LUMBOPELVISCHE REGIO
2ste master revalidatiewetenschappen en
kinesitherapie – Universiteit Antwerpen
,EXAMEN
50% elektronisch/schriftelijk
- Kennis en inzicht
- Open en gesloten vragen
- Beperkte examentijd → let op je antwoordstrategie!
o Tijdsinvestering: aanduiding ‘maximaal aantal woorden’
o Vermijd onnodige uitbreidingen: extra kans op fouten maken
o ‘Stellingen’: maak duidelijke keuze + bespreking met argumentatie
o Keyboard warriors: let op (impactvolle!) taalfouten
50% mondeling met schriftelijke voorbereiding
- Kennis, inzicht en vaardigheden
- Casus → klinisch redeneren
,THEORIE
Onderste extremiteit en lumbopelvische regio
1
,2
,REVIEW EN
DETAILBESPREKING
Onderste extremiteit en lumbopelvische regio –
theorie
3
,4
,REVIEW KLINISCH REDENEREN
WAAROM NU?
Heel veel verschillende manieren waarop je klinisch redeneren kan toepassen
Meer therapeuten lijken behandelingen van onbekende waarde te geven
- Kinesitherapeuten die richtlijnen toepassen → slechter geworden
- Verschillende redenen waarom therapieën toegepast worden (klinische innovatie, manier om bij
te blijven met de therapeutische evidentie, soms niet zoveel geloof in het onderzoek dat uitkomt)
- Je gaat als afgestudeerde kinesitherapeut sterk moeten zijn in het kritisch bekijken van
uitgekomen onderzoek
Complex klinisch redeneren → maar mag geen risico hebben om ineen te klappen wanneer mensen jou
vragen stellen
1. Modellen voor klinisch redeneren
1.1 Het biomedisch model
Het biomedische model dat MSK-pijn verklaart
A. Voorgestelde correlatie tussen symptomen en pathologie
B. Voorgesteld gevolg van behandelingsinterventie in het biomedische model
Rechtstreek inspelen op de pathologie en de klachten
5
, Het biomedische model: (duidelijke) tekortkomingen
Ander traject waarbij pathologie verschilt van de symptomen die zich tonen
C. Patiënten kunnen zich presenteren met veel symptomen, maar weinig tot geen aantoonbaar
letsel/pathologie hebben
D. Patiënten kunnen zich presenteren met veel waarneembare pathologieën, maar weinig tot geen
symptomen/pijn ervaren
Hoe ga je merken in de praktijk dat iemand zich baseert op het biomedisch model?
- Geen rekening houden met rode vlaggen
- Enkel baseren op medische beeldvorming
- Behandelt enkel de pathologie en niet de volledige patiënt → lokaal blijven, binnen de specifieke
perifere pathologie behandelen
1.2 Het biopsychosociaal model
- Snel van biomedisch model afgestapt → is beperkt →
overgaan naar biopsychosociaal model
- Binnen dit model: nog steeds wel factoren waarvan we nog
niet weten welke mate van invloed ze hebben. Er zijn veel
genetische factoren waarbij men niet goed weet of ze wel
aanwezig zijn, en als ze er zijn, kunnen we er dan op
inspelen?
- Post-trauma: emotioneel trauma (vroeg jeugdelijke
ervaringen → effect op later ontstaan van chronische pijn?)
Het biopsychosociale model: aangepast?
- Steeds meer kritiek op BPS model
- Review: volledigheid nagaan, zaken die nog moeten
meegenomen worden
- Oranje tekst: dingen die moeilijk in het BPS model gestoken
kunnen worden → meer aandacht aan patient centered care /
patient emporement / ondersteunen van zelfstandigheid van
patiënt…
Het biopsychosociale model: aangepast? = empowerment van de patiënt
Connectie tussen patiënt en therapeut ondersteunen
- Heel veel kennis en heel veel vaardigheden
- Groot deel heeft te maken met dat patiënt zich gehoord voelt, samen in het revalidatieproces
staan → steeds belangrijker (50-50 balans in het revalidatieproces)
Eén van de belangrijkste ondersteuningen binnen de MSK revalidatie → actief krijgen van personen, niet
alleen geholpen door klinische therapeuten
6