2022
Werken aan gezondheid
Naam: Studentnummer: Opleiding:
HBO-verpleegkunde te Hanzehogeschool
in GroningenStudieonderdeel:
Praktijkleren, PLP2Cursuscode: Werken
aan gezondheid (HVVB18MWAG)Naam
docentbegeleider: Praktijkleerplaats:
Naam werkbegeleider(s):
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1 Casus..................................................................................................................................3
1.1 De cliënt........................................................................................................................................3
1.2 Onderbouwing keuze cliënt..........................................................................................................3
Hoofdstuk 2 Gegevens verzamelen........................................................................................................4
2.1 De Gezondheidspatronen van Gorden.........................................................................................4
2.2 Clustering......................................................................................................................................6
Hoofdstuk 3 Het stellen van verpleegkundige diagnoses.......................................................................8
3.1 Toegepaste modellen.................................................................................................................11
3.1.1 Ecogram...............................................................................................................................11
3.1.2 Genogram............................................................................................................................13
3.1.3 Caregiver Strain Index (CSI)..................................................................................................13
3.1.4 Toetsen zelfredzaamheid.....................................................................................................14
3.1.5 Stages of Change..................................................................................................................17
3.1.6 ASE-model...........................................................................................................................18
3.1.7 Balansmodel: Draagkracht-draaglast...................................................................................18
Hoofdstuk 4 Verpleegkundige diagnoses en de prioritering.................................................................19
4.1 PES-structuur..............................................................................................................................20
4.2 Prioritering van de verpleegkundige diagnoses..........................................................................21
4.2.1 Toelichting redeneerweb.....................................................................................................22
Hoofdstuk 5 Verpleegkundige zorgresultaten, interventies en doorverwijzingen................................23
Hoofdstuk 6 Monitoren en evalueren..................................................................................................30
6.1 Evaluatie.....................................................................................................................................31
Literatuurlijst........................................................................................................................................31
1
,Inleiding
In dit verslag is de module ‘Werken aan gezondheid’ uitgewerkt aan de hand van de
leeruitkomsten. Bij deze module wordt de aandacht gevestigd op de preventieve zorg in een
hoog-complexe verpleegsituatie. Er zijn gezondheidsrisico’s gesignaleerd en daarop worden
passende vervolgacties ondernomen. Bij het indiceren van de preventieve zorg wordt er
rekening gehouden met de draaglast en draagkracht van de zorgvrager, diens naasten en het
informele netwerk. Met deze informatie wordt er een preventieplan opgesteld (Hanze, z.d.).
Voor dit verslag is er gekozen voor cliënt X. Cliënt X is opgenomen op afdeling de Munte na een
opname in het GRZ vanwege een val, waarbij rugpijnklachten door multiple wervelinzakkingen
en laceraties. Deze opname van cliënt X werd gecompliceerd door een delier, hypernatriëmie en
een gecompliceerde urineweginfectie. De opname van cliënt X is gericht op het optimaliseren
van conditie, zelfredzaamheid en mobiliteit.
In hoofdstuk 1 van dit verslag wordt de casus toegelicht en de keuze van de cliënt onderbouwd.
In hoofdstuk 2 worden de gegevens van deze casus verzameld, uitgewerkt volgens de
gezondheidspatronen van Gordon en wordt er geclusterd. Daarna, in hoofdstuk 3, worden de
verpleegkundige (risico)diagnoses gesteld. Ook is er gebruik gemaakt van verschillende
modellen, zoals ecogram, genogram, Caregiver Strain Index, zelfredzaamheidsradar, Stages of
Change, ASE-model en het balansmodel. In hoofdstuk vier worden deze verpleegkundige
(risico)diagnoses geprioriteerd volgens een redeneerweb en in hoofdstuk 5 worden er
doorverwijzingen, verpleegkundige zorgresultaten en interventies opgesteld. Tot slot, in
hoofdstuk 6, wordt er geëvalueerd.
De leeruitkomsten van de module werken aan gezondheid:
- De student omschrijft op methodische en verantwoorde wijze de potentiële
patiëntprobleem en verantwoordt deze keuze op basis van recente wetenschappelijke
bronnen en/of klinische expertise en inzichten;
- De student beoordeelt op methodische wijze samen met de zorgvrager, diens naasten en
informele netwerk de gezamenlijke draaglast en draagkracht en verantwoordt in welke
fase van zelfmanagement de zorgvrager zich bevindt en houdt bij het indiceren van de
preventieve zorg hier rekening mee;
- De student verklaart het risicovolle gedrag en de motivatie voor gedragsverandering met
behulp van gangbare modellen en gebruikt deze informatie bij het indiceren van de
preventieve zorg;
- De student prioriteert de preventieve zorg, stelt deze vast en verantwoordt deze en wijst
de zorg toe aan het juiste deskundigheidsniveau waarbij rekening gehouden wordt met
een effectieve verdeling van middelen en dit inzichtelijk maken aan alle betrokkenen;
- De student organiseert de zorg effectief en efficiënt, werkt volgens standaarden,
richtlijnen en protocollen en kan de zorg op transparante wijze monitoren.
