100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting/overzicht voor woordbenoemen in leerjaar 1. Lerarenopleiding Nederlands 2de graad

Rating
1.0
(1)
Sold
5
Pages
12
Uploaded on
19-10-2018
Written in
2017/2018

Samenvatting/overzicht voor het vak woordbenoemen in leerjaar 1 van de lerarenopleiding Nederlands 2de graad. HAN Nijmegen.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 19, 2018
Number of pages
12
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Woordbenoemen.

‘was’ vijf verschillende woordsoorten.
1. Ik doe de was. Znw (zelfstandig naamwoord)
2. Ik was bij Piet. Zww (zelfstandig werkwoord)
3. Ik was naar buiten gelopen. Hwwt (hulpwerkwoord tjd)
4. Ik was moe. Kww (koppelwerkwoord)
5. Ik was aan het zwemmen. Mwwa ( )

Werkwoorden drukken een handeling uit ‘doe-woorden’.

a) Jan-Pieter loopt onder straat.
Pv is belangrijkste werkwoord. (automatsch als er maar één ww is)
b) Jan-Pieter kon over straat lopen.
Zin bevat een pv en een ander ww.
c) Jan-Pieter had over straat kunnen lopen.
Zin bevat een pv en andere ww.

Eén ww is altjd ‘het belangrijkst’: het drukt de handeling van de zin uit.
a) Jan-Pieter loopt onder straat.
Als er maar één ww is, is dat ww het belangrijkste.
b) Jan-Pieter kon over straat lopen.
Als er meer werkwoorden zijn, is de pv nooit het belangrijkste. Het belangrijkste ww schuif
op.
c) Jan-Pieter loopt over straat.
Jan-Pieter heef over straat gelopen.
Jan-Pieter heef over straat kunnen lopen.
Jan-Pieter heef over straat moeten kunnen lopen.
Hww hww hww
Door meer ww toe te voegen, verplaats het belangrijkste ww en wordt het vervangen door
een nieuwe pv.
De ‘niet-belangrijke ww’ noemen we hulpwerkwoorden.

Werkwoorden:
In een zin ww
Hoofdwerkwoord Andere werkwoorden (rest)
Altjd 1 Pv in een zin met meer ww = pv niet het
hoofdww
Zww (zelfstww) -> werkwoordelijk gezegde Hww (hulpww)
Kww (koppelww) -> naamwoordelijk
gezegde

- Werkwoorden (ww): de ‘belangrijkste’ in de zin.
o Drukken een handeling / gebeuren uit (zWW)
o koppelen het onderwerp aan een toestand of eigenschap (kWW)
- hulpwerkwoorden: de ‘niet-belangrijkste’.
1. Drukken uit dat iets afgesloten is (hWWT) = hww van tij.

, 2. Drukken uit dat iets begint of voortduurt (hWWA) = hww van aspect.
3. Leggen focus op de iets of iemand die de handeling ondergaat (hWWLV) hww
van liijenje vorm.
4. Drukken uit dat iets zeker of onzeker is (hWWM) = hww van mojaliteit.
5. Drukken uit dat iemand een bepaalde houdding heef ten aanzien van het
gezegde (hWWM) = hww van mojaliteit.
6. Drukken uit dat iets wordt veroorzaakt door iets (hWWC) = hww van
causaliteit.

hWWT:
- = hww van tij.
- Drukken uit dat iets afgesloten.
- Samen met een voltooid deelwoord (vd) vormen zij een zogenaamde voltooide tjd.
- Hebben en zijn.
 Jan heef een grote karper gevangen.
 Simone is gisteren naar de dansschool geweest.
hWWA:
- = hww van aspect.
- Drukken uit dat iets begint of voortduurt.
- Geven het begin van een handeling aan.
- Gaan en komen.
 Jan gaat een grote karper vangen.
 Simone komt vandaag balletdansen.
- Ook zijn, blijven, ziten, lopen, staan en hangen kunnen hWWA zijn als zij aangeven
dat de handeling voortduurt.
 Marieke is boodschappen doen.
 Samantha blijf vannacht logeren.
 Hand zat / lag / liep erom te zeuren.
 Frans Bauer stond op de tv te galmen.
 De was hing de hele dag te drogen.
hWWLV:
- = hww van liijenje vorm.
- Leggen focus op de iets of iemand die de handeling ondergaat. (wordt… door…)
- Een bedrijvende zin kun je met worden en zijn omzetten in een lijzende zin.
 De grote karper wordt gevangen door Jan.
 De dansschool is bezocht door Simone.
hWWM:
- =hww van mojaliteit.
- Drukken uit dat iets zeker of onzeker is.
- Drukken uit dat iemand een bepaalde houding heef ten aanzien van de mededeling
in de rest van de zin.
- Kunnen, zullen, mogen, moeten, laten en willen + schijnbare kww’s.
 Jan kan zich zomaar vergist hebben. (‘Het is waarschijnlijk dat Jan…’)
 Simone mag dan wel gauw ziek zijn…’ (‘Het is mogelijk dat Simone…’)
 Sam schijnt ziek te zijn. (‘Het lijkt erop dat Sam…’)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
7 months ago

1.0

1 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
sannepaulussen Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
61
Member since
7 year
Number of followers
44
Documents
14
Last sold
5 months ago

3.8

13 reviews

5
5
4
4
3
2
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions