Samenvattingen ‘Bedrijfseconomie voor het hbo’
HOOFDSTUK 19 ACTIVITEIT EN RENTABILITEIT
Paragraaf 1 Inleiding:
Heel veel informatie is nodig om gezondheid van ondernemingen te beoordelen.
Leiding van de onderneming heeft alle wenselijke informatie, het management
wordt geïnformeerd door verhoudingsgetallen die kenmerkend zijn voor
financiële structuur. Deze verhoudingsgetallen liggen op terrein van activiteit,
rentabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit, productiviteit en beleggingen.
Buitenstaanders kunnen de onderneming alleen beoordelen aan de hand van de
verstrekte informatie door de onderneming, internet vergroot de toegankelijkheid
van bepaalde informatie. Door internet kun je ondernemingen ook goed
vergelijken met elkaar. Kamer van Koophandel en banken verzamelen
branchegegevens en bepalen het gemiddelde, hieraan kunnen bedrijven zich
spiegelen.
Paragraaf 2 Activiteitskengetallen:
Een onderneming verkoopt goederen of levert diensten en daarvoor moet
geïnvesteerd worden in vaste- en vlottende activa. Vermogenskosten zo laag
mogelijk te houden lukt door een klein mogelijke vermogensbehoefte. Bij het
beoordelen van de omvang en de samenstelling van activa hanteert de
ondernemer een aantal activiteitskengetallen. Hiermee kun je zien hoe lang het
duurt voordat de vlottende activa liquide middelen worden. Daarvoor bereken je
de gemiddelde opslagduur van de voorraad en de gemiddelde kredietduur van
debiteuren. Aan creditzijde onderzoek je de gemiddelde krediettermijn van
crediteuren om te zien hoe lang je over dit kortlopende vermogen kunt
beschikken.
19.2.1 De gemiddelde voorraad
Om goederen gelijk te kunnen leveren bij verkoop is er een voorraad. Een te
kleine voorraad kan leiden tot klanten teleurstellen met neen-verkoop. Een te
grote voorraad zorgt voor hoge kosten m.b.t. ruimte, rente en risico. De optimale
bestelomvang geeft lage voorraadkosten per product. Het kan zijn dat gedurende
het jaar pieken zijn met hoge afzet, je moet dan zorgen dat er van tevoren
voldoende aantallen geproduceerd zijn en dat grondstoffen op tijd zijn ingekocht.
Met betrekking tot voorraad bereken je gemiddelde voorraad, omzetsnelheid en
gemiddelde opslagduur van de voorraad.
Als je gemiddelde voorraad van een jaar moet berekenen, moet je dit per
kwartaal doen, zo houdt je namelijk rekening met eventuele seizoensinvloeden.
Vermogensbehoefte van voorraden bereken je met behulp van gemiddelde
voorraad, dit is de voorraad die gemiddeld in de loop van een periode (meestal 1
jaar) in de onderneming aanwezig is.
19.2.2 Omzetsnelheid van de voorraad en de gemiddelde opslagduur
De voorraad neemt af bij iedere verkoop en de omzet neemt toe. De ondernemer
wil omzet halen met een zo klein mogelijke voorraad. De omzetsnelheid van
voorraad geeft aantal malen aan dat de gemiddelde voorraad in één jaar is
verkocht. Voorraad staat tegen inkoopprijs/kostprijs op de balans en omzet is
berekend tegen verkoopprijzen. Omzet en voorraad moeten tegen dezelfde
prijzen staan, daarom bereken je inkoopwaarde of kostprijs van de omzet.
HOOFDSTUK 19 ACTIVITEIT EN RENTABILITEIT
Paragraaf 1 Inleiding:
Heel veel informatie is nodig om gezondheid van ondernemingen te beoordelen.
Leiding van de onderneming heeft alle wenselijke informatie, het management
wordt geïnformeerd door verhoudingsgetallen die kenmerkend zijn voor
financiële structuur. Deze verhoudingsgetallen liggen op terrein van activiteit,
rentabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit, productiviteit en beleggingen.
Buitenstaanders kunnen de onderneming alleen beoordelen aan de hand van de
verstrekte informatie door de onderneming, internet vergroot de toegankelijkheid
van bepaalde informatie. Door internet kun je ondernemingen ook goed
vergelijken met elkaar. Kamer van Koophandel en banken verzamelen
branchegegevens en bepalen het gemiddelde, hieraan kunnen bedrijven zich
spiegelen.
Paragraaf 2 Activiteitskengetallen:
Een onderneming verkoopt goederen of levert diensten en daarvoor moet
geïnvesteerd worden in vaste- en vlottende activa. Vermogenskosten zo laag
mogelijk te houden lukt door een klein mogelijke vermogensbehoefte. Bij het
beoordelen van de omvang en de samenstelling van activa hanteert de
ondernemer een aantal activiteitskengetallen. Hiermee kun je zien hoe lang het
duurt voordat de vlottende activa liquide middelen worden. Daarvoor bereken je
de gemiddelde opslagduur van de voorraad en de gemiddelde kredietduur van
debiteuren. Aan creditzijde onderzoek je de gemiddelde krediettermijn van
crediteuren om te zien hoe lang je over dit kortlopende vermogen kunt
beschikken.
19.2.1 De gemiddelde voorraad
Om goederen gelijk te kunnen leveren bij verkoop is er een voorraad. Een te
kleine voorraad kan leiden tot klanten teleurstellen met neen-verkoop. Een te
grote voorraad zorgt voor hoge kosten m.b.t. ruimte, rente en risico. De optimale
bestelomvang geeft lage voorraadkosten per product. Het kan zijn dat gedurende
het jaar pieken zijn met hoge afzet, je moet dan zorgen dat er van tevoren
voldoende aantallen geproduceerd zijn en dat grondstoffen op tijd zijn ingekocht.
Met betrekking tot voorraad bereken je gemiddelde voorraad, omzetsnelheid en
gemiddelde opslagduur van de voorraad.
Als je gemiddelde voorraad van een jaar moet berekenen, moet je dit per
kwartaal doen, zo houdt je namelijk rekening met eventuele seizoensinvloeden.
Vermogensbehoefte van voorraden bereken je met behulp van gemiddelde
voorraad, dit is de voorraad die gemiddeld in de loop van een periode (meestal 1
jaar) in de onderneming aanwezig is.
19.2.2 Omzetsnelheid van de voorraad en de gemiddelde opslagduur
De voorraad neemt af bij iedere verkoop en de omzet neemt toe. De ondernemer
wil omzet halen met een zo klein mogelijke voorraad. De omzetsnelheid van
voorraad geeft aantal malen aan dat de gemiddelde voorraad in één jaar is
verkocht. Voorraad staat tegen inkoopprijs/kostprijs op de balans en omzet is
berekend tegen verkoopprijzen. Omzet en voorraad moeten tegen dezelfde
prijzen staan, daarom bereken je inkoopwaarde of kostprijs van de omzet.