KBA: ganganalyse
1. Het klinische gebruik van geïnstrumenteerde ganganalyse
Inleiding
Gaan: meest cyclische beweging van alle bewegingen, is een zeer complexe beweging
veroorzaakt door een smalle steunbasis en een hoog zwaartepunt.
De beenmusculatuur zorgt voor twee zaken tijdens het gaan: ze zorgen voor voldoende
propulsie om het lichaam over zijn zwaartepunt heen te brengen en anderzijds moet het
lichaam in evenwicht gehouden worden. Rechtop lopen gebeurd door kracht en neurale
controle. Het is een aangeleerde activiteit en geen aangeboren reflex.
Herhaling terminologie fases:
Doel IGA (geïnstrumenteerde ganganalyse): vaststellen welke stoornissen leiden tot
beperkingenafwijkingen tijdens het gaan. Dit is cruciaal bij neuromusculaire en
orthopedische aandoeningen.
Spasticiteit zijn problemen tijdens het bewegen, dit is een probleem dat enkel voorkomt
tijdens het bewegen omdat het onwillekeurige spierkrampen zijn.
Als kinesist is het belangrijk om de spieren te trainen zoals ze tijdens het stappen gebruikt
worden (open-gesloten keten, concentrische-excentrische, snelheid van uitvoering,
bi-articulariteit en AROM.) Alleen dan kan gangrevalidatie, een van de meest gestelde
therapiedoelen, succesvol zijn. Het is hier dat de objectieve analyse van het gangpatroon
een grote bijdrage kan leveren.
Maturatie van het gangpatroon
Het gangpatroon is een leerproces waarbij kinderen tussen 12 en 18 maanden zelf leren
stappen, de snelle ontwikkelingsfase in de eerste 6 maanden van het zelfstandig stappen
verloopt zeer snel. In deze fase veranderen de spatiotemporele en kinematische
gangkarakteristieken drastisch. De tweede fase is de trage maturatiefase. Hierbij zijn de
veranderingen minder drastisch en evolueert het gangpatroon geleidelijk naar een
volwassen patroon. Deze periode kan doorlopen tot 8 jaar.
De normale ontwikkeling van het gangpatroon wordt beïnvloed door de groei, de maturatie
van het CZS en de wandelervaring.
,Evolutie bij kinderen kan vergeleken worden met de eigen leeftijd of door normalisatie.
We kunnen kijken of het gaat om pathologie of (gebrek aan) maturatie. Bij kinderen is er
echter steeds een grote inter- en intra-subject variatie, naarmate het gangpatroon meer
matuur wordt zal deze variatie afnemen.
Spatiotemporele parameters
De analyse van het gaan bestaat allereerst uit het vergelijken van de duur van de
verschillende fasen en de afgelegde afstand ervan. De ruimte (spatio)- en tijd (temporele)
parameters geven voornamelijk informatie over de functionaliteit van het stappen.
Ruimteparameters zijn afhankelijk van de lichaamslengte. Om de invloed van
lichaamslengte weg te werken, zodat men personen van verschillende grootte met elkaar
kan vergelijken, worden de parameters genormaliseerd. Een andere mogelijkheid is de
parameters te vergelijken met normale data van dezelfde leeftijdscategorie.
Aangezien spatiotemporele parameters een grote correlatie vertonen met de groei van het
locomotorisch stelsel mag men deze parameters maar als matuur beschouwen eens
kinderen volledig volgroeid zijn.
Spatiale parameters
, Temporele parameters
Spatiotemporele parameters
1. Het klinische gebruik van geïnstrumenteerde ganganalyse
Inleiding
Gaan: meest cyclische beweging van alle bewegingen, is een zeer complexe beweging
veroorzaakt door een smalle steunbasis en een hoog zwaartepunt.
De beenmusculatuur zorgt voor twee zaken tijdens het gaan: ze zorgen voor voldoende
propulsie om het lichaam over zijn zwaartepunt heen te brengen en anderzijds moet het
lichaam in evenwicht gehouden worden. Rechtop lopen gebeurd door kracht en neurale
controle. Het is een aangeleerde activiteit en geen aangeboren reflex.
Herhaling terminologie fases:
Doel IGA (geïnstrumenteerde ganganalyse): vaststellen welke stoornissen leiden tot
beperkingenafwijkingen tijdens het gaan. Dit is cruciaal bij neuromusculaire en
orthopedische aandoeningen.
Spasticiteit zijn problemen tijdens het bewegen, dit is een probleem dat enkel voorkomt
tijdens het bewegen omdat het onwillekeurige spierkrampen zijn.
Als kinesist is het belangrijk om de spieren te trainen zoals ze tijdens het stappen gebruikt
worden (open-gesloten keten, concentrische-excentrische, snelheid van uitvoering,
bi-articulariteit en AROM.) Alleen dan kan gangrevalidatie, een van de meest gestelde
therapiedoelen, succesvol zijn. Het is hier dat de objectieve analyse van het gangpatroon
een grote bijdrage kan leveren.
Maturatie van het gangpatroon
Het gangpatroon is een leerproces waarbij kinderen tussen 12 en 18 maanden zelf leren
stappen, de snelle ontwikkelingsfase in de eerste 6 maanden van het zelfstandig stappen
verloopt zeer snel. In deze fase veranderen de spatiotemporele en kinematische
gangkarakteristieken drastisch. De tweede fase is de trage maturatiefase. Hierbij zijn de
veranderingen minder drastisch en evolueert het gangpatroon geleidelijk naar een
volwassen patroon. Deze periode kan doorlopen tot 8 jaar.
De normale ontwikkeling van het gangpatroon wordt beïnvloed door de groei, de maturatie
van het CZS en de wandelervaring.
,Evolutie bij kinderen kan vergeleken worden met de eigen leeftijd of door normalisatie.
We kunnen kijken of het gaat om pathologie of (gebrek aan) maturatie. Bij kinderen is er
echter steeds een grote inter- en intra-subject variatie, naarmate het gangpatroon meer
matuur wordt zal deze variatie afnemen.
Spatiotemporele parameters
De analyse van het gaan bestaat allereerst uit het vergelijken van de duur van de
verschillende fasen en de afgelegde afstand ervan. De ruimte (spatio)- en tijd (temporele)
parameters geven voornamelijk informatie over de functionaliteit van het stappen.
Ruimteparameters zijn afhankelijk van de lichaamslengte. Om de invloed van
lichaamslengte weg te werken, zodat men personen van verschillende grootte met elkaar
kan vergelijken, worden de parameters genormaliseerd. Een andere mogelijkheid is de
parameters te vergelijken met normale data van dezelfde leeftijdscategorie.
Aangezien spatiotemporele parameters een grote correlatie vertonen met de groei van het
locomotorisch stelsel mag men deze parameters maar als matuur beschouwen eens
kinderen volledig volgroeid zijn.
Spatiale parameters
, Temporele parameters
Spatiotemporele parameters
