Reflectie en ethiek: UMC Utrecht - C2West: Interne geneeskunde en geriatrie
Tom Buster
1841374
Inleverdatum:
Docent:
Mentoren:
Onderdeel A: Reflectie..........................................................................................................................3
1
, 1. Beschrijving van de situatie..........................................................................................................3
2. Betekenis geven............................................................................................................................5
3. Onderzoeken.................................................................................................................................5
4. Alternatieven formuleren..............................................................................................................7
5. Verandering..................................................................................................................................8
Onderdeel B: Ethiek..............................................................................................................................9
1. Oriëntatie......................................................................................................................................9
Betekenis ethiek...........................................................................................................................9
Achtergrond en overtuigingen...................................................................................................10
In de zorg...................................................................................................................................11
Beschrijving moreel probleem...................................................................................................12
2. Analyse.......................................................................................................................................14
Perspectieven van de betrokkenen.............................................................................................14
Argumentatie.............................................................................................................................15
3. Conclusie....................................................................................................................................19
Reflectie....................................................................................................................................22
Literatuur.............................................................................................................................................24
Bijlagen...............................................................................................................................................25
Bijlage 1: Een tweede uitgewerkt reflectieverslag..........................................................................25
Bijlage 2: Peerreview......................................................................................................................25
2
, Onderdeel A: Reflectie
1. Beschrijving van de situatie
De situatie was een gesprek met een vrouwelijke patiënt met in haar voorgeschiedenis
een diagnose van een HIV-infectie. De HIV-infectie was inmiddels onder controle door
gebruik van medicatie, haar huidige opname was dan ook door een ander probleem, een
pneumonie. Ik was verantwoordelijk voor de patiënt tijdens deze dienst en ik raakte in
gesprek met haar net na opname. Dit gesprek begon met een welkom op de afdeling waarna
mevrouw op eigen initiatief begon te spreken over de manier hoe zij haar HIV-infectie had
opgelopen.
Het gesprek met deze mevrouw begon toen ik haar welkom heette op de afdeling en daarbij
benodigde informatie met haar deelde, zoals het gebruik van de bel en bezoektijden. Tijdens
dit gesprek stelde ik ook vragen over hoe het nu met haar ging, en of ze lang had moeten
wachten op de spoedeisende hulp (SEH). Mijn bedoeling hiermee was om, ten eerste,
mevrouw welkom te laten voelen en een gevoel van vertrouwen over te brengen en ten
tweede om al enkele vragen uit de anamnese beantwoord te hebben. Mevrouw ging vlot mee
in het gesprek en gaf lange uitgebreide antwoorden op mijn vragen. Ik interpreteerde dit als
dat mevrouw zich veilig voelde in het gesprek. Omdat mevrouw zich veilig voelde durfde ik
door te vragen met meer emotionele vragen, zoals dat ik vroeg waar mevrouw zich op dit
moment het meeste zorgen om maakte.
Ik stelde de vraag waar mevrouw zich het meeste zorgen over maakte op dit moment. Hierop
reageerde mevrouw met dat ze zich niet snel zorgen maakt omdat ze probeert rustig te blijven
onder wat haar allemaal gebeurt: ‘Ik laat het allemaal maar over me heen komen, ik hoop
alleen dat ik snel weer gezond wordt om weer naar huis te kunnen gaan’. Mevrouw vertelde
dit op een rustige manier en voor mij voelde het dan ook dat mevrouw dit meende.
In het verdere gesprek hadden we het wat over de familie van mevrouw en hoe haar kinderen
wel vaak bij haar langskomen. In dit gesprek over haar familie ging mevrouw, zonder dat ik
hier naar had gevraagd, over naar spreken over haar partner in het verleden. Aangezien
mevrouw hier spontaan over begon, vroeg ik hier op verder omdat ik dacht dat mevrouw daar
behoefte aan had. Op dat moment maakte ik deze keuze niet bewust, maar ging ik er
natuurlijk in mee. Op dit moment voelde het gesprek voor mij nog comfortabeler aan. Ik
vond het prettig dat mevrouw, naar mijn idee, de ruimte voelde om openlijk en uitgebreid te
spreken.
3
Tom Buster
1841374
Inleverdatum:
Docent:
Mentoren:
Onderdeel A: Reflectie..........................................................................................................................3
1
, 1. Beschrijving van de situatie..........................................................................................................3
2. Betekenis geven............................................................................................................................5
3. Onderzoeken.................................................................................................................................5
4. Alternatieven formuleren..............................................................................................................7
5. Verandering..................................................................................................................................8
Onderdeel B: Ethiek..............................................................................................................................9
1. Oriëntatie......................................................................................................................................9
Betekenis ethiek...........................................................................................................................9
Achtergrond en overtuigingen...................................................................................................10
In de zorg...................................................................................................................................11
Beschrijving moreel probleem...................................................................................................12
2. Analyse.......................................................................................................................................14
Perspectieven van de betrokkenen.............................................................................................14
Argumentatie.............................................................................................................................15
3. Conclusie....................................................................................................................................19
Reflectie....................................................................................................................................22
Literatuur.............................................................................................................................................24
Bijlagen...............................................................................................................................................25
Bijlage 1: Een tweede uitgewerkt reflectieverslag..........................................................................25
Bijlage 2: Peerreview......................................................................................................................25
2
, Onderdeel A: Reflectie
1. Beschrijving van de situatie
De situatie was een gesprek met een vrouwelijke patiënt met in haar voorgeschiedenis
een diagnose van een HIV-infectie. De HIV-infectie was inmiddels onder controle door
gebruik van medicatie, haar huidige opname was dan ook door een ander probleem, een
pneumonie. Ik was verantwoordelijk voor de patiënt tijdens deze dienst en ik raakte in
gesprek met haar net na opname. Dit gesprek begon met een welkom op de afdeling waarna
mevrouw op eigen initiatief begon te spreken over de manier hoe zij haar HIV-infectie had
opgelopen.
Het gesprek met deze mevrouw begon toen ik haar welkom heette op de afdeling en daarbij
benodigde informatie met haar deelde, zoals het gebruik van de bel en bezoektijden. Tijdens
dit gesprek stelde ik ook vragen over hoe het nu met haar ging, en of ze lang had moeten
wachten op de spoedeisende hulp (SEH). Mijn bedoeling hiermee was om, ten eerste,
mevrouw welkom te laten voelen en een gevoel van vertrouwen over te brengen en ten
tweede om al enkele vragen uit de anamnese beantwoord te hebben. Mevrouw ging vlot mee
in het gesprek en gaf lange uitgebreide antwoorden op mijn vragen. Ik interpreteerde dit als
dat mevrouw zich veilig voelde in het gesprek. Omdat mevrouw zich veilig voelde durfde ik
door te vragen met meer emotionele vragen, zoals dat ik vroeg waar mevrouw zich op dit
moment het meeste zorgen om maakte.
Ik stelde de vraag waar mevrouw zich het meeste zorgen over maakte op dit moment. Hierop
reageerde mevrouw met dat ze zich niet snel zorgen maakt omdat ze probeert rustig te blijven
onder wat haar allemaal gebeurt: ‘Ik laat het allemaal maar over me heen komen, ik hoop
alleen dat ik snel weer gezond wordt om weer naar huis te kunnen gaan’. Mevrouw vertelde
dit op een rustige manier en voor mij voelde het dan ook dat mevrouw dit meende.
In het verdere gesprek hadden we het wat over de familie van mevrouw en hoe haar kinderen
wel vaak bij haar langskomen. In dit gesprek over haar familie ging mevrouw, zonder dat ik
hier naar had gevraagd, over naar spreken over haar partner in het verleden. Aangezien
mevrouw hier spontaan over begon, vroeg ik hier op verder omdat ik dacht dat mevrouw daar
behoefte aan had. Op dat moment maakte ik deze keuze niet bewust, maar ging ik er
natuurlijk in mee. Op dit moment voelde het gesprek voor mij nog comfortabeler aan. Ik
vond het prettig dat mevrouw, naar mijn idee, de ruimte voelde om openlijk en uitgebreid te
spreken.
3
