100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Oefentoets BML Course 6 Blok 1

Rating
-
Sold
-
Pages
20
Uploaded on
03-05-2019
Written in
2018/2019

Vragen en antwoorden om te oefenen met de vakken plantenbiologie, microbiologie en immunologie. Deze vragen zullen je goed helpen voor te bereiden op je tentamen (Kennistoets 1, blok 1, van course 6 BML)!

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 3, 2019
Number of pages
20
Written in
2018/2019
Type
Exam (elaborations)
Contains
Only questions

Subjects

Content preview

Tutor Oefenvragen Kennistoets

Plantenbiologie:
1. Welke twee van onderstaande stoffen zijn secundaire metabolieten?
A. Anthraquinone
B. Chitosan
C. Alizarine
D. Flagelline

2. Welke zinnen zijn waar?
A. Diffusie veroorzaakt passief transport.
B. Diffusie is snel.
C. Protonen worden naar een lage concentratie getransporteerd.
D. Protonenpompen zijn betrokken bij actief transport.

3. Wat zijn petals?
A. Meeldraden
B. Kelkbladeren
C. Stampers
D. Kroonbladeren

4. Wat is een kenmerk van fenolen?
A. NH-groep
B. OH-groep
C. Dubbele S binding
D. CH3- groep

5. Waar worden alkaloïden in de plant voor gebruikt?
A. Extra voeding
B. Extra snelle groei
C. Bescherming
D. Aantrekken van bestuivers

6. Wat is een primaire metaboliet?
A. Sachariden
B. Lipiden
C. Aminozuren
D. Alle bovenstaande

7. Welke van de gegeven stoffen zijn primaire metabolieten?
A. Alizarine
B. Curcumine
C. Aminozuren

8. Waar zijn de aquaporinen te vinden?
A. Cytoplasma
B. Celwand
C. Celmembraan

1

, 9. Wat is een rhizosfeer?
A. Een onschadelijke schimmel die tussen de cellen in de plant leeft
B. Een vrij levende bodem bacterie
C. Het bodemgedeelte dichtbij de wortels van een plant

10. Welke van deze beweringen kloppen
1: secundaire metabolieten niet direct betrokken bij de ontwikkeling van de plant
2: alkaloïden, terpenoïden en fenolen zijn secundaire metabolieten
A. Alleen 1 is juist
B. Alleen 2 is juist
C. Beide zijn juist
D. Beide zijn onjuist

11. Wat is geen functie van het grondweefsel
A. Stevigheid
B. Bescherming
C. Fotosynthese
D. Opslag

12. Wat is de functie van het xyleem
A. Transport van water en mineralen vanuit de wortel naar de stengel
B. Transport van water vanuit de wortel naar de stengel
C. Transport van mineralen vanuit de wortel naar de stengel
D. Transport van voedingsstoffen door de plant

13. Klopt de volgende bewering over het ABC-model van de ontwikkeling van een
bloem:
Als de C-functie ontbreekt bij het ABC-model zal de bloem geen meeldraden
maar wel een stamper ontwikkelen
A. Juist
B. Onjuist

14. Welke bewering over mycorrhiza klopt
A. De schimmel profiteert van de zuurstofproductie van de plant
B. Ectomycorrhiza en arbuscular mycorrhiza dringen beide de cellen van
de wortel binnen
C. De schimmel verhoogt het oppervlakte van de wortels voor water en
mineralen opname
D. Mycorrhiza is een parasiteren symbiose tussen een schimmel en een
plant

15. Waar gebruiken planten etherische oliën voor?
A. Voor bescherming, het aantrekken van bestuivers en als afvalstoffen.
B. Als antioxidant, bescherming, aantrekken van bestuivers en
bescherming in stress omstandigheden.
C. Als voedingstof, bescherming en aantrekken van bestuivers.

2

, 16. Wat zorgt voor de regulatie van de huidmondjes?
A. Licht, de CO2 concentratie in de cel en wind.
B. De biologische klok van de plant.
C. Droogte en hoge temperaturen.
D. Alle bovenstaande antwoorden.

17. Planten kunnen onbepaald groeien dankzij de okselknop.
A. Waar.
B. Niet waar.

18. Welk van de onderstaande is een micronutriënt?
A. Stikstof.
B. Ijzer.
C. Calcium.
D. Magnesium.

19. Hoe heten de delen embryonale cellen
A. Apicale cellen
B. Grondcellen
C. Meristemen

20. Welk hormoon zorgt voor de ontkieming van zaden?
A. Gibberelline
B. Auxine
C. Abscisinezuur



21. Onder het dekweefsel valt de epidermis bij planten
A. Waar
B. Niet waar

22. Wat is de rol van het hormoon cytokinine bij planten?
A. Reguleren van apicale dominantie, zaadkieming en mycorrhiza-
associaties
B. Stimuleren van cel elongatie, regelen van vertakking en orgaanbuiging.
C. Stimuleren van de celdeling, bevorderen van latere knopgroei en trage
orgaandood.
D. Bevorderen van stengelverlenging, zaden helpen kiemrust te
doorbreken en opgeslagen reserves te gebruiken.

23. Abscisinezuur is een plantenhormoon dat betrokken is bij het reguleren van
fysiologische processen in planten. Onder welke omgevingsomstandigheid
heeft de plant voornamelijk baat van dit hormoon?
A. Erg zoute omgeving.
B. Langdurige koude periodes.
C. Langdurige overstromingen.
D. Langdurige droge periodes.
3
$6.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
SharonAerdts Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
93
Member since
7 year
Number of followers
37
Documents
93
Last sold
9 months ago

3.8

37 reviews

5
10
4
13
3
12
2
0
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions