Samenvatting Morfologie en fysiologie van hogere planten H7

Assimilatie anorganische nutriënten H14
Nutriëntassimilatie: anorganische nutriënten  organische stoffen.
= vergt energie  gekoppeld aan lichtreacties.
– Stikstofmetabolisme: NO3- en NH3  aminozuren.
– Zwavelmetabolisme: SO42-  cysteïne, methionine.
– Fosformetabolisme: HPO42-  fosfolipiden, nucleotiden, ATP.
Stikstof in de omgeving
Stikstofassimilatie = van nitraat en ammonium naar aminozuren.
Atmosferische N2: drievoudige stabiele binding  veel energie nodig = planten nemen dit niet op.
 Bliksem: waterstof en zuurstofradicalen, reageren met elkaar + voldonde energie voor splitsing  HNO3.
 Fotochemische fixatie in hogere lagen van atmosfeer: ozon reageert met NO  HNO3 (salpeterzuur).
 Biologische stikstoffixatie via symbiose met bacteriën (90%)  NH3.
Cyclus:
Ammonium (opneembare vorm) in bodem:
 Mineralisatie = afbraak van dierlijke en
plantaardige materialen.
 Biologische stikstoffixatie.
 Industriële fixatie (aanmaak meststoffen).
Planten nemen ionen op voor groei =
competitie met micro-organismen.
Ammonium kan omgezet worden naar nitriet
 nitraat: gevoelig voor uitspoeling, kan ook
via atmosferische fixatie gevormd worden.