MODULE 3
Module 3: De oudere
zorgvrager.
GENEESKUNDE – MODULE 3.
,De normale veroudering
- Benoemen wat de verschillende fysiologische en psychologische veranderingen zijn tijdens
het normale verouderingsproces
- Benoemen welke invloed de fysiologische en psychologische veranderingen hebben op de
gezondheid en welzijn van ouderen
- Uitleggen wat multimorbiditeit bij de oudere zorgvrager betekent
Geriatrie (BSL) Hoofdstuk 4 – fysieke veranderingen door het ouder worden (+ aantekeningen)
De levensverwachting/-duur die mensen hebben, wordt bepaald door onze genen, de leefomgeving
en de gewoonten die we erop nahouden.
De fysieke signalen waarmee veroudering zichtbaar wordt, zijn bijvoorbeeld de rimpels en grijze
haren. Biologische veranderingen door veroudering heeft ook gevolgen voor de inwendige
orgaanfuncties van de mens.
Fysiologische veranderingen:
Biologische veroudering:
- normale veroudering = een tijdafhankelijk biologisch proces dat, hoewel het niet een ziekte op
zichzelf betreft, functionele achteruitgang en risico voor ziekte en dood met zich meebrengt
- sterftekans in leeftijd 65-84 jaar bij mannen 1.5x groter dan bij vrouwen
- meer sterfte door kanker, COPD etc.
Fysiologische en psychologische veranderingen
Cardiovasculair:
- Weefsel wordt stugger pompkracht, slagvolume en prikkelgeleiding worden minder goed
grotere kans op thrombusvorming en lichaam wordt minder makkelijk van zuurstof voorzien
- Vaten worden stugger (door vermindering van glad spierweefsel en arteriosclerose)
complicaties bij doorbloeding van organen, baroreceptoren (voor bloeddrukregulatie) minder
effectief, autonome zenuwstelsel functioneert anders, bloeddrukschommelingen
- Bij ouderen kan bloeddruk in beide armen verschillen bij eerste meting aan beide armen doen
en daarna de hoogste waarde aanhouden.
- Vooral de systolische bloeddruk zal gedurende een mensenleven hoger worden, terwijl de
diastolische bloeddruk daalt.
Centraal zenuwstelsel:
- Kwaliteit van zenuwgeleiding omlaag door verminderde hoeveelheid neurotansmitters, afname
dikte myelineschede en neuronen omlaag
, - Vloeibare intelligentie: abstract denken/reflexen/cognitieve taken omlaag: geheugenproblemen,
planning en orde
- Uitgekristalliseerde intelligentie: kennis en vaardigheden die persoon gedurende het leven heeft
opgedaan en ontwikkeld. Reflectie en emotionele balans omhoog (limbisch systeem)
Longen:
- Door vermindering van de totale oppervlakte van het ademhalingsmembraan wordt diffusie
minder longen minder goed in staat zuurstof op te nemen.
- Ook neemt het aantal trilharen en de natuurlijke slijmvorming af doordat het bronchusepitheel
geleidelijk atrofieert kwetsbaarder voor luchtweginfecties
- Ook zal de spiermassa die nodig is om adem te halen aan kracht verliezen + door de houding van
ouderen (voorovergebogen) zorgt ervoor dat longen minder ver kunnen uitzetten
- Vermindering van capillairen rondom de alveoli minder effectieve uitwisseling van O2 & CO2
Bewegingsapparaat:
- Spieren: Productie groeihormonen nemen af spiermassa en -kracht nemen af ledematen
zien er dunner uit + bewegingen zien er minder snel en soepel uit valincidenten
- Botten: Botdichtheid neemt af botten worden brozer en breken gemakkelijker
- Kraakbeen: Degeneratie van het gewrichtskraakbeen gewrichten bewegen minder soepel
(osteoartrose). De tussenwervelschijven (disci intervertebrales) worden eveneens minder soepel
en verliezen hun veerkracht.
Huid:
- De epidermis (opperhuid) atrofieert: het aantal cellagen neemt af huid wordt dunner. + Door
verandering van de hormoonhuishouding verminderde aanmaak van talg drogere huid
- De dikte van de dermis (lederhuid) neemt af huid wordt droger, minder elastisch, dunner en
daardoor kwetsbaar + natuurlijke isolatielaag en stootkussenfunctie neemt af.
- Warmteregulatie minder efficiënt: minder zweten en vasodilatatie
- Door verkleuring van de cutane vascularisatie oogt de huid bleker.
- Hypo- en hyperpigmentatie kunnen ontstaan door invloeden van het zonlicht. De huidvlekken die
hierdoor ontstaan, worden lentiginen of levervlekken genoemd.
Zintuigen:
Door afname/atrofie van de zintuigcellen zal de kwaliteit van het zien, horen, proeven, ruiken en
tasten verminderen + minder traanvocht. Ook informatievoorziening van binnen het lichaam neemt
af.
Gastro-intestinaal:
- Hoewel de spieren van oesofagus en maag minder motiliteit vertonen, zal dit de voedselpassage
meestal niet belemmeren. Sommige ouderen voelen lichte druk achter het borstbeen als gevolg
van deze tragere passage. De maagontleding zal langer duren dan bij jongeren
- In de darmen kan er sprake zijn van verminderde absorptie als gevolg van een afgenomen
bloedtoevoer en verandering van de absorberende bekleding van de darm obstructie
, - Bloedtoevoer naar lever wordt verminderd door atrofie van de lever effect op manier waarop
lichaam zich van afvalstoffen zal ontdoen.
Urinewegen:
- Bloedtoevoer en filtercapaciteit van de nieren neemt af (door verkleining hoeveelheid en grootte
van nefronen) afvalproducten kunnen minder gemakkelijk worden uitgescheiden
- elasticiteit van de blaasspieren neemt af blaasinhoud kleiner incontinentie
- Bij mannen neemt grootte prostaat toe kan afvloed van urine belemmeren
- Kans op UWI vergroot
Hormoonstelsel:
- Afname productie groeihormoon en testosteron afname spiermassa hoger glucosegehalte
in het bloed eventueel diabetes type II
- Afname oestrogeen kleiner worden van ovaria en uterus
- Degeneratie van de cellen in de pancreas minder aanmaak insuline + lichaam reageert minder
op de insuline
Lymfatisch systeem:
- Lymfatisch systeem verliest effectiviteit.
- Veranderde verhouding tussen T- & B-cellen zou kunnen leiden tot een verminderde weerstand
tegen infectieziekten (nog niet bewezen)
Multimorbiditeit: Het tegelijkertijd voorkomen van ten minste 3 chronische aandoeningen bij een
persoon, over een periode van ten minste één jaar
Kwetsbaarheid: een proces van opeenstapeling van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in
het functioneren, dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen,
opname en overleiden).
- Lichamelijke kwetsbaarheid: Functiebeperkingen, minder zelfzorg
- Psychische kwetsbaarheid: depressie, dementie, persoonlijkheidsstoornissen
- Sociale kwetsbaarheid: sociaal economische status, woonsituatie, toegang tot zorg
Belangrijk om te voorkomen van cascade breakdown (een situatie waarin de ene aandoening
leidt tot een andere (grotere) aandoening
- Vaststellen van kwetsbaarheid lastig, niet 1 specifieke manier voor
- CGA: comprehensive geriatric assessment
o Multidisciplinair onderzoek
o Het CGA: o.a. aandacht voor: cognitie, mobiliteit en zelfredzaamheid
o Vier domeinen: somatisch, psychisch, sociaal en functioneel