Historische en vergelijkende inleiding tot het publiekrecht -
Deel 1: Staat en recht
Prof. dr. F. Dhondt
Hoofdstuk 3: Ancien Régime en revolutie
In principe regelt het internationaal recht de verhoudingen tussen staten, dat is iets anders dn de
organisatie van de instellingen of de fundamentele rechten van de burgers binnen 1 staat. Er zijn
momenten waar die twee clashen en dat heeft veel te maken met de definitie van soevereiniteit dat
ook een externe component heeft namelijk in verhouding kunnen treden met andere staten. Dat
hangt samen met het probleem van de erkenning. Zien de andere spelers op het wereldtoneel u als 1
van hen.
= eed die de afgevaardigde van de drie standen zweren
dat ze niet meer uit elkaar zullen gaan
Dat vestigt het principe van de nationale soevereiniteit,
dat de natie 1 blok is en de burgers juridisch gezien gelijk
zijn voor de wet.
De Franse revolutionairen gaan de revolutie proberen verspreiden. Anderzijds door het feit dat ze
ene koning onthoofden voelen de andere landen in Europa zich bedreigt en zullen er coalities komen
tegen Frankrijk en oorlogen. Het samenvloeien van die veranderingen in interne legitimiteit en de
grote internationale problemen op de Franse revolutie lijdt ertoe dat het volkenrecht gaat
veranderen.
A. Absolute monarchie
Er wordt gezegd dat in Frankrijk de monarchie absoluut was tot 1789, het bijeenroepen van de
staten-generaal.
“Un souverain n’est tenu de rendre compte de sa conduite qu’à Dieu et à son épée”
(Ferdinand III, 1648)
De Franse koning heeft het makkelijker dan de Britse, hij moet niet luisteren naar een parlement
maar hij heeft wel af te rekenen met krachtige magistraten.
1
, Absolute monarchie = FICTIE
= propagandistisch discours → de soevereiniteit van de vorst is ondeelbaar voor de wetgeving, voor
de financiën hangt hij aan het handje van de grote financiers en juridisch gezien gaat Lodewijk de 14 e
er niet in slagen om de macht te breken van het parlement de Paris
= hoogste rechtscollege in Frankrijk
Als de wet toekomt kunnen de raadsheren, de magistraten van het parlement zeggen dat ze
remonstranties hebben/opmerkingen → deze tekst is niet conform aan hogere rechtsnormen
Frankrijk
▪ Lois fondamentales
▪ Remonstrantierecht
→ CASUS: Dood van Lodewijk XIV (1715)
Frankrijk heeft in het ancien regime geen geschreven grondwet, er zijn alleen geschreven principes.
Principes die worden afgeleid uit de vorige rechtspraak van het parlement. Onder Lodewijk 14 wordt
er gezegd dat het remonstrantierecht wordt afgeschaft. Eigenlijk is dat niet volledig juist; het
moment waarop het parlement zijn remonstranties uitgeeft is verschoven. Op het moment van
Lodewijk de 14e mag het parlement dat niet doen.
Na de dood van Lodewijk de 14e moet zijn achterkleinzoon hem opvolgen maar die is minderjarig op
het moment dat Lodewijk sterft. Tot zijn 13e kan hij niet regeren. Lodewijk 14 heeft dat voorzien en
heeft een testament gemaakt waarin staat dat er een regentschapsraad komt en die raad moet het
bestuur waarnemen. Er is 1 iemand die de raad voor zit maar die heeft beperkte bevoegdheden, dat
is de regent: de nonkel. Hij gaat naar het grondwettelijk hof en zegt hen dat ze hun
remonstratierecht terug zullen krijgen als ze het testament van Lodewijk 14 klasseren.
▪ Corruptie – venaliteit
°fermiers = la ferme (consortium van grote banken die de belastingen innen)
vb Antoine Crozat
Teruggeven van remonstrantierecht → Frankrijk blokkeert: de magistraten zitten daar voor hun
eigen belang
→ je kan u positie kopen of doorgeven aan u zoon
→ bewaken de fiscale privileges en zorgen ervoor dat de arme mensen de meeste
belastingen moeten betalen
2
Deel 1: Staat en recht
Prof. dr. F. Dhondt
Hoofdstuk 3: Ancien Régime en revolutie
In principe regelt het internationaal recht de verhoudingen tussen staten, dat is iets anders dn de
organisatie van de instellingen of de fundamentele rechten van de burgers binnen 1 staat. Er zijn
momenten waar die twee clashen en dat heeft veel te maken met de definitie van soevereiniteit dat
ook een externe component heeft namelijk in verhouding kunnen treden met andere staten. Dat
hangt samen met het probleem van de erkenning. Zien de andere spelers op het wereldtoneel u als 1
van hen.
= eed die de afgevaardigde van de drie standen zweren
dat ze niet meer uit elkaar zullen gaan
Dat vestigt het principe van de nationale soevereiniteit,
dat de natie 1 blok is en de burgers juridisch gezien gelijk
zijn voor de wet.
De Franse revolutionairen gaan de revolutie proberen verspreiden. Anderzijds door het feit dat ze
ene koning onthoofden voelen de andere landen in Europa zich bedreigt en zullen er coalities komen
tegen Frankrijk en oorlogen. Het samenvloeien van die veranderingen in interne legitimiteit en de
grote internationale problemen op de Franse revolutie lijdt ertoe dat het volkenrecht gaat
veranderen.
A. Absolute monarchie
Er wordt gezegd dat in Frankrijk de monarchie absoluut was tot 1789, het bijeenroepen van de
staten-generaal.
“Un souverain n’est tenu de rendre compte de sa conduite qu’à Dieu et à son épée”
(Ferdinand III, 1648)
De Franse koning heeft het makkelijker dan de Britse, hij moet niet luisteren naar een parlement
maar hij heeft wel af te rekenen met krachtige magistraten.
1
, Absolute monarchie = FICTIE
= propagandistisch discours → de soevereiniteit van de vorst is ondeelbaar voor de wetgeving, voor
de financiën hangt hij aan het handje van de grote financiers en juridisch gezien gaat Lodewijk de 14 e
er niet in slagen om de macht te breken van het parlement de Paris
= hoogste rechtscollege in Frankrijk
Als de wet toekomt kunnen de raadsheren, de magistraten van het parlement zeggen dat ze
remonstranties hebben/opmerkingen → deze tekst is niet conform aan hogere rechtsnormen
Frankrijk
▪ Lois fondamentales
▪ Remonstrantierecht
→ CASUS: Dood van Lodewijk XIV (1715)
Frankrijk heeft in het ancien regime geen geschreven grondwet, er zijn alleen geschreven principes.
Principes die worden afgeleid uit de vorige rechtspraak van het parlement. Onder Lodewijk 14 wordt
er gezegd dat het remonstrantierecht wordt afgeschaft. Eigenlijk is dat niet volledig juist; het
moment waarop het parlement zijn remonstranties uitgeeft is verschoven. Op het moment van
Lodewijk de 14e mag het parlement dat niet doen.
Na de dood van Lodewijk de 14e moet zijn achterkleinzoon hem opvolgen maar die is minderjarig op
het moment dat Lodewijk sterft. Tot zijn 13e kan hij niet regeren. Lodewijk 14 heeft dat voorzien en
heeft een testament gemaakt waarin staat dat er een regentschapsraad komt en die raad moet het
bestuur waarnemen. Er is 1 iemand die de raad voor zit maar die heeft beperkte bevoegdheden, dat
is de regent: de nonkel. Hij gaat naar het grondwettelijk hof en zegt hen dat ze hun
remonstratierecht terug zullen krijgen als ze het testament van Lodewijk 14 klasseren.
▪ Corruptie – venaliteit
°fermiers = la ferme (consortium van grote banken die de belastingen innen)
vb Antoine Crozat
Teruggeven van remonstrantierecht → Frankrijk blokkeert: de magistraten zitten daar voor hun
eigen belang
→ je kan u positie kopen of doorgeven aan u zoon
→ bewaken de fiscale privileges en zorgen ervoor dat de arme mensen de meeste
belastingen moeten betalen
2