100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Custom: Brain and Cognition - Cognitie & Gedrag ()

Rating
-
Sold
1
Pages
11
Uploaded on
19-02-2024
Written in
2023/2024

Dit is alle literatuur samengevat in het nederlands voor het eerste deeltentamen (!) van cognitie en gedrag, psychologie jaar 1.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
February 19, 2024
Number of pages
11
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Literatuur cognitie & gedrag

Hoofdstuk 1 Goldstein
- Cognitieve psychologie = het deel van psychologie dat zich bezighoudt met de geest
(/gedachten) > kijkt naar HOE de geest bereikt wat hij doet
 De geest creëert en controleert mentale functies zoals perceptie, aandacht,
geheugen, emotie, taal, beslissingen nemen, denken en redeneren
 De geest is een systeem dat representaties van de wereld creëert, wat mogelijk
maakt dat wij kunnen leven en onze doelen kunnen bereiken > belangrijk voor
functioneren en overleven
- Donder’s pioneering experiment: keek naar hoelang het duurde voordat iemand een
keuzes maakte = reactietijd > simple reaction time & choice reaction time (er is bij de
2e een extra stap/mentale respons nodig om een keuze te kunnen maken)
- Wundt’s psychology laboratory: structuralisme = onze ervaring wordt bepaald door
basic elementen die ‘sensations’ worden genoemd
 Analytic introspection: deelnemers beschrijven hun sensations, gevoelens en
processen tijdens gedachtes in reactie op stimuli
- Ebbinghaus’ memory experiment: hoe snel vergeet je geleerde informatie? > savings
method om ‘het vergeten van’ te meten
- William james’ principle of psychology: meldde observaties van zijn eigen ervaringen
- Behaviourism (Watson): hoe beïnvloeden 2 stimuli het gedrag > lijkt op klassieke
conditionering
- Operante conditionering (Skinner): hoe wordt gedrag gestuurd door positieve
bekrachtiging
 Kritiek op stimulus-respons theorie: mensen kunnen een bepaalde stimulus anders
interpreteren, waardoor het antwoord ook anders wordt
- Tolman’s cognitive map = een muis kan de map van een doolhof onthouden
waardoor de muis toch terecht kan komen bij het stukje kaas wanneer hij op een
andere plek wordt neergezet
- Dichotic listening experience: je kan twee dingen tegelijk horen, maar van maar 1
ding de content ook daadwerkelijk begrijpen (de filter filtert de informatie die je niet
hoeft te onthouden weg en de detector neemt de informatie op die de filter wel door
heeft gelaten)
- Artificial intelligence: de mogelijkheid van een machine om menselijke vaardigheden
te tonen
- Structural models laten zien hoe een fysiek structuur (zoals het brein) eruitziet >
process models laten zien hoe bepaalde structuren werken (het proces)
- Resource models focussen op de mentale moeite/ middelen die bepaalde processen
(in het process model) vereisen
 Het korte termijn geheugen is bijv. beperkt > we kunnen maar een aantal dingen in
ons korte termijn geheugen onthouden, dus veel dingen zullen ook langs ons
heengaan
 Multiple resource model wanneer er sprake is van meerdere dingen tegelijk doen
 Bevat 3 dimensies:
1. Stages of processing dimension, distinguishing between perception and cognition
processes on the one hand and responding on the other hand > we gebruiken
verschillende middelen voor het verwerken van informatie en het daarop reageren

, 2. Codes of processing: ruimtelijke activiteiten vereisen andere middelen dan verbale
activiteiten
3. Modalities: geluid percepties vereisen andere middelen dan zicht percepties
- Interleaving = het mixen van bepaalde onderwerpen die onder hetzelfde domein
vallen > bevordert prestaties
- Het ophalen van informatie maakt de herinnerde informatie makkelijker op te halen

Module 6.1
- Een amplitude is de intensiteit (luidheid) van een bepaald geluid
- Frequentie wordt uitgedrukt in Hertz (Hz) = aantal compressies per seconden
 Geluiden met een hogere frequentie zijn hoger in pitch (pitch = aspect van perceptie)
 Timbre = kwaliteit/complexiteit van de toon
- Outer ear: bevat de oorlel/pinna (helpt met het lokaliseren van het geluid) > geluid
bereikt via de gehoorgang de middel ear:
- Laten het trommelvlies trillen > deze is vebonden met de oval window (membraan
van de inner ear) via de stirrup (stirrup zorgt ervoor dat de trillingen krachtiger
worden) > wanneer dit gebeurt wordt vloeistof in de cochlea in beweging gezet
waardoor de haarcellen verplaatsen en ionkanalen in dit membraan openen
 De geluidreceptoren zijn de haarcellen > liggen tussen de basilar membrane van de
cochlea aan de ene kant en het tectorial membrane aan de andere kant
- Place theory: stelt dat de basilar membrane lijkt op pianosnaren > elk deel van het
membraan is afgestemd op een bepaalde frequentie > elke frequentie activeert de
haarcellen op de bepaalde plek in de basilar membrane en het zenuwstelsel
onderscheidt de frequenties op basis van de verschillende neuronen die reageren
- Frequency theory: volledige basilar membrane trilt tegelijk bij het horen van een
geluid doordat geluidszenuw axonen met dezelfde frequentie actiepotentialen
produceren
 Zachte geluiden produceren activeren minder neuronen dan harde geluiden > zachte
geluiden laten de haarcellen trillen die verder in het membraan liggen (harde
geluiden, dus een hogere Hz doet dat bij haarcellen aan het begin van het
membraan)
- Informatie bereikt via het geluidssysteem en via de subcorticale delen de primaire
auditieve cortex (area 1) in de superior temporale cortex > is noodzakelijk voor het
verwerken van informatie, niet per se het horen zelf
 Anterior temporal cortex: voor het identificeren van geluiden
 Posterior temporal cortex & parietal cortex: specialisatie in lokaliseren van geluid
- Ontwikkeling van het geluidssysteem is afhankelijk van ervaring
- Time of arrival en het verschil in intensiteit tussen de twee oren maakt dat je kan
lokaliseren waar een geluid vandaan komt > door sound shadow wordt het geluid
luider gemaakt voor een bepaald oor (hierdoor weet je van welke kant het komt)
 Phase difference helpt ook bij lokaliseren > afhankelijk van frequentie van het geluid,
grootte van het hoofd en de richting van het geluid
- Amusia: aandoening waarbij je minder connecties hebt met de frontale cortex >
hebben o.a. moeite met het onderscheiden van tonen
- Conductive deafness/middle-ear deafness: soms tijdelijk door infecties/tumor bijv. >
hebben een normale cochlea en gehoorzenuw
$8.98
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
aliciavanderovaart
3.5
(2)

Get to know the seller

Seller avatar
aliciavanderovaart Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
7
Member since
1 year
Number of followers
2
Documents
6
Last sold
6 months ago

3.5

2 reviews

5
0
4
1
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions