GYNAECOLOGIE EN UROLOGIE: FYSIOLOGISCHE VERANDERINGEN TIJDENS DE
ZWANGERSCHAP
→ Zwangerschap is geen ziekte maar tijdelijke toestand die fysiologische veranderingen met zich meebrengen
- Pijn, hinder, ongemak ondervinden tijdens normale dagelijks leven
- Moet rekening mee gehouden bij behandeling, sport, ADL, …
- Specifieke kinesitherapie
- Kan ook tijdelijke of permanente gevolgen hebben na bevalling -> striemen of spataders
→ Perinatale kinesitherapie
- 9 beurten pre- en postnatale kinesitherapie per zwangerschap
- Prenataal
- Info normaal verloop zwangerschap en bevalling
- Advies/aanpassen normale sportactiviteiten
- Preventie en behandeling van specifieke klachten
- Bekkenbodemproblemen
- Rugproblematiek
- Bekkenpijn
- Oedeem
- Partner betrekken bij puffen en persen -> bepaalde houdingen en bewegingen leren
aannemen
- Postnataal
- Algemene conditie
- Algemene spierversterking -> specifieke aandacht voor bekkenbodemspieren en spieren
rond bekkengordel -> stabiliserende spieren, buikspieren
- Begeleiden naar normale sportactiviteit
NORMALE ZWANGERSCHAP: TERMINOLOGIE
ZWANGERSCHAPSDUUR
→ Vanaf 1e dag van laatste menstruatie
→ Gemiddelde duur 280 dagen/40 weken
- 5% bevalt op uitgerekende datum
- 75% bevalt in week rond uitgerekende datum
TERMINOLOGIE
- Blastogenese
- Ontwikkeling van zygote, celdeling en innesteling
→ Zygote = cellen die samenkomen en gaan beginnen delen en innestelen
- Van bevruchting tot embryogenese
- Niet vatbaar voor teratogenen
→ Schadelijke stoffen -> mentale retardatie, groeiachterstand, doofheid, misvorming ogen
- Prenatale dood -> moeder merkt meestal niet dat ze zwanger is geweest
- Embryogenese
- Ontwikkeling van 3e tot 8e week na bevruchting
- Start ontwikkeling van organen
- Zeer vatbaar voor teratogenen
- Belangrijke congenitale afwijkingen
1
,- Foetale periode
- Vanaf 9e week na bevruchting tot bevalling
- Verdere ontwikkeling van organen
- Minder vatbaar voor teratogenen
- Functionele defecten/mineure congenitale afwijkingen
→ Hart begint te kloppen na 6 weken
→ Na 10 weken geen activiteit -> niet levensvatbaar
INHOUD
→ 10-12 kg zwaarder tijdens de zwangerschap
→ Rekening houden met BMI van moeder
Secundae – vliezen
- Binnenzijde -> amnion
- Dun doorschijnen vlies
- Bedekt vruchtholte, placenta en navelstreng
- Buitenzijde -> chorion
→ Eens vliezen gebroken zijn, moet bevalling binnen 24u
plaatsvinden
- Infecties
- Geen voeding
- Geen warmte
- Geen bescherming voor mechanische druk
2
,Placenta
- 500-600 gram
- Diameter = 15-25 cm
- Dikte = 3 cm
- Zowel bloed van moeder als bloed van foetus -> komt niet met elkaar in contact maar kan wel tijdens
bevalling
- Transportfunctie
- Aanvoer zuurstof, voedingsstoffen door diffusie en actief transport
- Afvoer afvalstoffen en CO2 door diffusie en actief transport
- Barrière voor schadelijke stoffen
→ Transport afhankelijk van
- Concentratie van substantie in circulatie van moeder
- Transfermechanisme door celmembranen van placenta
- Concentratie van substantie in lacunae
- Beschikbaarheid van carrier proteïnen
- Concentratie van bloed aan foetale zijde van placenta
- Immunologische functie
- Opname van moederlijke IgG-gammaglobulinen -> foetus verwerft afweer tegen ziektes
- Beschermt foetus en zichzelf tegen afweermechanisme van moeder
- Hormonen synthese -> maakt hormonen aan
- Progesteron
- Oestrogeen
- Humaan placentair lactogeen hormoon
- Humaan choriongonadotrofine = HCG
- Neemt werking van LH op corpus luteum over
- Verhindert luteolyse
- Stimuleert progesterionsynthese
3
, Navelstreng
- Verbindt placenta met foetus
- V. umbilicalis en 2x aa. umbilicales
- Gemiddeld 55 cm
- Inplanting op placenta
- Centraal -> 25%
- Excentrisch -> 65%
- Marginaal -> 9%
- Vliezen naast placenta -> 1%
Vruchtwater
- Begin -> moederlijk serum en bijdrage van foetus is relatief klein -> heldergeel
- Nadien -> foetus drinkt van vruchtwater + urine en longvocht wordt toegevoegd -> witte kleur door
aanwezigheid van vlokken
- (post)term -> vlokken verdwijnen en kleurloos tenzij meconium of bilirubinepigment
- Meconium -> 1e stoelgang = pikzwart -> in vruchtwater = gevaarlijk
- Bilirubinepigment -> afbraak van foetaal bloed -> normaal bloed
- Vlokkentest -> testen op bepaalde aandoeningen
- Functie
- Voorkom vergroeiing van embryo en foetus met omringende weefsels
- Ademhalingsbewegingen en uitwisselen longvocht
- Beweging
- Drinken
- Mechanisch -> gelijkmatige drukverplaatsing bij uteruscontracties
- Bevorderen van ontsluiting van cervix
- Temperatuurregeling
- Plassen in vruchtwater vanaf nieren werken
NORMALE ZWANGERSCHAP: FYSIOLOGISCHE VERANDERINGEN
GESLACHTSORGANEN
- Uterus
- Evolueert van 10 cm en 100g naar 30 cm en 1 kg op einde van zwangerschap
- Toename doorbloeding en myometrium -> hyperplasie en hypertrofie
- Cervix -> 10% spiercellen voornamelijk bindweefsel
- Fundus -> voornamelijk spiercellen in verschillende lagen gerangschikt en georiënteerd
om intra-uteriene druk te verhogen
- Druk op organen van kleine bekken -> frequent plassen
- Invloed op houding
- Lordotische houding geeft rek op blaashals -> stress incontinentie
- Sterke lordotische houding -> urethra wordt tegen bekken gedrukt -> urineretentie
- Advies
- Correct toiletgedrag
- Geen persende mictie
- Aanspannen van bekkenbodemspieren bij drukverhoging
- Correcte lichaamshouding
4
ZWANGERSCHAP
→ Zwangerschap is geen ziekte maar tijdelijke toestand die fysiologische veranderingen met zich meebrengen
- Pijn, hinder, ongemak ondervinden tijdens normale dagelijks leven
- Moet rekening mee gehouden bij behandeling, sport, ADL, …
- Specifieke kinesitherapie
- Kan ook tijdelijke of permanente gevolgen hebben na bevalling -> striemen of spataders
→ Perinatale kinesitherapie
- 9 beurten pre- en postnatale kinesitherapie per zwangerschap
- Prenataal
- Info normaal verloop zwangerschap en bevalling
- Advies/aanpassen normale sportactiviteiten
- Preventie en behandeling van specifieke klachten
- Bekkenbodemproblemen
- Rugproblematiek
- Bekkenpijn
- Oedeem
- Partner betrekken bij puffen en persen -> bepaalde houdingen en bewegingen leren
aannemen
- Postnataal
- Algemene conditie
- Algemene spierversterking -> specifieke aandacht voor bekkenbodemspieren en spieren
rond bekkengordel -> stabiliserende spieren, buikspieren
- Begeleiden naar normale sportactiviteit
NORMALE ZWANGERSCHAP: TERMINOLOGIE
ZWANGERSCHAPSDUUR
→ Vanaf 1e dag van laatste menstruatie
→ Gemiddelde duur 280 dagen/40 weken
- 5% bevalt op uitgerekende datum
- 75% bevalt in week rond uitgerekende datum
TERMINOLOGIE
- Blastogenese
- Ontwikkeling van zygote, celdeling en innesteling
→ Zygote = cellen die samenkomen en gaan beginnen delen en innestelen
- Van bevruchting tot embryogenese
- Niet vatbaar voor teratogenen
→ Schadelijke stoffen -> mentale retardatie, groeiachterstand, doofheid, misvorming ogen
- Prenatale dood -> moeder merkt meestal niet dat ze zwanger is geweest
- Embryogenese
- Ontwikkeling van 3e tot 8e week na bevruchting
- Start ontwikkeling van organen
- Zeer vatbaar voor teratogenen
- Belangrijke congenitale afwijkingen
1
,- Foetale periode
- Vanaf 9e week na bevruchting tot bevalling
- Verdere ontwikkeling van organen
- Minder vatbaar voor teratogenen
- Functionele defecten/mineure congenitale afwijkingen
→ Hart begint te kloppen na 6 weken
→ Na 10 weken geen activiteit -> niet levensvatbaar
INHOUD
→ 10-12 kg zwaarder tijdens de zwangerschap
→ Rekening houden met BMI van moeder
Secundae – vliezen
- Binnenzijde -> amnion
- Dun doorschijnen vlies
- Bedekt vruchtholte, placenta en navelstreng
- Buitenzijde -> chorion
→ Eens vliezen gebroken zijn, moet bevalling binnen 24u
plaatsvinden
- Infecties
- Geen voeding
- Geen warmte
- Geen bescherming voor mechanische druk
2
,Placenta
- 500-600 gram
- Diameter = 15-25 cm
- Dikte = 3 cm
- Zowel bloed van moeder als bloed van foetus -> komt niet met elkaar in contact maar kan wel tijdens
bevalling
- Transportfunctie
- Aanvoer zuurstof, voedingsstoffen door diffusie en actief transport
- Afvoer afvalstoffen en CO2 door diffusie en actief transport
- Barrière voor schadelijke stoffen
→ Transport afhankelijk van
- Concentratie van substantie in circulatie van moeder
- Transfermechanisme door celmembranen van placenta
- Concentratie van substantie in lacunae
- Beschikbaarheid van carrier proteïnen
- Concentratie van bloed aan foetale zijde van placenta
- Immunologische functie
- Opname van moederlijke IgG-gammaglobulinen -> foetus verwerft afweer tegen ziektes
- Beschermt foetus en zichzelf tegen afweermechanisme van moeder
- Hormonen synthese -> maakt hormonen aan
- Progesteron
- Oestrogeen
- Humaan placentair lactogeen hormoon
- Humaan choriongonadotrofine = HCG
- Neemt werking van LH op corpus luteum over
- Verhindert luteolyse
- Stimuleert progesterionsynthese
3
, Navelstreng
- Verbindt placenta met foetus
- V. umbilicalis en 2x aa. umbilicales
- Gemiddeld 55 cm
- Inplanting op placenta
- Centraal -> 25%
- Excentrisch -> 65%
- Marginaal -> 9%
- Vliezen naast placenta -> 1%
Vruchtwater
- Begin -> moederlijk serum en bijdrage van foetus is relatief klein -> heldergeel
- Nadien -> foetus drinkt van vruchtwater + urine en longvocht wordt toegevoegd -> witte kleur door
aanwezigheid van vlokken
- (post)term -> vlokken verdwijnen en kleurloos tenzij meconium of bilirubinepigment
- Meconium -> 1e stoelgang = pikzwart -> in vruchtwater = gevaarlijk
- Bilirubinepigment -> afbraak van foetaal bloed -> normaal bloed
- Vlokkentest -> testen op bepaalde aandoeningen
- Functie
- Voorkom vergroeiing van embryo en foetus met omringende weefsels
- Ademhalingsbewegingen en uitwisselen longvocht
- Beweging
- Drinken
- Mechanisch -> gelijkmatige drukverplaatsing bij uteruscontracties
- Bevorderen van ontsluiting van cervix
- Temperatuurregeling
- Plassen in vruchtwater vanaf nieren werken
NORMALE ZWANGERSCHAP: FYSIOLOGISCHE VERANDERINGEN
GESLACHTSORGANEN
- Uterus
- Evolueert van 10 cm en 100g naar 30 cm en 1 kg op einde van zwangerschap
- Toename doorbloeding en myometrium -> hyperplasie en hypertrofie
- Cervix -> 10% spiercellen voornamelijk bindweefsel
- Fundus -> voornamelijk spiercellen in verschillende lagen gerangschikt en georiënteerd
om intra-uteriene druk te verhogen
- Druk op organen van kleine bekken -> frequent plassen
- Invloed op houding
- Lordotische houding geeft rek op blaashals -> stress incontinentie
- Sterke lordotische houding -> urethra wordt tegen bekken gedrukt -> urineretentie
- Advies
- Correct toiletgedrag
- Geen persende mictie
- Aanspannen van bekkenbodemspieren bij drukverhoging
- Correcte lichaamshouding
4