100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - biomoleculen 1

Rating
-
Sold
-
Pages
37
Uploaded on
26-01-2024
Written in
2022/2023

Dit is een samenvatting van Biomoleculen 1. Dit vak wordt gegeven door Mvr. Duran. In deze samenvatting worden alle soorten verbindingen van de organische chemie besproken. Per soort staat de naamgeving, reacties, fysische eigenschappen, ...

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 26, 2024
Number of pages
37
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

BIOMOLECULEN |
*apolair: 1 soort atoom

*polair: meerdere atomen  bindingselektronen niet even sterk door kernen van atomen
aangetrokken

 te maken met elektronegativiteit (EN) (= relatieve aantrekkingskracht die een atoom uitoefent op
de elektronen in een covalte binding)

Bv: EN H: 2,1

EN O: 3, 5  meer
elektronegativiteit dus w.
sterker aangetrokken

*een molecule of chemische binding is het uitwisselen of gemeenschappelijk zetten van elektronen
 meer stabiliteit



1 INTERMOLECULAIRE KRACHTEN

*zwakker dan chemische bindingen maar kunnen eigenschappen van moleculen beïnvloeden

*hoe meer krachten, hoe hoger kook- en smeltpunt

1.1 DIPOOL-DIPOOL INTERACTIES

= aantrekking tssn + einde van polaire molecule en – einde van andere molecule. => polaire
moleculen worden steviger bij elkaar gehouden.

*alleen bij polaire moleculen !

Hoger kookpunt (meer interacties)

*in een molecule komen er atomen voor met ≠ EN  er ontstaan een permanente dipool in deze
molecule

1.2 WATERSTOFBRUGGEN

*waterstof die direct is gebonden aan sterk elektronegatief deeltje (F, N of O)

*hoog kookpunt doordat waterstofbruggen sterkste kracht is.

1.3 DISPERSIEKRACHTEN (LONDONKRACHTEN)

*komt voor tussen ALLE moleculen

*constant verschuiving van elektronen  tijdelijke en snel wisselende dipolen worden gevormd 
tijdelijke dipolen werken in op elkaar en moleculen worden aangetrokken tot elkaar


1|P a g in a

,*redelijke zwakke kracht

*hoe groter contactoppervlak (lengte molecule), hoe meer dispersiekrachten er ontstaan en hoe
hoger kook/smeltpunt

2 ORGANISCHE VERBINDINGEN

*koolstof = 6 protonen, 6 neutronen en 6 elektronen

Atoomnummer = 6 en atoommassa = 12,04

4 valentie-elektronen => 4 bindingen

Kan ook met andere elementen binden  onbeperkt aantal organische bindingen mogelijk

2.1 VOORSTELLINGEN VAN ORGANISCHE VERBINDINGEN

2.1.1 Brutoformule

*geeft aantal van elke soort atoom weer, niets over manier waarop ze gebonden zijn met
elkaar
*zeer weinig gebruikt door onvoldoende info
2.1.2 Structuurformule
*toont hoe ≠ atomen gebonden zijn
2.1.3 Skeletforumle
*gebruikt om organische molecule eenvoudig en vlug voor te stellen
*regels:
- Voorgesteld door zaagtandlijn. Ieder snijpunt en uiteinde van lijn
stelt C-atoom voor
- Waterstofatomen worden niet meer getekend omdat men weet
dan C altijd 4 bindingen heeft
- Heteroatomen en waterstofatomen die gebonden zijn een
heteroatomen worden wel getekend



2.1.4 Ruimtelijke formule
*bindingen in het vlak = volle lijn
*bindingen voor of boven het vlak = volle wig
*bindingen onder of achter het vlak = gestreepte wig

3 ISOMERIE

= verbindingen met = brutoformule maar met een ≠ ruimtelijke schikking van atomen

3.1 STRUCTUURSOMEREN

3.1.1 Ketenisomeren

= koolstofketens die op ≠ manieren zijn opgebouwd. (= brutofomule, ≠ structuurformule

C H
4

10 2|P a g in a

,*≠ fysische eigenschappen

*hoe meer C-atomen, hoe meer ketenisomeren er getekend kunnen worden

3.1.2 Plaatsisomeren

*functionele groep komt op ≠ plaats voor



3.1.3 Functie-isomeren

*met dezelfde atomen kunnen verschillende functionele groepen opgebouwd worden




*als dubbele binding op einde is dan is het een aldehyde

*als dubbele binding in midden is dan is het een keton

3.2 STEREOISOMEREN

*= brutoformule, = manier aan elkaar gebonden MAAR ruimtelijke schikking van groepen is
verschillend

3.2.1 Geometrische isomerie
*dubbele bindingen en ringstructuren
*cis- en trans-vorm (substituenten aan zelfde kant = cis; tegengestelde kant = trans)
! als er 2 substituenten zijn dan kijk je naar de langste keten

> ringstructuren

*cis en trans isomerie kan enkel voorkomen als groepen op ≠ hoeken van ring staan

3.2.2 Optische isomerie
= producten met ≠ ruimtelijke schikking van substituenten rond de koolstof

3.2.2.1 asymmetrisch koolstofatoom

*optische isomerie kan enkel met een chiraal centrum
= 4 ≠ groepen gebonden
! vanaf 1 dubbele binding geen asymmetrie meer

3.2.2.2 optische activiteit

*stoffen met chiraal koolstof zijn in staat om in bewegingsvlak van gepolariseerd licht te draaien 
kan door polarisator en word gemeten met polarimeter



3|P a g in a

, • α > 0 : vlak gepolariseerd licht wordt naar rechts gedraaid → (+) of d-isomeer
(dextrorotatory)
• α < 0 : vlak gepolariseerd licht wordt naar links gedraaid → (-) of l-isomeer (levorotatory)

*formule voor berekenen van optische draaiing:
α =[ α ] ❑tλ . c .l

 α = optische draaiing (rotatie)

[ α ] ❑tλ = specifieke draaiing (temperatuur en golflengte afhankelijk)

C = concentratie (g/ml)

l = weglengte van het licht (dm)

3.2.2.3 voorkomen van optische activiteit

* voor moleculen gepolariseerd licht gaan draaien zijn er 2 voorwoorden:

- minstens 1 chiraal C-atoom aanwezig

- er mag geen symmetrievlak in de molecule aanwezig zijn (geen mesovorm)

3.2.2.4 enantiomeren

*structuren met 1 chiraal C-atoom hebben steeds 2 ruimtelijke vormen

 elkaars spiegelbeeld =
enantiomeren

*hebben zelfde kookpunt, smeltpunt, vertonen zelfde chemische reacties. Reageren enkel
verschillend met gepolariseerd licht.

* kunnen elkaar NIET bedekken

3.2.2.5 racemisch mengsel / racemaat

= mengsel met gelijke hoeveelheden van beide enantiomeren

*geen optische activiteit door uitwendige compensatie (α = 0)

3.2.2.6 mesovorm

= molecule met inwendig spiegelvlak = achiraal

*geen optische activiteit (α = 0)




4|P a g in a

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
axellefeys Odisee Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
1 year
Number of followers
3
Documents
12
Last sold
2 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions