Samenvatting celbiologie FO

Plasmembraan

- Fosfolipide-dubbellaag
- Perifere eiwitten
- Integrale eiwitten = transmembraan-eiwitten

Vloeibaar mozaiek model

- Membraan is zo viskeus als olijfolie
- Eiwitten bewegen tijdens hun functioneren
- Fosfolipiden roteren en bewegen lateraal

Bewegen van stoffen door de membraan

- Passief
o Met de concentratiegradiënt van de stof mee
o De cel in of uit (hangt van richting gradiënt af)
o Geen energie (ATP) nodig
o Diffusie en osmose
- Actief
o Tegen de concentratiegradiënt van de stof in
o De cel in of uit (hangt van de richting gradiënt af)
o Wel energie (ATP) nodig
- Diffusie
o Eenvoudige diffusie
 Beweging van opgeloste stof van gebied met hoge concentratie naar een
gebied met lage concentratie
o Gefaciliteerde diffusie
 Transport-eiwit maakt diffusie opgeloste stof mogelijk
- Osmose = beweging van water
o Twee manieren
 Door de fosfolipidelaag
 Via aquaporines (water-kanalen) = sneller
- Actief transport
o Transport van stoffen tegen een concentratiegradiënt in: transport-eiwit en energie
nodig (ATP)
- Niet alleen glucose
o Eiwitten
 Overmaat aan aminozuren
 Verwijderen stikstof (deaminatie)
o Koolhydraten
 Monosachariden
o Vetten
 Glycerol
 Vetzuren