Jeugd(beschermings)recht
Jeugdcriminologie
Inleidend college
Jeugdcriminaliteit als actueel en brandend vraagstuk
Voorbeeld 1: cijfers 2008 → 2009: waren extreem laag
Inbreuken wet leerplicht en wet jeugdbescherming → spijbelen en schenden voorwaarden (door
OM of JR opgelegd) bv. huisarrest → voorwaarden worden steekproefgewijs gecontroleerd door
de politie
Niet de dossier waarnaar we kijken bij jeugdcriminaliteit
Foute voorstelling van de feiten
Voorbeeld 2: “Camera-observatie, doelloos rondhangen is niet toegestaan, art. 2.18 …, …”
aanwezigheid jongeren, zonder per se voor overlast te zorgen
Voorbeeld 3: “Leuvense politie heeft al meteen handen vol met dronken studenten” / “Politie klaar
voor overlast studenten”
Historisch perspectief: professoren met politiemacht universiteit → studentengevangenis
‘onrust is van alle tijden’ - van Weringh (1978)
‘chronocentrisme’
Voorbeeld 4: rellen ‘’’Brusselse jongeren’’’ aan de kust
tot een nationaal probleem gebracht en politiek bediscucieerd
ook chronocentrisme
(Laat)moderne samenleving: fase moderniteit meer bewustwording risico’s die welvaart en welzijn
meebrengen (Beck)
Intollerant mogelijkheid risico’s, opereren vanuit samenleving vermijden risico’s
‘succesparadox’ = veilige en gezonde samenleving, maar steeds intolleranter voor laatste deel
onveiligheid en ongezondheid
verzorging → veiligheidsstaat = …
gelijkaardige evolutie binnen jeugddelinquentie
post-crime naar pre-crime = inbreuk is de start van een proces → preventief ingrijpen
rechtstaat is nog altijd voornamelijk gebouwd op post-crime
bv. terrorismebestrijding
Voorbeeld 1: samenscholingsverbod
Enkel voor jongeren die al gelijkaardige feiten hebben gepleegd
Voorbeeld 2: nakijken strafblad voor zedenfeiten bij vrijwilligerswerk
Jeugdcriminologie en Jeugd(beschermings)recht 1
, preventief, pre-crime
Voorbeeld 3: kledingsvoorschriften Blankenberge: geen badkleding in stad
gemeentereglement is voor materiële overlast, hier twijfelachtig, ant bepalen morele openbare
orde
‘Controlecultuur’ (Garland)
Morele paniek, incidentencultuur
Voeden van populaire mythen jeugdcriminaliteit
Niet eenduidig beeld, geen duidelijke antwoorden kunnen geven
Jeugdcriminologie als wetenschap
Definitieprobleem: verruiming van studiedomein omdat maatschappelijke blik verruimt
niet enkel strafrechtelijke inbreuken
Nieuwe identiteit:
Nieuwe veiligheidsvraagstukken
Interdisciplinair
Eigen begrippenkader en theorieën
Kruispuntwetenschap = dialectiek tussen normatieve- en gedragswetsnchappen
Bewaken fundamenteel democratische principes
Verzelfstandiging subdiscipline
Invulling groepen (’jongere’) fundamenteel veranderd
Jongeren in Vlaanderen
‘De jeugd’ in historisch perspectief en als sociologische realiteit
‘De jeugd van tegenwoordig’ begrip altijd bestaan op vergelijkbare wijze
Chronocentrisme
Messteken stijging in NL en VK, hier geen onderscheiding gemaakt in statistieken
Denken over jeugd en kindzijn hangt samen met historische socio-culturele contexten
Premoderniteit
erkenning eigenheid kinderen en jongeren
perceptie puberteit als moeilijke en turbulente periode
geen ruimte voor ‘aparte’ levensfase
Moderniteit (18-19e eeuw)
industrialisering
langzaam verandering houding tav kinderen
ontwikkeling apart ‘jeugdland’ door maatschappelijke evoluties (verstedelijking, onderwijs,
uitbreiding periode leerplicht, afschaffing kinderarbeid …)
Eind 19e - begin 20e eeuw
Jeugdcriminologie en Jeugd(beschermings)recht 2
, adolescentie als afgebakende levensperiode tussen kindertijd en volwassenheid
vrij recent fenomeen in de Westerse samenleving
20e eeuw (vooral na WOII)
institutionalisering jeugdfase door:
verlenging schooltijd/leerplicht, democratisering onderwijs
individualisering, detraditionalisering …
opkomst jeugdsubculturen
ontdekking ‘jonge consument’ (opkomst economische markt)
groei in besteedbare vrije tijd, belangrijke rol peergroup
adolescentie/jeugd ontwikkelt zich steeds meer tot zelfstandige en duidelijk afgebakende
levensfase
→ Erkenning aparte levensfase → onderzoeksmatig aandacht → gedragingen definiëren en
problematiserern
Wetenschappelijk onderzoek naar ‘jeugd’
Twee benaderingen
adolescentiepsychologie (focus op persoonlijkheidsontwikkeling)
jeugdsociologie (focus op jeugd als maatschappelijke categorie)
Bij beide benaderingen
jeugd als periode van ‘storm en stress’
bezorgdheid over jeugd als sociale groep centraal
Dominant medisch/sociaal-psychologische kijk (vanuit ontwikkelingsperspectief, later pas
sociologisch)
focus op ‘normale kind’ / normale ontwikkeling
preoccupatie met transgressie van norm/normale
deze cursus ‘het afwijkende kind’ op KUL
Ellen Key (1900)
start onderzoekstraditie
20e eeuw = eeuw van het kind
ontstaan specialisaties op jeugdfase
Granville Stanley Hall (1904)
evolutie-theoretische kijk opvoeding
3 grote fasen:
kindzijn: ‘animal-like primitivism’
adolescentie: ‘savagery’
volwassenheid: ‘civilisation’
Jeugdcriminologie en Jeugd(beschermings)recht 3
, Gebrek aan aandacht voor context
Verandering omstandigheden
perspectief jongeren zelf
Probleemgerichte benadering in maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke discours
(dualiteit in kijken naar kinderen)
maatschappelijke tendensen
youth as risk
bijsturen als afwijken van norm
evolutie van ‘eeuw van het kind’ naar ‘eeuw van het risicokind’
Verschillende benaderingen van ‘de jeugd’ als afzonderlijke fase
biologisch-psychologisch-sociologisch
juridisch
toekennen rechten en (groeiende) verantwoordelijkheden
kinderrechtenkader (o.a. Kinderrechtencommissariaat)
bv. minimumleeftijd van criminele verantwoordelijkheid → 2 10-jarige Engelse
ontvoerders en moordenaars van 2-jarig kind
bv. stemrecht
Belang van criminologische bril in jeugdonderzoek
interdisciplinair karakter (juridisch en sociaal-wetenschappelijk)
kritische ‘kruispuntwetenschap’
sociaal-ethische en juridische overwegingen
Rechten en plichten van jongeren
Juridische vs sociologische realiteit
minder harde afbakening van jeugd
minder duidelijke grenzen
geleidelijke overgang van jeugd naar volwassenheid via doorlopen van aantal sociale
transities:
van studie naar werk
van afhankelijkheid van ouders naar financiële onafhankelijkheid
van wonen bij ouders naar eigen woonst
relaties, huwen en kinderen
‘moratorium van de jeugd’
De jeugd als sociologische realiteit
Jongeren in de 21e eeuw: tendens tot uitstel van transities
‘moratoruim van de jeugd’
Jeugdcriminologie en Jeugd(beschermings)recht 4