Opgave 1:
Stappenplan:
1. Terugbetalingsverplichting? Ja lening.
2. Herkwalificatie? Nee vreemd vermogen.
3. Zakelijke rente (afhankelijk van zekerheid/solvabiliteit e.d.)? Nee
verzakelijken.
Hoe zal fscaal met de lening en de rente worden omgegaan?
In beginsel is de civielrechtelijke vorm van een overeenkomst
doorslaggevend. Wanneer (al dan niet verbonden) partijen aangeven een
lening met elkaar aan te gaan, dient dit aangenomen te worden. Er zijn
echter drie uitzonderingsgevallen waarin herkwalificatie van een
(civielrechtelijke) lening tot eigen vermogen kan geschieden. Dit zijn de
schijnlening1 de bodemloze-putlening en de deelnemerschapslening. Voor
laatstgenoemde uitzondering, ook wel de 10-1-d-lening genoemd, gelden
drie cumulatieve: (1) achtergestelde vordering, (2) winstafhankelijke rente
en (3) een looptijd van 50 jaar of meer.
In de gegeven casus wordt aan alle drie de voorwaarden van de
deelnemerschapslening voldaan. Daarom zal de lening dienen te
kwalificeren als kapitaalstorting en de rentebetalingen dienen te
kwalificeren als winstuitkeringen.
Artikel 13 lid 4 sub b VPB noemt vergoedingen uit een 10-1-d-lening
expliciet. Deze vallen dus onder de DNV van artikel 13 VPB en zijn
zodoende niet-aftrekbaar.
Kan de afwaardering ten laste van de winst worden gebracht? Waarom?
In beginsel kan een afwaardering van een lening/deelneming ten laste van
de winst worden gebracht. De deelnemingsvrijstelling werkt echter twee
kanten op en voorkomt hier afwaardering. De wettekst van artikel 13 lid 1
geeft aan dat voordelen uit hoofde van een deelneming buiten de
winstbepaling blijven. Dit kunnen positieve voordelen zijn, maar ook
negatieve.
In dit geval kan de afwaardering dus niet ten laste van de winst worden
gebracht.
Wanneer de dochter failliet zou gaan en geliquideerd wordt, kan wel een
liquidatieverlies genomen worden.
Hoe zal fscaal met deze lening worden omgegaan?
Indien op voorhand duidelijk is dat de lening niet terugbetaald zal worden,
is er sprake van een bodemloze-putlening. Dit is zoals eerder aangegeven
een van de drie mogelijkheden die herkwalificatie van vreemd vermogen
1
Bij een schijnlening is er geen terugbetalingsverplichtngg tenminste deze zal niet uitgevoerd worden.
Dit wordt objectee bepaaldg substance over eorm. Afossing zal niet plaatsvindeng maar deze rente wordt
bijgeschreven bij de lening. Ontbreken van zekerheid.
, tot eigen vermogen met zich meebrengt. Het zal dus fiscaal niet als
lening, maar als kapitaalstorting gezien moeten worden. Eventuele rente
is niet aftrekbaar, omdat er geen sprake is van rente maar een
dividenduitkering.
Kan de afwaardering ten laste van de winst worden gebracht? Waarom?
Zoals in de vorige vraag aangegeven, dient de lening als kapitaalstorting
aangemerkt te worden. Deze zal dan ook tot de deelneming gerekend
moeten worden. Aangezien BV D een 100% dochter is van BV M, is de
deelnemingsvrijstelling van toepassing. Een eventuele afwaardering kan
dus niet ten laste van de winst worden gebracht.
Omschrijf het begrip informeel kapitaal en geef een voorbeeld van
informeel kapitaal in de kosten- en vermogenssfeer
Er is sprake van informeel kapitaal als een aandeelhouder, vanwege
aandeelhoudersmotieven, vermogen inbrengt in een onderneming. Deze
stortingen dienen bij de fiscale winstbepaling buiten beschouwing gelaten
te worden. Het is tenslotte ook geen winst voor een onderneming, maar
eerder een stijging van de ‘schuld’ richting haar aandeelhouders.
