100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Letterlijk dictaat hoorcolleges Rechtssociologie (8 mee gehaald zonder de literatuur te gebruiken)

Rating
5.0
(1)
Sold
11
Pages
72
Uploaded on
29-11-2018
Written in
2018/2019

Alle hoorcolleges uitgebreid uitgewerkt (m.u.v. essayrichtlijnen en een interview met rechters).

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 29, 2018
File latest updated on
January 9, 2019
Number of pages
72
Written in
2018/2019
Type
Class notes
Professor(s)
Unknown
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Hoorcolleges Rechtssociologie

Hoorcollege 1: 06-09-2018
Verschillende sociologische vragen:
1. Leiden meer regels tot meer recht?
2. Is de wet in eerste plaats een instrument van de staat?
3. Hangt de effectiviteit van de wet af van de uitvoerders en handvaarders, of
van andere dingen?
4. Leidt een rechterlijke uitspraak altijd tot beëindiging van een conflict?
Wat valt op aan deze vragen? Ze vragen niet naar de inhoud van het recht, welk
recht van toepassing is, of iets rechtvaardig of juridisch juist is, etc. Ze vragen naar
totstandkoming, functies en werking van recht. Hier houden rechtssociologen zich
mee bezig.
Voorbeeld: wetsvoorstel van de ChristenUnie voor het strafbaar stellen van
prostituant. Dit strekt tot strafbaarstelling van degene die seksuele handelingen
verricht met prostituees terwijl hij/zij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die
prostituee daartoe is gedwongen/bewogen is of het slachtoffer van mensenhandel is.
Dit wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer, het ligt nu bij de Eerste
Kamer.
Juridische vragen bij deze casus: hoe is de bewijslast geregeld? Wat verstaat men
onder ‘vermoeden’? In welke sanctie is voorzien?
Rechtssociologen willen weten wat de doelen van het wetsvoorstel zijn. Wat waren
de beoogde effecten van de indieners? In de memorie van toelichting vind je vaak de
doelen: terugdringen van mensenhandel, bewustwording bij hoerenlopers,
bescherming van prostituees. Rechtssociologen willen ook weten welke effecten er
verwacht kunnen worden. Gaan de doelen bereikt worden?
Verschillende stichtingen waren bang dat de meldingen juist minder zouden worden
door angst voor strafbaarstelling. En hoe worden potentiële hoerenlopers over deze
wet geïnformeerd? Als nu blijkt dat de mensenhandel wordt teruggedrongen na
invoering van de wet, is dit dan een gevolg van de strafbaarstelling (causaliteit). Zo
ja, dan waren het effecten van de wet. Mensenhandel kan echter ook teruglopen
door strengere controles aan de grenzen. Het kan ook dat mensenhandel niet wordt
teruggedrongen, maar dat de wet toch werkt. Voorbeeld: er is meer mensenhandel,
maar de prostituees krijgen meer bescherming.
Als we effecten zien moeten we de vraag stellen of het ook beoogde effecten zijn:
 Ja: de strafbaarstelling is effectief.
 Nee: het zijn neveneffecten (positief of negatief).
o Positief: minder overlast van prostituanten op straat.
o Negatief: de opsporing van mensenhandel wordt moeilijker.
 Je kan effectiviteit op drie manieren opvatten:
 In enge zin: wordt de wet nageleefd? Voldoen de prostituanten aan de
meldplicht?
 In ruimere zin: wordt het beoogde doel bereikt? Betere bescherming van
prostituee, terugdringing van mensenhandel en bewustwording bij
hoerenlopers.
 In heel ruime zin: je kijkt naar alle effecten van de wet, de beoogde effecten
en positieve en negatieve neveneffecten.
Rechtssociologen kijken naar alle drie de opvattingen. Rechtssociologie is meer dan
de vraag naar effectiviteit, er wordt ook gekeken naar effectiviteit in bredere zin.

,Paradigma wisseling
Een schilder maakte een schilderij, en schreef daaronder “dit is geen pijp”. Hij deed
dit omdat wij niet geneigd zijn om te zeggen “dit is een schilderij van een pijp”. Wij
zien het voorwerp dat geschilderd is, en zeggen dan dat het dat voorwerp is i.p.v. dat
het eens schilderij is. Ons paradigma/gezichtspunt wisselt vanzelf, we zien het
voorwerp dat wordt afgebeeld. Je context beïnvloedt je gezichtspunt. Je kunt de
gedachten van mensen beïnvloeden door ‘framing’: “don’t think of an elephant”  je
gaat juist wel aan een olifant denken.
Van ons wordt paradigmawisseling verwacht: op een andere manier naar het recht
kijken.
Recht in de boeken: wetsteksten, verdragsteksten, regelgeving, circulaires,
jurisprudentie. Dit is maar één kant van het recht.
Recht in de praktijk: het functioneren van de juridische instituties, personen en
structuren in de praktijk.
Roscou Pound gebruikte deze begrippen voor het eerst.
Je moet op een andere manier naar het recht gaan kijken.
In een maatschappij zonder recht heersen willekeur, angst en chaos. Allerlei functies
van het recht kunnen niet gerealiseerd worden, daardoor kunnen andere belangrijke
dingen zoals economie, wetenschap en kunst niet tot zijn recht komen.

Wat is rechtssociologie
Rechtssociologie is de sociaalwettenschappelijke bestudering van de wisselwerking
tussen recht en samenleving. Het is een vorm van sociologie. Wisselwerking
betekent in elk geval dat twee onderwerpen worden bestudeerd: de sociale werking
van het recht en de sociale genese (productie) van het recht en samenleving.
1. Sociale werking: de invloed van het recht op de samenleving. De effecten van
het recht op sociale verhoudingen. De instrumentele functie van het recht. De
effecten worden in belangrijke mate bepaald door de sociale verhoudingen.
Als een norm wordt ingevoerd wordt nagegaan of hij wordt nageleefd en wat
de effecten zijn.
 Voorbeeld: verbod op gratis plastic tasje. Doel: terugdringen van plastic
in oceanen. Stel dat dit verbod geëvalueerd moet worden, hoe pak je
dit aan? Je gaat eerst kijken of het wordt nageleefd. Daarna kijk je hoe
het met de beoogde effecten staat. Als er inderdaad sprake is van
minder plastic in oceanen moet je nagaan of dit ook echt komt door het
Nederlandse verbod op het verstrekken van gratis plastic tasjes. Dit is
lastig, er worden namelijk ook andere acties gevoerd en ook in andere
landen. Als je vaststelt dat de hoeveelheid plastic toeneemt wil dat niet
zeggen dat het verbod niet werkt, zonder verbod zou het nog erger
kunnen zijn. Er zijn ook andere factoren die tegelijkertijd een rol spelen.
Je zou ook naar neveneffecten moeten kijken.
 Voorbeeld: de participatiewet werkt niet. Doel: meer baankansen voor
mensen met een beperking. Er is onderzoek gedaan en daaruit blijkt
dat er minder baankansen gekomen zijn.
2. Sociale genese: de invloed van de samenleving op het recht. Het recht als
uitkomst van veranderende sociale verhoudingen. Het wordt ook wel sociale
productie van recht genoemd. Recht is een onveranderlijk natuurlijk
verschijnsel, het is gemaakt door mensen en is een ‘levend instrument’. Het

, verandert voortdurend. Deze veranderingen worden veroorzaakt doordat
mensen iets doen en doordat omstandigheden veranderen.
 Voorbeeld: hoe is het verbod op het gratis verstrekken van plastic
tasjes tot stand gekomen, wat is daaraan vooraf gegaan? Wat is de
sociale genese van het verbod op de verstrekking? Hierbij kun je naar
twee kunnen kijken:
 Welke actoren hebben een rol gespeeld (mensen, groepen,
milieubeweging, detailhandel, Europees Parlement etc.).
 Welke factoren hebben een rol gespeeld (de economische crisis,
een schokkende film over plastic, etc.).
In dit geval was steun van de consumenten heel belangrijk.
Als de maatschappij geen invloed op het recht heeft zouden we totaal verstarren.
Soms gaan processen in de praktijk heel anders dan op papier is bedacht.
Er is ook nog een derde onderwerp: de werking van juridische instituties.

Sociale genese
Sociale genese gaat over de vraag hoe het recht tot stand komt. Wetgevers zijn niet
autonoom, ze kunnen niet helemaal onafhankelijk van anderen wetgeving maken. Ze
zijn sterk afhankelijk van de maatschappij, al is het maar alleen uit het oogpunt van
verkiezingen. Ze moeten maatschappelijke steun hebben.
Maatschappelijke bronnen (producenten) van recht:
1. De politieke machtsverhoudingen. Welke partij krijgt de meeste stemmen?
Wat is de macht van multinationals, vakbonden, werknemers en -gevers
organisaties en non-gouvernementele organisaties?
2. Economisch-technologische ontwikkelingen. Voorbeeld: de opkomst van
internet vereist wetgeving m.b.t. beveiliging en privacy. DNA-technieken bij
opsporing.
3. Functioneren van juridische professionals. Rechters scheppen normen
(jurisprudentie). Ambtenaren, politie, advocaten, beleidsvoerders etc. maken
ook normen.
4. Rechtsopvattingen van burgers. We stemmen, oefenen invloed uit door middel
van verenigingen waar we lid van zijn, media, referenda, initiatiefwetten.
Kortom: wetgeving is niet te scheiden van het sociale leven. Er is een voortdurende
wisselwerking tussen recht en maatschappij. Als een norm echt voortkomt vanuit een
maatschappelijke wens is de kans dat hij effectief is en nageleefd wordt het grootst.

De sociale werking van het recht
Huls zegt dat de sociale werking eigenlijk fictie is. De fictie is dat iedereen de wet
kent en hem gehoorzaamt, dit is niet zo. Als je een norm formuleert wil dit niet
zeggen dat hij wordt nageleefd of gekend. Je moet iets doen om die norm te laten
werken. Je moet eigenlijk twee vragen stellen:
1. Hoe bereikt de norm/het recht de burger?
2. Wat is de rol van sociale verbanden en instituties op de effecten van het
recht?
Dit kun je op verschillende manieren onderzoeken:
- Top-down: je kijkt vanuit de norm/wetgeving, wat komt ervan terecht?
- Vanuit de burger: aan de burger vragen of hij een bepaalde wet kent en
naleeft.

, Voorbeeld: wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte. Is
met name gericht op werkgevers, zij moeten ervoor zorgen dat mensen met een
beperking toch aan het werk kunnen.
De bedoelde effecten kun je als volgt indelen:
- Direct: naleving. De werkgever maakt bijvoorbeeld aanpassingen zodat
iemand met een verlamde arm de computer kan gebruiken.
o Primair: direct door de regel veroorzaakt. De ondernemer is op de
hoogte van de regel en hij besluit uit zichzelf om voorzieningen te
treffen.
o Secundair: na interventie (door mobilisering). Ze worden niet uit zichzelf
gedaan, maar nadat de werkgever ertoe gedwongen is door
bijvoorbeeld een rechtszaak of een inspectie.
- Indirect: doelbereiking (wat is het doel, wiens doel).
Onbedoelde effecten/neveneffecten:
- Voorzien: meer kosten voor de ondernemers.
- Onvoorzien: andere werknemers nemen ook de gehandicaptenlift en komen
daardoor aan, er is minder ruimte in het gebouw voor een keukentje, etc.
Nog een ander verschil:
- Speciale effecten: de effecten voor een individueel geval. Het is maar voor
één specifieke werknemer, bijvoorbeeld een aangepast beeldscherm.
- Generale effecten: algemene aanpassing, voor alle gehandicapten en ook
geldend in andere situaties (rolstoelingang).
Let op het probleem van causaliteit: is iets echt een effect van de norm of is het
toevallig dat een effect is opgetreden? Speelden andere factoren hier een rol?

Functies van het recht
Recht heeft verschillende functies: de instrumentele functie (de functie van het recht
als instrument in handen van de overheid om doelen te realiseren) en de expressieve
functie (uitdrukking van normen en waarden in de samenleving).
Wij vinden het handiger om uit te gaan van vier functies:
1. Ordenende functie. Denk aan verkeersregels en het contractenrecht. Het
maakt het mogelijk om vooruit te lopen op gedrag van anderen. Het voorkomt
conflicten.
2. Geschilbeslechtingsfunctie. Het beëindigen van een conflict door rechterlijke
besluitvorming en een juridische procedure.
3. Normatieve functie. Dit komt overeen met de expressieve functie. Het gaat om
het formuleren en vastleggen van normen. Het wordt ook wel sociale controle
genoemd. Het geeft uitdrukking aan waarden en idealen. Belangrijke waarde:
recht beschermt de burger tegen macht van de staat. Andere
rechtsbeginselen vallen hier ook onder.
a. Rule of law: het idee/de norm dat ook de overheid gebonden is aan de
wet. Dit is de kern daarvan.
4. Instrumentele functie. De functie om sociale verandering en maatschappelijke
doelen te bereiken. Met het recht wordt meer gelijke behandeling
bewerkstelligd. Zonder recht geldt de wet van de sterkste, recht zorgt voor
meer gelijkheid.
De instrumentele functie van recht is iets anders dan een instrumenteel
onderzoeksperspectief. Instrumenteel onderzoeksperspectief is een top-down
onderzoek: je gaat vanuit de wet kijken of hij werkt.
Dat het recht deze functies heeft wil niet zeggen dat hij ze ook altijd kan vervullen.

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
6 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
stuviauni Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
258
Member since
10 year
Number of followers
197
Documents
61
Last sold
6 months ago

4.2

56 reviews

5
24
4
22
3
7
2
1
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions