Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding
Naam: Mirjam van der Wou
Opleiding: MBO-verpleegkundige
School: Alfa college Kluiverboom
Docent: Martha Visser
Cohort: 2014-2015
Crebonummer: 95520
1
,Inleiding
Exameneenheid 5 van mijn opleiding mbo-V bestaat uit werkproces 2.3: “Geeft werkbegeleiding”.
Mijn naam is Mirjam van der Wou en ik werk sinds 2005 bij Zinn op een revalidatie afdeling.
Zinn biedt een sfeervol en veilig thuis voor ouderen. Zinn is de zorgorganisatie voor (thuis)zorg,
wonen en welzijn in Groningen, Haren en Hoogezand.
Op de revalidatie afdeling bieden wij plek voor 27 revalidanten, deze komen revalideren na
bijvoorbeeld een nieuwe heup of knie. Deze cliënten worden opgenomen met een DBC indicatie.
Daarnaast hebben wij ook een aantal bedden voor cliënten met een ELV-hoogcomplexe indicatie en
deze cliënten komen vaak vanuit de thuissituatie.
Voor mijn opleiding tot verpleegkundige heb ik regelmatig leerlingen mogen begeleiden. Ik heb
hiervoor binnen Zinn een cursus werkbegeleiding gedaan, waarvoor ik elke 3 jaar een follow-up
werkbegeleiding cursus volg.
Ik heb daarom al enige ervaring met het voeren van begeleidingsgesprekken, voortgangsgesprekken
en beoordelingsgesprekken.
Ook heb ik tijdens het begeleiden van leerlingen 2x een slechtnieuws gesprek moeten voeren omdat
de leerlingen niet goed functioneerden tijdens hun stage. Dit zijn altijd minder leuke gesprekken
maar ze zijn wel nodig.
Ik geef altijd met veel plezier werkbegeleiding en mag graag mijn kennis en ervaringen overbrengen
aan de leerlingen.
Binnen de BPV van ZINN onderscheiden we 2 groepen studenten: BOL (Bij ZINN stagiaires genoemd)
en BBL (Bij ZINN leerlingen genoemd).
De BOL studenten ontvangen tijdens de introductiedag een aantal documenten waarin kaders en
richtlijnen van hun stageplaats zijn vastgelegd. Deze komen o.a. voort uit de werkinstructie
stagiaires.
Het proces van de BBL plaatsingen is vastgelegd in de werkinstructie in-, door en uitstroom BBL.
Begeleiding BOL en BBL
ZINN draagt er zorg voor dat studenten deskundige begeleiding ontvangen op de werkplek. De
begeleiding bestaat uit:
Dagelijkse begeleiding van de aan te leren taken en competenties op de afdeling door een of
meer werkbegeleiders die minimaal dezelfde opleiding hebben genoten als de betreffende
student en die als werkbegeleider is opgeleid. Werkbegeleiders werken minimaal 1x per
week enkele uren samen met de student.
Organisatorische bewaking/facilitering van het leerproces door de leidinggevende van de
afdeling waar de student geplaatst is.
Vakinhoudelijke begeleiding van de werkbegeleider en de student m.b.t. het realiseren van
het leerproces door de praktijkopleider die minimaal 3x per leerjaar een gesprek voort.
Begeleiding praktijkleren door de docent van het ROC: deze bezoekt minimaal 1x per leerjaar
de werkplek van de BBL-student en 2x per stageperiode de werkplek van de BOL-student.
2
, Hieronder volgt een schematische weergave van de begeleidingsgesprekken.
Gesprek Doel deelnemers wanneer Aantal uren
per gesprek
introductiegesprek kennismaken en student werkbegeleider BBL: bij aanvang van ¾ uur
verkennen de opleiding en na
praktijkopleider
beginsituatie elke
afdelingsmutatie.
BOL: aan het begin
van de stage
voortgangsgesprek bespreken student en wekelijks 1 uur
opdrachten en werkbegeleider
leerproces
voortgangsgesprek monitoren, student werkbegeleider BBL: 1 x per 6-8 1 uur
evalueren en weken
praktijkopleider
bijsturen van
BOL: 1 x per 4 weken
het leerproces
Gesprek Doel deelnemers Wanneer Aantal uren
per gesprek
Tussen- en student werkbegeleider BBL: 3 x per leerjaar 1 uur
eindevaluatie gesprek docent
praktijkopleider (bij BOL
indien gewenst. Wel BOL: 2 x per
verplichte aanwezigheid
stageperiode (= 2 x
bij HBO-V studenten).
per 20 weken)
( Bron. Beroepspraktijkvormingsplan ZINN)
In overleg met mijn werkbegeleider en mijn leidinggevende heb ik ervoor gekozen om een van de
geneeskunde studenten te gaan begeleiden.
Er komen altijd meestal 2 of 3 geneeskunde studenten op de afdeling, ik ga dus voor 2 weken een
van de geneeskunde studenten begeleiden.
Voorafgaand aan de begeleiding heb ik een begeleidingsplan gemaakt gedeeltelijk volgens de
richtlijnen van de organisatie.
Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van het inwerkprogramma welke ZINN heeft ontwikkeld voor
leerlingen en stagiaires.
Ook heb ik de geneeskunde student een leerstijlentest laten invullen zodat ik weet wat voor leerling
hij is, zodat ik tijdens mijn begeleiding hier rekening mee kan houden.
De test heb ik zelf ook ingevuld, zodat ik kan zien of we overeenkomsten hebben en waar eventuele
knelpunten kunnen liggen.
Ook heb ik de werkbegeleidingstest gemaakt om te zien wat voor werkbegeleider ik ben.
De testen komen verder op in dit verslag aanbod.
Binnen Zinn is er geen stramien voor het bijhouden van voorgangsrapportages. De leerlingen en de
3
Naam: Mirjam van der Wou
Opleiding: MBO-verpleegkundige
School: Alfa college Kluiverboom
Docent: Martha Visser
Cohort: 2014-2015
Crebonummer: 95520
1
,Inleiding
Exameneenheid 5 van mijn opleiding mbo-V bestaat uit werkproces 2.3: “Geeft werkbegeleiding”.
Mijn naam is Mirjam van der Wou en ik werk sinds 2005 bij Zinn op een revalidatie afdeling.
Zinn biedt een sfeervol en veilig thuis voor ouderen. Zinn is de zorgorganisatie voor (thuis)zorg,
wonen en welzijn in Groningen, Haren en Hoogezand.
Op de revalidatie afdeling bieden wij plek voor 27 revalidanten, deze komen revalideren na
bijvoorbeeld een nieuwe heup of knie. Deze cliënten worden opgenomen met een DBC indicatie.
Daarnaast hebben wij ook een aantal bedden voor cliënten met een ELV-hoogcomplexe indicatie en
deze cliënten komen vaak vanuit de thuissituatie.
Voor mijn opleiding tot verpleegkundige heb ik regelmatig leerlingen mogen begeleiden. Ik heb
hiervoor binnen Zinn een cursus werkbegeleiding gedaan, waarvoor ik elke 3 jaar een follow-up
werkbegeleiding cursus volg.
Ik heb daarom al enige ervaring met het voeren van begeleidingsgesprekken, voortgangsgesprekken
en beoordelingsgesprekken.
Ook heb ik tijdens het begeleiden van leerlingen 2x een slechtnieuws gesprek moeten voeren omdat
de leerlingen niet goed functioneerden tijdens hun stage. Dit zijn altijd minder leuke gesprekken
maar ze zijn wel nodig.
Ik geef altijd met veel plezier werkbegeleiding en mag graag mijn kennis en ervaringen overbrengen
aan de leerlingen.
