SAMENVATTING BOEK: DIAGNOSTIEK VAN KIND, OPVOEDING EN GEZIN
B RON : C ELESTIN -W ESTREICH , S., & C ELESTIN , L. (2021). D IAGNOSTIEK VAN KIND , OPVOEDING EN GEZIN : MET DE FACE©- METHODE .
DEEL 1: DIAGNOSTIEK VAN KIND EN OMGEVING. WAT, WAAROM EN HOE?
1
,Bron: handboek ‘Diagnostiek van kind, opvoeding en gezin’ geschreven door Smadar Celestin-Westreich en Leon-Patrice Celestin
HOOFDSTUK 1: WAT IS KINDDIAGNOSTIEK EN WAT MAAKT HAAR UNIEK?
1.1 Wat roept diagnostiek intuïtief op?
• Diagnostiek = professioneel, vakkundig en doelgericht oordelen
• Diagnostiek omvat interacties van mens tot mens
o Hierdoor zijn je persoonlijke indrukken en gevoelens automatisch betrokken
o Daagt uit om cognitieve en emotionele informatie te verwerken
• De basis voor transparant oordelen
o Direct je eigen denken en voelen verkennen
§ Vb.: Wat roepen de woorden diagnose en diagnostiek bij jou op?
o Door aandacht te hebben voor je impliciete oordelen kun je deze aftoetsten aan
inzichten die samengaan met professioneel oordelen
• Diagnostiek roept automatische gedachten en gevoelens op
o Bij jezelf
o Bij het gezin en het kind
• Relationele dimensie extra verzorgen
o Verschillende partijen betrokken met eigen denk- en voelwijzen
• Kunnen verplaatsen in beleving kind en ouders/opvoeders
o Draagt bij aan kwaliteit diagnostiek (welke informatie geeft het gezin vrij)
• Kortom:
o Diagnostiek: handelingen om vakkundige en doelgerichte oordelen te bieden
o Cognitieve uitdagingen door veelheid aan informatie en bronnen
o Emotionele uitdagingen door eigen gevoelens en van kind en het gezin
1.2 Wat is diagnostiek? Van intuïtie naar werkdefinitie
• Vakkundig handelen
o = aantoonbaar weten wat je doet, waarom en hoe
• Doelgericht kiezen voor diagnostiek
o Weten wanneer je aan diagnostiek doet en waarom
• Wat je onder diagnostiek verstaat:
o Belangrijk om te weten hoe je moet handelen
• Werk definitie:
o Diagnostiek = vakkundige oordeelsvorming (vaardigheden en kennis opleiding)
o Vakkundig oordeel gaat uit van vakkennis en heeft een afgebakend professioneel
doel
§ Vb.: je moet kennis hebben van de typische ontwikkeling alsook van
opvoedings- en gezinsfunctioneren om het kind professioneel te
begeleiden
§ Je moet ook weten hoe je klachten en krachten van het cliëntsysteem
kunt beschrijven en oordelen
• Waarom je diagnosticeert:
o Oordelen worden pas vakkundig als je ze doelgericht binnen je werkkader inzet
2
,Bron: handboek ‘Diagnostiek van kind, opvoeding en gezin’ geschreven door Smadar Celestin-Westreich en Leon-Patrice Celestin
o Diagnosticeren doe je om te onderkennen of beschrijven en om te verklaren of
begrijpen
o Met diagnostiek wil je een situatie herkennen en benoemen + de aard of oorzaken
ervan begrijpen
• Het einddoel van je oordelen is om samen met het cliëntsysteem te beslissen of en
welk hulptraject raadzaam is
• Kortom:
