Thymus
Is een lymfoïde klier die zich achter het borstbeen
bevindt (craniaal t.o.v. het hart en tussen de longen).
Het orgaan is actief bij jonge kinderen, maar begint in
de puberteit te atrofiëren waarbij het weefsel vervangen
wordt door vet (onder invloed van hormonen). Het
immuunsysteem produceert namelijk de meeste T-
cellen tijdens de kinderjaren en heeft weinig nieuwe T-
cellen nodig na de puberteit. De thymus produceert
hormonen die de groei en differentiatie van de T-cel
voorlopercellen stimuleren.
De thymus kan worden onderverdeeld in twee lobben bestaand uit lobuli waarin een
cortex (epitheliale cellen en gros lymfocyten) en medulla. De lobuli worden
onderscheiden door een bindweefselkap.
, FYSIOLOGIE
Postpartum
De neonaat ondergaat verschillende fysiologische processen bij de overgang van
intra- naar extra uterien.
1. Pulmonaal
De foetale longvloeistof (vruchtwater) wordt tijdens de baring (m.n. tijdens weeën)
geklaard. Daarnaast vindt er onder invloed van adrenaline en vasopressine (ADH)
activatie van natrium kanalen aan de apicale zijde van alveolaire cellen plaats
waardoor het natrium evenwicht verschuift. Hierdoor verandert de osmotische gradiënt
waardoor de vloeistof wordt opgenomen.
Door stimulatie van perifere en centrale chemoreceptoren (hypoxie en hypercapnie),
tactiele (aanraking en geluid) en thermale stimulatie wordt de ademhaling opgang
gebracht.
Surfactant is een mengsel van fosfolipiden en
eiwitten die een laag vormen op het grensvlak tussen water en lucht waardoor
verlaging van oppervlaktespanning ontstaat en de alveoli niet collapsen na iedere
uitademing.
- Ontwikkeling van 24e week tot à terme leeftijd
2. Hemodynamisch
Na de geboorte ontstaat vasoconstrictie in verschillende embryonale vaten, dit verloopt
onder invloed van:
- Stijging PO2
o Ademhaling zorgt voor toename pO2 en afname pCO2
- Afname prostaglandinen
o Na geboorte daalt de productie drastisch (met name geproduceerd in
placenta)
- Neuronaal en hormonaal
o Sympathicus zorgt voor afgifte catecholaminen (adranline)
Door vasoconstrictie sluiten verschillende structuren en worden nieuwe gevormd.
Daarnaast zorgt mechanische verandering door ademhaling voor een toename
longvolume en drukveranderingen thorax waardoor de foramen ovale sluit
Oud Nieuw
Foramen ovale Fossa ovalis
Ductus arteriosus Ligamentum arteriosus
Ductus venosus Ligamentum venosum
Vena umbilicalis Ligamentum falciforme
Arteria umbilicalis Ligamentum umbilicale medianum
Arteria vesicualis superior
,
, 3. Hemoglobine
Na de geboorte vindt de verandering van foetale naar neonatale hemoglobine plaats.
De affiniteit van foetaal Hb voor zuurstof is hoger dan maternaal, hierdoor wordt
zuurstof gemakkelijker overgedragen. Tevens bevat de foetus zure metabolieten die
de pH van de moeder verlagen, waardoor de affiniteit voor zuurstof verder daalt.
- Foetaal hemoglobine (HbF): bestaat uit twee alfa- en gamma ketens (levensduur
60-90d)
- Volwassen hemoglobine (HbA): bestaat uit twee alfa- en beta ketens (levensduur
120d)
Bilirubine ontstaat bij de afbraak van rode bloedcellen (haem). Bilirubine wordt
gewoonlijk uitgescheiden in gal en faeces of verder gemetaboliseerd alvorens
uitscheiding in de urine plaatsvindt. Bij neonaten wordt er veel hemoglobine
afgebroken (hoge productie en kortere levensduur), vindt er mindere excretie plaats
(conjugatie systeem niet voltooid) en ontbreekt enterohepatische kringloop (geboorte
tot enkele weken/maanden nodig voor opgang te komen).