10-09-2012 Taak 1A
Probleemstelling: Wat is mentale retardatie?
Leerdoelen
1. Wat zijn de DSM-IV criteria voor mentale retardatie?
2. Wat zijn de genetisch bepaalde syndromen (in het kort, Box 2)?
3. Wat is de epidemiologie van psychopathologie bij verstandelijk beperkte kinderen?
Komt het meer voor bij normale kinderen of niet?
4. Wat is de differentiaaldiagnose (verschil met autisme) en comorbiditeit?
5. Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?
6. Wat is de epidemiologie van mentale retardatie?
7. Wat is de etiologie van mentale retardatie?
1. Wat zijn de DSM-IV criteria voor mentale retardatie?
Zwakzinnigheid (Mental retardation)
A. Verstandelijk duidelijk onder het gemiddelde functioneren: een IQ van ongeveer 70 of
lager bij een individueel toegepaste IQ test (bij zeer jonge kinderen op basis van een
inschatting van een verstandelijk significant onder het gemiddelde functioneren).
B. Gelijktijdig aanwezige tekorten in of beperkingen van het huidige aanpassingsgedrag (dat
wil zeggen of betrokkene er in slaagt te voldoen aan de standaarden die bij zijn of haar leeftijd
verwacht kunnen worden binnen zijn of haar culturele achtergrond) op ten minste twee van de
volgende terreinen: communicatie, zelfverzorging, zelfstandig kunnen wonen, sociale en
relationele vaardigheden, gebruik maken van gemeenschapsvoorzieningen, zelfstandig
beslissingen nemen, functionele intellectuele vaardigheden, werk, ontspanning, gezondheid en
veiligheid.
C. Begint voor het 18e jaar.
Codeer op basis van de mate van ernst die het niveau van verstandelijke beperkingen
weerspiegelt:
317 (F70.9) Lichte zwakzinnigheid: (Mild Mental Retardation) Niveau IQ 50-55 tot
ongeveer 70. Ongeveer 85% van de mensen met MR. Zij kunnen academische
vaardigheden tot aan de middelbare schooltijd, dit bereiken zij in het eind van
hun tienerjaren. Zij kunnen succesvol in een gemeenschap leven, zelfstandig of
met supervisie.
318.0 (F71.9) Matige zwakzinnigheid: (Moderate Mental Retardation) Niveau IQ 35-40 tot
50-55. Sommigen hebben weinig hulp nodig, de meesten echter wat meer. De
passen zich goed aan aan de gemeenschap in settings onder toezicht.
318.1 (F72.9) Ernstige zwakzinnigheid: (Severe Mental Retardation) Niveau IQ 20-25 tot 35-
40. Deze mensen hebben lage academische vaardigheden, maar ze kunnen
bepaalde overlevingswoorden lezen. Zij kunnen als volwassenen simpele taken
onder toezicht uitvoeren en zich aanpassen aan de gemeenschap door in
groepshuizen of bij familie te wonen.
318.2 (F73.9) Diepe Zwakzinnigheid: (Profound Mental Retardation) Niveau IQ lager dan 20
Probleemstelling: Wat is mentale retardatie?
Leerdoelen
1. Wat zijn de DSM-IV criteria voor mentale retardatie?
2. Wat zijn de genetisch bepaalde syndromen (in het kort, Box 2)?
3. Wat is de epidemiologie van psychopathologie bij verstandelijk beperkte kinderen?
Komt het meer voor bij normale kinderen of niet?
4. Wat is de differentiaaldiagnose (verschil met autisme) en comorbiditeit?
5. Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?
6. Wat is de epidemiologie van mentale retardatie?
7. Wat is de etiologie van mentale retardatie?
1. Wat zijn de DSM-IV criteria voor mentale retardatie?
Zwakzinnigheid (Mental retardation)
A. Verstandelijk duidelijk onder het gemiddelde functioneren: een IQ van ongeveer 70 of
lager bij een individueel toegepaste IQ test (bij zeer jonge kinderen op basis van een
inschatting van een verstandelijk significant onder het gemiddelde functioneren).
B. Gelijktijdig aanwezige tekorten in of beperkingen van het huidige aanpassingsgedrag (dat
wil zeggen of betrokkene er in slaagt te voldoen aan de standaarden die bij zijn of haar leeftijd
verwacht kunnen worden binnen zijn of haar culturele achtergrond) op ten minste twee van de
volgende terreinen: communicatie, zelfverzorging, zelfstandig kunnen wonen, sociale en
relationele vaardigheden, gebruik maken van gemeenschapsvoorzieningen, zelfstandig
beslissingen nemen, functionele intellectuele vaardigheden, werk, ontspanning, gezondheid en
veiligheid.
C. Begint voor het 18e jaar.
Codeer op basis van de mate van ernst die het niveau van verstandelijke beperkingen
weerspiegelt:
317 (F70.9) Lichte zwakzinnigheid: (Mild Mental Retardation) Niveau IQ 50-55 tot
ongeveer 70. Ongeveer 85% van de mensen met MR. Zij kunnen academische
vaardigheden tot aan de middelbare schooltijd, dit bereiken zij in het eind van
hun tienerjaren. Zij kunnen succesvol in een gemeenschap leven, zelfstandig of
met supervisie.
318.0 (F71.9) Matige zwakzinnigheid: (Moderate Mental Retardation) Niveau IQ 35-40 tot
50-55. Sommigen hebben weinig hulp nodig, de meesten echter wat meer. De
passen zich goed aan aan de gemeenschap in settings onder toezicht.
318.1 (F72.9) Ernstige zwakzinnigheid: (Severe Mental Retardation) Niveau IQ 20-25 tot 35-
40. Deze mensen hebben lage academische vaardigheden, maar ze kunnen
bepaalde overlevingswoorden lezen. Zij kunnen als volwassenen simpele taken
onder toezicht uitvoeren en zich aanpassen aan de gemeenschap door in
groepshuizen of bij familie te wonen.
318.2 (F73.9) Diepe Zwakzinnigheid: (Profound Mental Retardation) Niveau IQ lager dan 20