Werkgroepen vreemdelingenrecht week 1 t/m 3 + foto's uitwerkingen casu

Werkgroepen vreemdelingenrecht
Week 1 – inleiding vreemdelingenrecht
4 mogelijkheden bij toegang tot Nederland:
1. Kort verblijf – max. 90 dagen – in de Visumcode (A31) = Europese verordening – wetgeving
die als gauw dat ze tot stand is gekomen en geaccepteerd is door de Europa geldend voor
alle Europese landen. De Nederlandse wet is niet meer geldend als deze verordening geldig
is. Deze gaat voor. Richtlijn = moet worden omgezet in de nationale wet.
Vormen van kort verblijf:
a. Toerisme
b. Zakenreis
c. Familiebezoek
d. Overig
2. Regulier verblijf – langer dan 90 dagen
3. Verblijf als vluchteling = asiel (zie vanaf week 4).
4. Verblijf als Unieburger

Schengen – plaats in Luxemburg – niet alle Europese landen bij het Schengenverdrag  afschaffing
van de grenscontrole. De eigen grenzen zijn opgeheven waardoor je binnen dit gebied van Schengen
vrij mag reizen. De buitengrens is hierdoor extreem belangrijk geworden  Griekenland, Italië,
Spanje (buiten de middellandse zee). Een aantal Griekse eilanden zitten vol met vluchtelingen en ze
komen er niet zomaar af maar mogen ook niet ‘vrij reizen’.

Visumcode:
Zie inhoudsopgave wet: (van belang voor de toets)
- Art. 4 tm 12 – waar aanvragen, wanneer aanvragen
- Art. 18 – voorwaarden
- Art. 24 – wat moet er in dat visum staan
‘Positieve lijst’ voor niet-visumplichtige landen moet je voor de toets kennen, want mensen uit deze
landen hoeven geen visum aan te vragen.

Visum =
 Machtiging voor doorreis over het grondgebied van de lidstaat/voorgenomen verblijf op het
grondgebied van de lidstaten van ten hoogste 3 maanden binnen een periode van 6
maanden vanaf de datum van 1e binnenkomst = c-visum.
 Of: doorreis via de internationale transitzones van luchthavens van de lidstaten = a-visum.
Als je een visum voor Schengenland aanvraagt en krijgt dan kun je binnen al die landen ‘vrij’ reizen.

Aanvragen en bevoegdheid:
- Bevoegd tot het verlenen van het visum zijn de autoriteiten van het Schenenland dat de
hoofdbestemming vna de reis is
- Als er geen hoofdbestemming is zijn de autoriteiten van het land van de 1e binnenkomst
- Het Schengenvisum wordt aangevraagd op de vertegenwoordiging van de Schengen staten in
het land van herkomst
- Voor Nederland zijn dit de Visa-afdeling (meestal de afdeling Consulaire Zaken) op de
Nederlandse ambassades van land van afkomst

,Procedure:
- Bevoegdheid afgeven visa ligt bij de Minister van buitenlandse zaken
- De aanvraag wordt gedaan op de afdeling Consulaire zaken op de Nederlandse ambassade
d.m.v. aanvraag via de website (art. 5 Visumcode) max. 3 maanden voor de beoogde reis (art.
9 lid 1 Visumcode).
- Een medewerker van de afdeling consulaire zaken nodigt de aanvrager uit voor een interview
en maakt een dossier van alle stukken betreffende de aanvraag. De aanvrager meldt het doel
van het verblijf en bij familiebezoek bij wie (de referent).
- Bij aanvragen van minder dan 30 dagen beslist de Ambassade zelf. Bij aanvragen van meer
dan 30 dagen wordt het dossier doorgestuurd naar de Visadienst van de IND in Nederland.
- De Visadienst beslist op de aanvraag
- Als de aanvraag wordt ingewilligd wordt de aanvraag op de Ambassade uitgenodigd en wordt
het visum (de sticker) in het paspoort geplakt en moet de aanvrager binnen 3 maanden naar
Nederland afreizen
- Als de aanvraag wordt afgewezen kan de aanvrager in bezwaar bij de Visadienst in Rijswijk.
 Maximaal 4 weken bezwaartermijn. Binnen 4 weken in bezwaar na
bekendmaking afwijzing visum.

Voorwaarden: - Art. 10 en 21 Visumcode
- Ingevuld en ondertekend aanvraagformulier
- Geldige reisdocumenten
- Pasfoto
- Vingerafdruk
- Geen gevaar openbare orde
- Geen vestiging
- Geldige reisverzekering
…nog meer zie ppt.
Alle documenten afleggen van art. 14 Visumcode
- Overleggen documenten waaruit het doel van de reis blijkt
- Aantonen over voldoende middelen van bestaan te beschikken om de kosten van bestaan te
voorzien
…nog meer zie ppt.

Openbare orde – wanneer gevaar voor openbare orde?
- Signalering in het SIS (Schengen Informatie Systeem)
- Wanneer sta je daar in? Als: nationale gronden:
o Gevaar voor openbare rust
o Gevaar voor de goede zeden
o Gevaar voor de volksgezondheid

Vestigingsgevaar:
- Meest voorkomende afwijzingsgrond in de praktijk
- Doel: tegengaan van illegale immigratie
- Bijlage IIB van de Visumcode geeft aan wat de vreemdeling aan moet tonen:
 Retourticket terugreis
 Bewijs van financiële middelen van bestaan in land van herkomst
 Bewijzen van arbeidsbetrekking met land van herkomst
 Eigendomsbewijzen van bezittingen als huis, auto en andere zaken
 Bewijsstukken van integratie land van herkomst (sociale binding)
 Familiebanden met achterblijvende gezins- of familieleden (familie binding)

, Verlenging visum:
- Visum is 90 dagen geldig voor het totale verblijf in het Schengengebied
- Na verloop van deze 90 dagen moet men zelf uit eigen beweging vertrekken – art. 61
Visumcode
- Verlenging van het visum is slechts mogelijk in zeer uitzonderlijke omstandigheden:
o Overmacht
o Medische redenen
o Humanitaire redenen – vb.: moeder overlijdt en dan wil je blijven voor de begrafenis.
- Alleen in die omstandigheden kan geldigheidsduur van het visum worden verlengd – art. 33
Visumcode
Als de vreemdeling langer blijft dan toegestaan  overstay  illegaal verblijf  in Schenger systeem
geregistreerd dan kun je niet volgende keer een rechtmatig visum krijgen.

Casus 1 Abbas en Khalid
a. Leg uit onder welke categorie vreemdelingen Abbas valt.
4 opties:
- Kort verblijf
- Regulier verblijf – want: hij wil voor 3 weken naar Nederland komen
Aanvraag toewijzen?
o Economische binding met land? Ja, want werk daar
o Sociale binding met land? Ja want vrouw en kinderen daar
- Verblijf als vluchteling
- Verblijf als Unieburger

b. Leg uit het mogelijk is voor Abbas om zijn visum aanvraag op 4 februari 2018 in te dienen nu
hij op 18 augustus 2018 naar Nederland zal vertrekken.
Art. 9 Visumcode – 3 maanden. Vanaf 18 mei kan hij een aanvraag doen voor een Visum.