windmolenproject Landtong Rozenburg I
(repowering)
Toetsing van:
Materieel Bestuursrecht
Minor Verdieping Bestuursrecht
(MBR 17/ KMBBST)
Hogeschool Leiden Opleiding HBO-Rechten
Inleverdatum: 9 november 2018
Reguliere kans
Collegejaar 4, blok 13
, Adviesnota
Adviesnota: De juridische aspecten van windmolenproject Landtong
Rozenburg I (repowering)
November 2018
Aan wethouder A. Bonte
Illustratie omslag: © ROBIN UTRECHT
2
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Het juridisch kader…………………………………………………….…4
Hoofdstuk 2: De wettelijke basis…………………………………………………….…..6
Hoofdstuk 3: Het besluit…………………………………………………………….…...7
Hoofdstuk 4: De belanghebbenden..………………………………………….………...8
Hoofdstuk 5:Schadevergoeding………………………………………….……….……..9
Hoofdstuk 6: Voorschriften………………………………………………………….…10
Hoofdstuk 7: Algemene beginselen van behoorlijk bestuur………………….………11
Hoofdstuk 8: Conclusie en advies……………………………………………….………13
3
, Datum
9 november 2018
Onderwerp
Juridische aspecten windmolenproject Landtong Rozenburg I (repowering)
Geachte wethouder Bonte,
Op 1 september 2018 heeft u mij gevraagd een adviesnota op te stellen over het
windmolenproject Landtong Rozenburg I (repowering) (hierna: het windmolenproject). Kort
gezegd houdt het project in dat de bestaande windmolens op Landtong Rozenburg worden hernieuwd
en uitgebreid. In deze adviesnota staan de juridische aspecten en de mogelijke gevolgen van het
project centraal. De nota biedt hier inzicht in, opdat u de gemeenteraad, de betrokken juridische
medewerkers en de media hierover kunt informeren.
1. Het juridisch kader
1.1 Aard van het project
In september 2013 is het Energieakkoord tot stand gekomen. Blijkens het akkoord hebben provincies
een eigen taakstelling voor het bevorderen van duurzame energie. 1 Een van de taken is het opschalen
van hernieuwbare energieopwekking door het realiseren van onder andere windmolens. De realisatie
houdt hierbij verband met Richtlijn (EG) 2001/42, betreffende de beoordeling van de gevolgen van
bepaalde plannen en programma’s voor het milieu en Richtlijn (EU) 2011/92, betreffende de
milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. 2 Verder hebben decentrale
overheden op grond van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte op het gebied van ruimtelijke
ordening beleidsvrijheid voor de uitvoering van de taakstelling. 3 In de structuurvisie staan plannen
1
Sociaal-Economische Raad 2013, p. 6.
2
Fleurke , NTER 2017, p. 39 e.v.
3
Kamerstukken II 2015/16, 32660, 66, p. 1 e.v.
4