Binnen de BPV van ZINN onderscheiden we 2 groepen studenten: BOL (Bij ZINN stagiaires genoemd)
en BBL (Bij ZINN leerlingen genoemd).
De BOL studenten ontvangen tijdens de introductiedag een aantal documenten waarin kaders en
richtlijnen van hun stageplaats zijn vastgelegd. Deze komen o.a. voort uit de werkinstructie
stagiaires.
Het proces van de BBL plaatsingen is vastgelegd in de werkinstructie in-, door en uitstroom BBL.
Begeleiding BOL en BBL
ZINN draagt er zorg voor dat studenten deskundige begeleiding ontvangen op de werkplek. De
begeleiding bestaat uit:
Dagelijkse begeleiding van de aan te leren taken en competenties op de afdeling door een of
meer werkbegeleiders die minimaal dezelfde opleiding hebben genoten als de betreffende
student en die als werkbegeleider is opgeleid. Werkbegeleiders werken minimaal 1x per
week enkele uren samen met de student.
Organisatorische bewaking/facilitering van het leerproces door de leidinggevende van de
afdeling waar de student geplaatst is.
Vakinhoudelijke begeleiding van de werkbegeleider en de student m.b.t. het realiseren van
het leerproces door de praktijkopleider die minimaal 3x per leerjaar een gesprek voort.
Begeleiding praktijkleren door de docent van het ROC: deze bezoekt minimaal 1x per leerjaar
de werkplek van de BBL-student en 2x per stageperiode de werkplek van de BOL-student.
2
, Hieronder volgt een schematische weergave van de begeleidingsgesprekken.
Gesprek Doel deelnemers wanneer Aantal uren
per gesprek
introductiegesprek kennismaken en student werkbegeleider BBL: bij aanvang van ¾ uur
verkennen de opleiding en na
praktijkopleider
beginsituatie elke
afdelingsmutatie.
BOL: aan het begin
van de stage
voortgangsgesprek bespreken student en wekelijks 1 uur
opdrachten en werkbegeleider
leerproces
voortgangsgesprek monitoren, student werkbegeleider BBL: 1 x per 6-8 1 uur
evalueren en weken
praktijkopleider
bijsturen van
BOL: 1 x per 4 weken
het leerproces
Gesprek Doel deelnemers Wanneer Aantal uren
per gesprek
Tussen- en student werkbegeleider BBL: 3 x per leerjaar 1 uur
eindevaluatie gesprek docent
praktijkopleider (bij BOL
indien gewenst. Wel BOL: 2 x per
verplichte aanwezigheid
stageperiode (= 2 x
bij HBO-V studenten).
per 20 weken)
( Bron. Beroepspraktijkvormingsplan ZINN)
In overleg met mijn werkbegeleider en mijn leidinggevende heb ik ervoor gekozen om een van de
geneeskunde studenten te gaan begeleiden.
Er komen altijd meestal 2 of 3 geneeskunde studenten op de afdeling, ik ga dus voor 2 weken een
van de geneeskunde studenten begeleiden.
Voorafgaand aan de begeleiding heb ik een begeleidingsplan gemaakt gedeeltelijk volgens de
richtlijnen van de organisatie.
Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van het inwerkprogramma welke ZINN heeft ontwikkeld voor
leerlingen en stagiaires.
Ook heb ik de geneeskunde student een leerstijlentest laten invullen zodat ik weet wat voor leerling
hij is, zodat ik tijdens mijn begeleiding hier rekening mee kan houden.
De test heb ik zelf ook ingevuld, zodat ik kan zien of we overeenkomsten hebben en waar eventuele
knelpunten kunnen liggen.
Ook heb ik de werkbegeleidingstest gemaakt om te zien wat voor werkbegeleider ik ben.
De testen komen verder op in dit verslag aanbod.
Binnen Zinn is er geen stramien voor het bijhouden van voorgangsrapportages. De leerlingen en de
3
