100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Economie (praktische economie) VWO-atheneum 3 samenvatting hoofdstuk 1: schaarste en ruilen

Rating
4.0
(1)
Sold
9
Pages
5
Uploaded on
19-10-2019
Written in
2019/2020

Economie (praktische economie) VWO-atheneum 3 samenvatting hoofdstuk 1: schaarste en ruilen begrippenlijst

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 19, 2019
Number of pages
5
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting hoofdstuk 1: schaarste en ruilen
1.1 Voor niks gaat de zon op
Productiefactoren
1. Bij een bedrijf heb je productiefactoren nodig, dit zijn er 4:
Natuur, bv lucht, grond en regenwater
Arbeid, wordt geleverd door werknemers
Kapitaal, productiefactor die zelf produceert. Kapitaalgoederen horen hierbij zoals
machines en gereedschap
Ondernemerschap, de eigenaar van het bedrijf die de productiefactoren combineert om
goederen te kunnen produceren

Schaarse goederen en vrije goederen
1. Bedrijven produceren goederen (tastbaar product) en diensten (niet tastbaar(
2. Schaarse goederen: goederen waarbij productiefactoren nodig zijn om erover te kunnen
beschikken
3. Schaars dwingt tot het maken van keuzes, je kunt een product bv water maar 1 keer
gebruiken, je moet dus kiezen om te drinken of te wassen
4. Vrije goederen: producten waar geen productiefactoren voor nodig zijn, bv een regenbui

De behoeften van mensen
1. Mensen hebben bepaalde behoeftes zoals een mooie scooter. Vak economie bestudeerd hoe
mensen hun behoeftes bevredigen door schaarse goederen. Behoefte aan zonnig weer hoort
niet bij economie want het is geen schaars goed
2. Om behoeftes te voorzien zijn middelen nodig bv een inkomen
3. Behoeftes zijn altijd groter dan de middelen, dus moet je kiezen

Zelfvoorziening en consumeren
Om zo goed mogelijk aan behoeften te voorzien, zijn er 2 mogelijkheden
1. Zelfvoorziening. Je maakt zelf producten
2. Je wordt consument. Je koopt goederen en diensten. Een consument consumeert, hij koop
consumptiegoederen.
3. Goederen in een bedrijf(kapitaalgoederen) en consumptiegoederen kunnen hetzelfde
product zijn, bv een oven

Begrippen
Productiefactoren
Arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap
Natuur
Alles wat de natuur biedt voor de productie
Arbeid
Het werken en denken van mensen bij de productie
Kapitaal
Goederen die worden ingezet in een productieproces
Ondernemerschap
De productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal combineren bij de productie
Schaarse goederen
Goed waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden om het te verkrijgen
Vrij goed
Goederen die niet schaars zijn

, Behoeften
De wensen die mensen hebben
Economie
Het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften proberen te bevredigen door middel van
schaarse goederen
Middelen
Zaken waarmee de behoeften vervuld kunnen worden
Zelfvoorziening
Zelf producten maken
Consument
Iemand die goederen en diensten koopt
Consumptiegoederen
Goederen en diensten waarmee consumenten in hun behoeften voorzien

1.2. Kiezen is verliezen
Multi-inzetbaar
1. Veel productiefactoren zijn op verschillende manieren inzetbaar: alternatieve
aanwendbaarheid. Je moet afwegen wat je het belangrijkste vind
2. Iedereen maakt afwegingen. Je kunt van 100 euro 20 keer naar de MC, of 4
boeken kopen. Je kunt ook een tussenweg nemen: 10 keer naar de MC, en 2
boeken. Dit geef je weer in een budgetlijn.

Een begroting opstellen
1. Vaste lasten betaal je meestal 1 keer per maand of per jaar, abonnementen
2. Incidentele grote uitgaven doe je zelden, scooter
3. Dagelijkse uitgaven, komen vaak voor, supermarkt
4. Een hulpmiddel om een overzicht te krijgen van je uitgaven, is opstellen van een
begroting(budgetplan). Vergelijkt de toekomstige verwachte inkomsten met de uitgaven

Begrippen
Alternatieve aanwendbaarheid
Middelen kunnen op verschillende manieren ingezet worden
Budgetlijn
Een lijn die aangeeft welke mogelijkheden van besteding er zijn met een bepaald budget
Vaste lasten
Verplichte uitgaven die regelmatig terugkomen
Incidentele grote uitgaven
(grote) uitgaven die maar af en toe voorkomen
Dagelijkse uitgaven
Regelmatig terugkerende uitgaven die je van je huishoudgeld betaalt
Begroting(budgetplan)
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven

1.3. Van ruilen komt geen huilen
Ruilen zonder geld
Directe ruil: het ene product wordt tegen het andere geruild, komt tegenwoordig niet meer veel
voor. Nadelen:
1. Het kost veel tijd en moeite. Het is moeilijk om iemand te vinden die precies heeft wat jij wil,
en kwijtwil wat jij wil. Bij iedere ruil moet een ruilverhouding worden vastgesteld

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
5 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
JFMuijen RSG Lingecollege, locatie Heiligestraat
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
351
Member since
6 year
Number of followers
279
Documents
38
Last sold
2 months ago

3.9

70 reviews

5
20
4
31
3
14
2
1
1
4

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions