Elementaire sociale vaardigheden
Hoofdstuk 1: WAARNEMEN EN INTERPRETEREN
Zender: Degene die spreekt of op een andere wijze informate geef
Ontvanger: Tot wie deze informate is gericht
Boodschap: datgene wat de zender aan de ontvanger wil laten weten
De informate wordt geëncodeerd, en omgezet in een door de zender gekozen code (encoderen).
De ontvanger ontcijfert de boodschap (decoderen)
Factoren die proces van waarnemen en interpreteren beïnvloeden:
- Factoren aan kant zender
- Factoren aan kant ontvanger
- Factoren die in situate zelf zijn gelegen (contextuele factoren)
Contextuele factoren:
- Plaats waar gecommuniceerd wordt
- Aanwezigheid van derden
- Tijdsdruk
- Pregnante
Factoren aan kant van zender:
- Zender wil informate achter houden
- Zender weet niet precies wat hij wil/moet zeggen
- Zender is erg met zichzelf bezig
- Zender spreekt andere taal dan ontvanger
- Pregnante door zender
- Non-verbale gedrag is niet in overeenstemming met wat iemand zegt
Factoren aan kant van ontvanger:
- Gevoelens
- Kennis en ervaring
- Aandacht
- Opvatngen, normen, waarden, cultuur
- Motvate
- Humeur
- Lichamelijke gesteldheid
- Afweermechanismen
Interpretatefouten kan komen door:
- Acceptate van selecteve informatee BV: iemand zich dat hij het druk heef en zijn zus uit
Amerika op bezoek komte Jij reageert alleen op eerste deel omdat je weet dat hij het nu lastg
gaat vinden om nog door te vragen of jij zijn dienst wil werkene
- Te snel begrijpen en reageren
- GeneraliserenV: als je vaak snel tot algemeen oordeel komt, BV: die komt altjd te laat
- Booroordelen
- StereotyperingenV: hierbij scheer je hele groep over één kam
- Halo-efectV: BV: hij speelt gitaar, dus hij zal wel een gezelschapmaker zijn
- IdentifcateV: als er alleen maar positef over iemand wordt verteld en iemand zegt ineens
wat negatef over degene, kun je dat haast niet geloven
Hoofdstuk 1: WAARNEMEN EN INTERPRETEREN
Zender: Degene die spreekt of op een andere wijze informate geef
Ontvanger: Tot wie deze informate is gericht
Boodschap: datgene wat de zender aan de ontvanger wil laten weten
De informate wordt geëncodeerd, en omgezet in een door de zender gekozen code (encoderen).
De ontvanger ontcijfert de boodschap (decoderen)
Factoren die proces van waarnemen en interpreteren beïnvloeden:
- Factoren aan kant zender
- Factoren aan kant ontvanger
- Factoren die in situate zelf zijn gelegen (contextuele factoren)
Contextuele factoren:
- Plaats waar gecommuniceerd wordt
- Aanwezigheid van derden
- Tijdsdruk
- Pregnante
Factoren aan kant van zender:
- Zender wil informate achter houden
- Zender weet niet precies wat hij wil/moet zeggen
- Zender is erg met zichzelf bezig
- Zender spreekt andere taal dan ontvanger
- Pregnante door zender
- Non-verbale gedrag is niet in overeenstemming met wat iemand zegt
Factoren aan kant van ontvanger:
- Gevoelens
- Kennis en ervaring
- Aandacht
- Opvatngen, normen, waarden, cultuur
- Motvate
- Humeur
- Lichamelijke gesteldheid
- Afweermechanismen
Interpretatefouten kan komen door:
- Acceptate van selecteve informatee BV: iemand zich dat hij het druk heef en zijn zus uit
Amerika op bezoek komte Jij reageert alleen op eerste deel omdat je weet dat hij het nu lastg
gaat vinden om nog door te vragen of jij zijn dienst wil werkene
- Te snel begrijpen en reageren
- GeneraliserenV: als je vaak snel tot algemeen oordeel komt, BV: die komt altjd te laat
- Booroordelen
- StereotyperingenV: hierbij scheer je hele groep over één kam
- Halo-efectV: BV: hij speelt gitaar, dus hij zal wel een gezelschapmaker zijn
- IdentifcateV: als er alleen maar positef over iemand wordt verteld en iemand zegt ineens
wat negatef over degene, kun je dat haast niet geloven