Geschiedenis Hoofdstuk 8 De wereld in de tijd van burgers en stoommachines
KA: 1. De industriele revolutie
2. de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme,
nationalisme en socialisme.
3. de voortschrijvende democratisering
4. de opkomst van emancipatiebewegingen: feminisme en confessionalisme
5. discussies over de sociale kwestie
6. het moderne imperialisme en de industrialisatie
8.1
-1811 gemaskerde mannen vallen fabrieken binnen en schreven dreigbrieven naar
fabriekseigenaren. Ze moesten ze hun machines weghalen, anders zouden ze
problemen krijgen. (leger van Ludd)
-1812 Ludd’s army slaat in Nottingham elke nacht toe. Autoriteiten stuurden soldaten
om ze tegen te houden maar dit leidden tot alleen maar meer geweld. Ook werden
opslagplaatsen van het leger bestolen.
- luddisme ging uit elkaar en ze werden opgepakt
- ze protesteerden tegen het verdwijnen van hun handwerk door machines. Ze
werden hierdoor werkloos en leefden in armoede.
- Industriële revolutie: omwenteling in productiemethoden, waarbij handarbeid
wordt vervangen door machines. Deze werden aangedreven door stroom en later
door gas of elektriciteit.
- 18e eeuw industrialisatie begint in Groot Brittannië en verspreid zich daarna over de
wereld. Deze begonnen in de textiel, eerst van hout en daarna van ijzer. Ze werden
opgewekt door steenkool.
- stoommachines zorgden ervoor dat alles sneller, grootschaliger en goedkoper kon
worden geproduceerd.
- Waarom Groot Brittannië? daar waren rijke ondernemers die winst wilden
maken, ze staken geld in machines en namen arbeiders in loondienst.
- agrarische revolutie: verbetering van de landbouwmethodes in de 18 e eeuw. zo
werd er meer voedsel verbouwd en daalde de hongersnood.
- transportrevolutie: ingrijpende verbetering van de vervoersmogelijkheden. Zo
bouwden de Engelsen kanalen en werd de stoommachine bedacht.
-1830 eerste spoorlijn tussen Manchester en Liverpool.
2E INDUSTRIELE REVOLUTIE
- tot 1850 vooral textiel, ijzer- en steenkoolindustrie belangrijk
- na 1850 vooral staalindustrie en chemische- en elektrotechnische industrie.
- ijzer werd vervangen door staal, dat taaier en soepeler was een daarom beter
geschikt voor de bouw van bruggen en gebouwen
- elektriciteit leidde tot verlichting van de straat, telefoon en gloeilampen
- 1892 Philips gloeilampenfabriek
- James Watt uitvinder van de stoommachine
- Bedrijven kregen laboratoria waarin wetenschappers werkten aan betere producten.
-1903 eerste geslaagde vlucht met een vliegtuig
- steeds meer mensen gingen werken in de industrie en het aantal landbouw werkers
werd lager. Mensen verhuizenden naar steden. London en New York werden grote
steden.
KA: 1. De industriele revolutie
2. de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme,
nationalisme en socialisme.
3. de voortschrijvende democratisering
4. de opkomst van emancipatiebewegingen: feminisme en confessionalisme
5. discussies over de sociale kwestie
6. het moderne imperialisme en de industrialisatie
8.1
-1811 gemaskerde mannen vallen fabrieken binnen en schreven dreigbrieven naar
fabriekseigenaren. Ze moesten ze hun machines weghalen, anders zouden ze
problemen krijgen. (leger van Ludd)
-1812 Ludd’s army slaat in Nottingham elke nacht toe. Autoriteiten stuurden soldaten
om ze tegen te houden maar dit leidden tot alleen maar meer geweld. Ook werden
opslagplaatsen van het leger bestolen.
- luddisme ging uit elkaar en ze werden opgepakt
- ze protesteerden tegen het verdwijnen van hun handwerk door machines. Ze
werden hierdoor werkloos en leefden in armoede.
- Industriële revolutie: omwenteling in productiemethoden, waarbij handarbeid
wordt vervangen door machines. Deze werden aangedreven door stroom en later
door gas of elektriciteit.
- 18e eeuw industrialisatie begint in Groot Brittannië en verspreid zich daarna over de
wereld. Deze begonnen in de textiel, eerst van hout en daarna van ijzer. Ze werden
opgewekt door steenkool.
- stoommachines zorgden ervoor dat alles sneller, grootschaliger en goedkoper kon
worden geproduceerd.
- Waarom Groot Brittannië? daar waren rijke ondernemers die winst wilden
maken, ze staken geld in machines en namen arbeiders in loondienst.
- agrarische revolutie: verbetering van de landbouwmethodes in de 18 e eeuw. zo
werd er meer voedsel verbouwd en daalde de hongersnood.
- transportrevolutie: ingrijpende verbetering van de vervoersmogelijkheden. Zo
bouwden de Engelsen kanalen en werd de stoommachine bedacht.
-1830 eerste spoorlijn tussen Manchester en Liverpool.
2E INDUSTRIELE REVOLUTIE
- tot 1850 vooral textiel, ijzer- en steenkoolindustrie belangrijk
- na 1850 vooral staalindustrie en chemische- en elektrotechnische industrie.
- ijzer werd vervangen door staal, dat taaier en soepeler was een daarom beter
geschikt voor de bouw van bruggen en gebouwen
- elektriciteit leidde tot verlichting van de straat, telefoon en gloeilampen
- 1892 Philips gloeilampenfabriek
- James Watt uitvinder van de stoommachine
- Bedrijven kregen laboratoria waarin wetenschappers werkten aan betere producten.
-1903 eerste geslaagde vlucht met een vliegtuig
- steeds meer mensen gingen werken in de industrie en het aantal landbouw werkers
werd lager. Mensen verhuizenden naar steden. London en New York werden grote
steden.