o Diagnosticeren = vakkundig en doelgericht oordelen
o Overzicht en inzicht creëren om je advies transparant te verantwoorden
vanuit informatie over het kind en zijn omgeving
1.3 Welke vormen van oordelen omvat de diagnostiek?
• De manier waarop je informatie verzamelt en verwerkt leidt tot verschillende soorten
oordelen en onderbouwing
• Oordelen kan op verschillende manieren: impliciet en expliciet, vrij en systematisch,
participerend of niet
• De vraag is niet of je oordeelt, maar hoe
• Impliciet oordelen:
o Niet verwoorden wat je denkt en hoe je je voelt over de kind situatie en waarom
o Lijkt op alledaags oordelen: je oordeelt iedere dag continu (niet professioneel want
je vormt ze vanuit gevoelens)
o > professionele oordelen vorm je uit vakkundige kennis en doelen, en dit met
systematische informatiewerving
• Expliciet oordelen:
o Het bewuste proces van denken en handelen waarbij je gericht informatie verzamelt,
met professionele technieken, om vragen over, de situatie van het kind te
beantwoorden
o Kwaliteit bewaken en waar nodig bijstellen
o Eigen gevoelens herkennen
• Vrij oordelen:
o Zonder voorafgaand plan conclusies trekken
o Laten leiden door het moment
o Weinig controle over hoe en waarom informatie verzamelen
o Weinig bewust van welke vragen juist beantwoorden
• Systematisch oordelen:
o Omvat minstens een basisplan van hoe je de informatie verzamelt en verwerkt
o Professionele kwaliteit bewaken door oordelen zo betrouwbaar en valide mogelijk te
maken
o Een betrouwbaar oordeel is standvastig tussen beoordelaars en de tijd
o Een valide oordeel weerspiegelt dat je meet wat je wil meten
• Niet participerende diagnostiek:
o Alleen de rol van diagnosticus hebben
o Focus op professionele oordeelvorming
o Boeken en trainingen
• Participerende diagnostiek:
o Naast de rol van diagnosticus tegelijk een rol als behandelaar hebben
o Dubbele rol is waardevol maar maakt de diagnostiek nog moeilijker
o Beidt toegang tot het gedrag van het kind en het gezin
o Verhoogt de ecologische validiteit
3
, Bron: handboek ‘Diagnostiek van kind, opvoeding en gezin’ geschreven door Smadar Celestin-Westreich en Leon-Patrice Celestin
o Ecologisch valide informatie: sluit het nauwst aan bij het functioneren in
het dagelijkste leven dankzij een continue steekproef van gedrag
o Vrij in vorm en vooral impliciet
o Verzamelt doorlopend informatie tijdens interageren met kind
o Meest emotioneel betrokken
• Diagnostiek is in het werkveld vaak niet-
participerend afgebakend!
o Wel participeren = extra uitdaging
• Samengevat:
o Impliciete en expliciete oordelen vullen
elkaar aan
o Je oordeelt continue impliciet (kan je niet
uitschakelen)
o Planmatig informatie verzamelen =
transparant verantwoorden
1.4 Welke vormen van maatstaven omvat de diagnostiek?
• Categorische ordening groepeert probleemsignalen in een klinisch integratief beeld dat aan-
of afwezig is (bv. ADHD, Autisme)
• Dimensionele ordening drukt een mate van gedrag of functioneren uit
o Vakkundig dimensionele beschrijving: maatstaf expliciteren en verantwoorden
• Bij een nomothetische duiding toets je het gedrag of het functioneren van de persoon af aan
dat van een vergelijkingsgroep
o Om dit te verantwoorden moet je deze standvastig onderbouwen met
een vakkundige maatstaf (bv. Leeftijd, testuitkomsten)
• Bij een ideografische duiding toets je het gedrag of het functioneren van de persoon af aan
wat voor zijn eigen context adaptief of gunstig is
o Er bestaat geen vaste regel om te beslissen wat voor de specifieke situatie van een
aangemeld kind bevorderlijk is
§ Hiervoor moet je alle diagnostische informatie terugkoppelen aan de
klachten, de vragen en mogelijkheden van het gezin
o Is per definitie subjectief en veranderlijk
• Kort gesteld:
o Planmatige informatieverzameling zo expliciet en transparant mogelijk duiden vanuit
vakkundige maatstaven
o De specificiteit van diagnostiek met kinderen vormt een extra uitdaging voor deze
basiseisen van je professioneel oordelen
1.5 Diagnostiek bij het kind? Oordelen in context!
• Kinderen verschillen binnen de diagnostiek met volwassenen
o Informatie in het perspectief van de ontwikkeling en de context van het
kind plaatsen
• Vier uitdagingen:
o 1. Verloop van de aanmelding:
§ Kind meldt zich zelden zelf aan maar is toch de focus van de aanmelding
§ Kinddiagnostische paradox: je moet het kind onderzoeken dat hier niet
om vraagt, terwijl de (vragende) ouders mogelijk menen dat je hen niet
moet onderzoeken
4