2
, Hoofdstuk 1 Casus
In dit hoofdstuk wordt de casus die is gekozen voor de module uitgewerkt en toegelicht.
1.1 De cliënt
Cliënt X is een 95 jarige man en woont in een seniorenwoning in Sappemeer. Dhr. is weduwnaar
en heeft twee dochters en één zoon. Dochter M. woont in Sappemeer en is mantelzorger.
Dhr. is midden september opgenomen geweest in het GRZ vanwege een val waarbij
rugpijnklachten door multiple wervelinzakkingen en laceraties. Deze opname van dhr. werd
gecompliceerd door een delier, hypernatriëmie en een gecompliceerde urineweginfectie. Voor
het delier heeft dhr. Haldol gekregen. De transfers in het GRZ gingen met een passieve lift en in
verband met een verminderde mobiliteit heeft dhr. een CAD gekregen.
Tijdens een wandeling buiten met rollator is dhr. ten val gekomen. Hierbij ontstond onder
andere ontvelling op zowel rechter als linker arm en inzakking van L2 tot en met L5. Hiervoor
heeft dhr. een corset gekregen die hij drie maanden moet dragen, in bed mag het corset af. Dhr.
heeft de wens om terug te keren naar de eigen woonomgeving.
Begin oktober is dhr. opgenomen op de afdeling de Munte in de Veenkade te Veendam. Deze
opname is gericht op het optimaliseren van de conditie, zelfredzaamheid en mobiliteit. Het
uiteindelijke doel is dat dhr. zelfstandig transfers kan maken en 15 meter kan lopen met een
rollator.
1.2 Onderbouwing keuze cliënt
De opname van cliënt X is gericht op het optimaliseren van de conditie, zelfredzaamheid en
mobiliteit. Er kan dus op verschillende vlakken verbetering plaatsvinden. Echter heeft dhr. op dit
moment ook lichamelijke klachten, zoals oedeem in beide armen. Dit kan bepaalde transfers
beïnvloeden. Dhr. heeft aangegeven dat hij uiteindelijk graag weer naar huis zou willen en hier
gemotiveerd voor is. Dit is in de praktijk ook te zien, dhr. werkt redelijk goed mee als er iets van
hem gevraagd wordt tijdens de ADL momenten en ook tijdens het eten geeft dhr. aan steeds
meer zelf te willen doen. Dhr. had hulp nodig bij het eten geven en het snijden van het eten,
omdat de armen oedemateus zijn en zeer doen.
3
Werken aan gezondheid
Naam: Studentnummer: Opleiding:
HBO-verpleegkunde te Hanzehogeschool
in GroningenStudieonderdeel:
Praktijkleren, PLP2Cursuscode: Werken
aan gezondheid (HVVB18MWAG)Naam
docentbegeleider: Praktijkleerplaats:
Naam werkbegeleider(s):
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1 Casus..................................................................................................................................3
1.1 De cliënt........................................................................................................................................3
1.2 Onderbouwing keuze cliënt..........................................................................................................3
Hoofdstuk 2 Gegevens verzamelen........................................................................................................4
2.1 De Gezondheidspatronen van Gorden.........................................................................................4
2.2 Clustering......................................................................................................................................6
Hoofdstuk 3 Het stellen van verpleegkundige diagnoses.......................................................................8
3.1 Toegepaste modellen.................................................................................................................11
3.1.1 Ecogram...............................................................................................................................11
3.1.2 Genogram............................................................................................................................13
3.1.3 Caregiver Strain Index (CSI)..................................................................................................13
3.1.4 Toetsen zelfredzaamheid.....................................................................................................14
3.1.5 Stages of Change..................................................................................................................17
3.1.6 ASE-model...........................................................................................................................18
3.1.7 Balansmodel: Draagkracht-draaglast...................................................................................18
Hoofdstuk 4 Verpleegkundige diagnoses en de prioritering.................................................................19
4.1 PES-structuur..............................................................................................................................20
4.2 Prioritering van de verpleegkundige diagnoses..........................................................................21
4.2.1 Toelichting redeneerweb.....................................................................................................22
Hoofdstuk 5 Verpleegkundige zorgresultaten, interventies en doorverwijzingen................................23
Hoofdstuk 6 Monitoren en evalueren..................................................................................................30
6.1 Evaluatie.....................................................................................................................................31
Literatuurlijst........................................................................................................................................31
1
,Inleiding
In dit verslag is de module ‘Werken aan gezondheid’ uitgewerkt aan de hand van de
leeruitkomsten. Bij deze module wordt de aandacht gevestigd op de preventieve zorg in een
hoog-complexe verpleegsituatie. Er zijn gezondheidsrisico’s gesignaleerd en daarop worden
passende vervolgacties ondernomen. Bij het indiceren van de preventieve zorg wordt er
rekening gehouden met de draaglast en draagkracht van de zorgvrager, diens naasten en het
informele netwerk. Met deze informatie wordt er een preventieplan opgesteld (Hanze, z.d.).