Informeel kapitaal kan zijn het kwijtschelden van een lening aan een
dochtermaatschappij door de moeder.
Bewustzijnsvereiste bij infokap. Zowel aandeelhouder als onderneming.
Wat voor invloed heeft het onzakelijk debiteurenrisico op de rente?
ODR-lening, geen derde zou tegen een vastgestelde rente de lening
verstrekken. Alleen bij een rente die feitelijk winstafhankelijk wordt. Om
dan toch een ‘zakelijke rente’ vast te stellen, wordt gebruik gemaakt van
de borgstelling. Dit houdt in het percentage waartegen de bank een lening
aan de dochter zou geven, als de moeder garant zou staan.
Is de rente aftrekbaar indien een onzakelijk debiteurenrisico wordt
genomen?
Zoals in de beantwoording bij de vorige vraag duidelijk werd, is slechts de
rente aftrekbaar die zakelijk is. Het overige deel dient als winstuitdeling
gezien te worden. De borgstellingsrente is dus aftrekbaar. Het eventuele
overige deel is niet aftrekbaar.
Is het mogelijk de lening af te waarderen?
Het is vaste jurisprudentie dat een ODR-lening niet ten laste van de winst
afgewaardeerd mag worden.
Je hebt namelijk enkel het onzakelijke debiteurenrisico genomen uit
hoedanigheid van aandeelhouder.
Opgave 2:
Is de door A betaalde rente die ziet op bovengenoemde obligatie
aftrekbaar?
Het lijkt op een deelnemerschapslening, maar dit is niet het geval. Het is
namelijk niet zo dat rentebetaling achterwege blijft in een ‘verliesjaar’,
maar slechts dat deze betaling wordt opgeschort. Alleen het tijdstip, niet
Stappenplan:
1. Terugbetalingsverplichting? Ja lening.
2. Herkwalificatie? Nee vreemd vermogen.
3. Zakelijke rente (afhankelijk van zekerheid/solvabiliteit e.d.)? Nee
verzakelijken.
Hoe zal fscaal met de lening en de rente worden omgegaan?
In beginsel is de civielrechtelijke vorm van een overeenkomst
doorslaggevend. Wanneer (al dan niet verbonden) partijen aangeven een
lening met elkaar aan te gaan, dient dit aangenomen te worden. Er zijn
echter drie uitzonderingsgevallen waarin herkwalificatie van een
(civielrechtelijke) lening tot eigen vermogen kan geschieden. Dit zijn de
schijnlening1 de bodemloze-putlening en de deelnemerschapslening. Voor
laatstgenoemde uitzondering, ook wel de 10-1-d-lening genoemd, gelden
drie cumulatieve: (1) achtergestelde vordering, (2) winstafhankelijke rente
en (3) een looptijd van 50 jaar of meer.
In de gegeven casus wordt aan alle drie de voorwaarden van de
deelnemerschapslening voldaan. Daarom zal de lening dienen te
kwalificeren als kapitaalstorting en de rentebetalingen dienen te
kwalificeren als winstuitkeringen.
Artikel 13 lid 4 sub b VPB noemt vergoedingen uit een 10-1-d-lening
expliciet. Deze vallen dus onder de DNV van artikel 13 VPB en zijn
zodoende niet-aftrekbaar.
Kan de afwaardering ten laste van de winst worden gebracht? Waarom?
In beginsel kan een afwaardering van een lening/deelneming ten laste van
de winst worden gebracht. De deelnemingsvrijstelling werkt echter twee
kanten op en voorkomt hier afwaardering. De wettekst van artikel 13 lid 1
geeft aan dat voordelen uit hoofde van een deelneming buiten de
winstbepaling blijven. Dit kunnen positieve voordelen zijn, maar ook
negatieve.
In dit geval kan de afwaardering dus niet ten laste van de winst worden
gebracht.
Wanneer de dochter failliet zou gaan en geliquideerd wordt, kan wel een
liquidatieverlies genomen worden.
Hoe zal fscaal met deze lening worden omgegaan?
Indien op voorhand duidelijk is dat de lening niet terugbetaald zal worden,
is er sprake van een bodemloze-putlening. Dit is zoals eerder aangegeven
een van de drie mogelijkheden die herkwalificatie van vreemd vermogen
1
Bij een schijnlening is er geen terugbetalingsverplichtngg tenminste deze zal niet uitgevoerd worden.
Dit wordt objectee bepaaldg substance over eorm. Afossing zal niet plaatsvindeng maar deze rente wordt
bijgeschreven bij de lening. Ontbreken van zekerheid.
, tot eigen vermogen met zich meebrengt. Het zal dus fiscaal niet als
lening, maar als kapitaalstorting gezien moeten worden. Eventuele rente
is niet aftrekbaar, omdat er geen sprake is van rente maar een
dividenduitkering.
Kan de afwaardering ten laste van de winst worden gebracht? Waarom?
Zoals in de vorige vraag aangegeven, dient de lening als kapitaalstorting
aangemerkt te worden. Deze zal dan ook tot de deelneming gerekend
moeten worden. Aangezien BV D een 100% dochter is van BV M, is de
deelnemingsvrijstelling van toepassing. Een eventuele afwaardering kan
dus niet ten laste van de winst worden gebracht.
Omschrijf het begrip informeel kapitaal en geef een voorbeeld van
informeel kapitaal in de kosten- en vermogenssfeer
Er is sprake van informeel kapitaal als een aandeelhouder, vanwege
aandeelhoudersmotieven, vermogen inbrengt in een onderneming. Deze
stortingen dienen bij de fiscale winstbepaling buiten beschouwing gelaten
te worden. Het is tenslotte ook geen winst voor een onderneming, maar
eerder een stijging van de ‘schuld’ richting haar aandeelhouders.
Informeel kapitaal kan zijn het kwijtschelden van een lening aan een
dochtermaatschappij door de moeder.
Bewustzijnsvereiste bij infokap. Zowel aandeelhouder als onderneming.
Wat voor invloed heeft het onzakelijk debiteurenrisico op de rente?
ODR-lening, geen derde zou tegen een vastgestelde rente de lening
verstrekken. Alleen bij een rente die feitelijk winstafhankelijk wordt. Om
dan toch een ‘zakelijke rente’ vast te stellen, wordt gebruik gemaakt van
de borgstelling. Dit houdt in het percentage waartegen de bank een lening
aan de dochter zou geven, als de moeder garant zou staan.
Is de rente aftrekbaar indien een onzakelijk debiteurenrisico wordt
genomen?
Zoals in de beantwoording bij de vorige vraag duidelijk werd, is slechts de
rente aftrekbaar die zakelijk is. Het overige deel dient als winstuitdeling
gezien te worden. De borgstellingsrente is dus aftrekbaar. Het eventuele
overige deel is niet aftrekbaar.
Is het mogelijk de lening af te waarderen?
Het is vaste jurisprudentie dat een ODR-lening niet ten laste van de winst
afgewaardeerd mag worden.
Je hebt namelijk enkel het onzakelijke debiteurenrisico genomen uit
hoedanigheid van aandeelhouder.
Opgave 2:
Is de door A betaalde rente die ziet op bovengenoemde obligatie
aftrekbaar?
Het lijkt op een deelnemerschapslening, maar dit is niet het geval. Het is
namelijk niet zo dat rentebetaling achterwege blijft in een ‘verliesjaar’,
maar slechts dat deze betaling wordt opgeschort. Alleen het tijdstip, niet
