tot ‘appropriate’ oplossing
AConflictO vs. ADisputeR: belang terminologie?
o Conflict versus geschil (geschil: partijen betwisten hun rechten en verplichtingen; conflict =
veel ruimer, niet enkel juridisch, maar ook subjectief (te maken met het relationele aspect +
speelt een rol bij het ontstaan v/e conflict))
Onderscheid = belangrijk
Bovenpartijdige CO: de louter juridische geschillen oplossen
Tussenpartijdige CO: conflict oplossen
o Geen typisch juridisch concept. Daarom: psychologie!
o Tussenpartijdig versus bovenpartijdig?
Bestaand conflict
o Conflictoplossing en dus niet conflictpreventie (bv. Dispute Boards)
Oplossing
Brede term (cfr ADResolution)
o > meer dan enkel ‘beslechten’/ oplossing opleggen (door derde)
= focus procesrecht
o > meer dan ‘onderhandelen en bemiddelen’ (door partijen)
= focus (en titel) vroeger vak
2. Indeling
Tweedeling?
Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing
o Ook wel ‘niet-bindende’ of ‘consensuele’ ACO
Adversariële of bovenpartijdige conflictbeslechting
o Ook wel ‘bindende’ of ‘adjudicerende’ ACO
Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing (vb. bemiddeling, verzoening, minnelijke schikking,
collaboratief onderhandelen, (‘gewoon’ onderhandelen))
Beslissingsautonomie = partijen (partijen lossen het conflict zelf op + partijen zijn er niet door
gebonden, blijven autonomie behouden en kunnen enkel gebonden worden door iets waarmee ze
hebben ingestemd; conflict wordt opgelost waar het is ontstaan)
Objectief: win-win (tot een duurzame oplossing komen waarbij beide partijen allebei iets gewonne
hebben)
Het gehele conflict oplossen staat centraal (focus = subjectieve component: derde als
procesbeheerder moet heel veel kennis hebben van conflicttheorieën)
3