emancipatie
8.1 Conservatisme en politiek liberalisme
Restauratie en liberale revoluties
Periode tussen 1814-1830: reactie op de democratische revoluties van de 18 e eeuw
en de Napoleontische tijd.
Franse Revolutie had Frankrijk diep geschokt.
o 1792: Frankrijk in oorlog met omringende landen en jaren erna had Frankrijk
verschillende gebieden veroverd.
o Onder leiding van Napoleon Bonaparte.
Omgaan met de erfenis van Napoleon
15 jaar Napoleontisch bewind.
o Eind privileges van de adel in veroverde gebieden.
o Traditionele vorsten vervangen door nieuwe staatshoofden.
o Nieuwe grenzen getrokken, nieuwe wetten uitgevoerd en nieuwe
bestuursfuncties ingevoerd.
Na verslaan Napoleon moest alles zoveel mogelijk worden teruggedraaid
(restaureren).
o Voorkomen nieuwe revoluties d.m.v. Verdrag van Verona.
Conservatisme en politiek liberalisme
Congres van Wenen 1814-1815: Europese landen worden het erover eens dat de
landen die door Napoleon waren veroverd hun oude rechten terug moesten krijgen.
o Frankrijk omringd door nieuwe, sterke staten.
Ancien regime kon niet worden teruggevoerd. Iedereen keek anders naar de
gebeurtenissen tijdens de revolutie.
o Conservatisme: mensen die van mening waren dat een volk zichzelf niet kon
regeren. Bestuur door keizer, koning of de adel was de beste garantie voor
stabiliteit en veiligheid. Conservatisten waren blij met de restauratie.
o Politiek liberalisme: mensen die bleven geloven in de idealen van de Franse
revolutie. Burgers moesten betrokken worden bij het bestuur. Ook hechten zij
veel waarde aan: vrijheid van meningsuiting, drukpers en vergadering.
Nieuwe revoluties
1830: nieuwe revolutie in Frankrijk.
o Aanleiding: meer liberale burgers in Europa verlangden naar meer inspraak en
vrijheid.
1848: uitbreken 2e golf van revoluties in Europa.
Frankrijk krijgt als een van de eerste landen kiesrecht voor mannen.
1
, Het Koninkrijk der Nederlanden
Ontstaan
1795: Republiek onder Franse steun vervangen door revolutionaire staat, de Bataafse
Republiek.
1806: broer Napoleon, Lodewijk koning van het Verenigd Koninkrijk.
1810: Verenigd Koninkrijk opgeheven, onderdeel van het Franse keizerrijk.
1813: Franse verdreven uit Nederland.
1815: Willem Frederik van Oranje-Nassau koning van Koninkrijk der Nederlanden
(Nederland en België).
1830: België onafhankelijk.
1848: democratische revolutie, parlement krijgt alle macht.
Koninkrijk der Nederlanden anders dan de oude Republiek
Koninkrijk was groter dan oude Republiek door toevoeging van de Oostenrijkse
Nederlanden (België).
Het Koninkrijk was een centraal bestuurde eenheidsstaat waar overal dezelfde
wetten en regels golden. De Republiek was een samenwerkingsverband tussen
verschillende gewesten.
o Het Koninkrijk der Nederlanden was een constitutionele monarchie met aan
het hoofd de koning die was verbonden aan de grondwet.
Koningen en ministers werden gecontroleerd door het parlement dat indirect door
het volk was gekozen.
o De Republiek had geen verkiezingen.
Dit klinkt allemaal behoorlijk democratisch, maar in werkelijkheid viel het allemaal mee.
De koning stelde zelf zijn ministers aan en hij kon het parlement ‘naar huis sturen’.
De leden van de Tweede kamer werden wel gekozen, maar er mocht maar een klein
deel stemmen, (rijke, mannelijke burgers). De eerste kamer werd benoemd door de
koning zelf.
In de grondwet stond dat Willem zelf ‘koninklijke besluiten’ kon nemen, zonder het
parlement te raadplegen.
2