Voor dit verslag is er gekozen voor cliënt X. Cliënt X is opgenomen op afdeling de Munte na een
opname in het GRZ vanwege een val, waarbij rugpijnklachten door multiple wervelinzakkingen
en laceraties. Deze opname van cliënt X werd gecompliceerd door een delier, hypernatriëmie en
een gecompliceerde urineweginfectie. De opname van cliënt X is gericht op het optimaliseren
van conditie, zelfredzaamheid en mobiliteit.
In hoofdstuk 1 van dit verslag wordt de casus toegelicht en de keuze van de cliënt onderbouwd.
In hoofdstuk 2 worden de gegevens van deze casus verzameld, uitgewerkt volgens de
gezondheidspatronen van Gordon en wordt er geclusterd. Daarna, in hoofdstuk 3, worden de
verpleegkundige (risico)diagnoses gesteld. Ook is er gebruik gemaakt van verschillende
modellen, zoals ecogram, genogram, Caregiver Strain Index, zelfredzaamheidsradar, Stages of
Change, ASE-model en het balansmodel. In hoofdstuk vier worden deze verpleegkundige
(risico)diagnoses geprioriteerd volgens een redeneerweb en in hoofdstuk 5 worden er
doorverwijzingen, verpleegkundige zorgresultaten en interventies opgesteld. Tot slot, in
hoofdstuk 6, wordt er geëvalueerd.
De leeruitkomsten van de module werken aan gezondheid:
- De student omschrijft op methodische en verantwoorde wijze de potentiële
patiëntprobleem en verantwoordt deze keuze op basis van recente wetenschappelijke
bronnen en/of klinische expertise en inzichten;
- De student beoordeelt op methodische wijze samen met de zorgvrager, diens naasten en
informele netwerk de gezamenlijke draaglast en draagkracht en verantwoordt in welke
fase van zelfmanagement de zorgvrager zich bevindt en houdt bij het indiceren van de
preventieve zorg hier rekening mee;
- De student verklaart het risicovolle gedrag en de motivatie voor gedragsverandering met
behulp van gangbare modellen en gebruikt deze informatie bij het indiceren van de
preventieve zorg;
- De student prioriteert de preventieve zorg, stelt deze vast en verantwoordt deze en wijst
de zorg toe aan het juiste deskundigheidsniveau waarbij rekening gehouden wordt met
een effectieve verdeling van middelen en dit inzichtelijk maken aan alle betrokkenen;
- De student organiseert de zorg effectief en efficiënt, werkt volgens standaarden,
richtlijnen en protocollen en kan de zorg op transparante wijze monitoren.
2
, Hoofdstuk 1 Casus
In dit hoofdstuk wordt de casus die is gekozen voor de module uitgewerkt en toegelicht.
1.1 De cliënt
Cliënt X is een 95 jarige man en woont in een seniorenwoning in Sappemeer. Dhr. is weduwnaar
en heeft twee dochters en één zoon. Dochter M. woont in Sappemeer en is mantelzorger.
Dhr. is midden september opgenomen geweest in het GRZ vanwege een val waarbij
rugpijnklachten door multiple wervelinzakkingen en laceraties. Deze opname van dhr. werd
gecompliceerd door een delier, hypernatriëmie en een gecompliceerde urineweginfectie. Voor
het delier heeft dhr. Haldol gekregen. De transfers in het GRZ gingen met een passieve lift en in
verband met een verminderde mobiliteit heeft dhr. een CAD gekregen.
Tijdens een wandeling buiten met rollator is dhr. ten val gekomen. Hierbij ontstond onder
andere ontvelling op zowel rechter als linker arm en inzakking van L2 tot en met L5. Hiervoor
heeft dhr. een corset gekregen die hij drie maanden moet dragen, in bed mag het corset af. Dhr.
heeft de wens om terug te keren naar de eigen woonomgeving.
Begin oktober is dhr. opgenomen op de afdeling de Munte in de Veenkade te Veendam. Deze
opname is gericht op het optimaliseren van de conditie, zelfredzaamheid en mobiliteit. Het
uiteindelijke doel is dat dhr. zelfstandig transfers kan maken en 15 meter kan lopen met een
rollator.
1.2 Onderbouwing keuze cliënt
De opname van cliënt X is gericht op het optimaliseren van de conditie, zelfredzaamheid en
mobiliteit. Er kan dus op verschillende vlakken verbetering plaatsvinden. Echter heeft dhr. op dit
moment ook lichamelijke klachten, zoals oedeem in beide armen. Dit kan bepaalde transfers
beïnvloeden. Dhr. heeft aangegeven dat hij uiteindelijk graag weer naar huis zou willen en hier
gemotiveerd voor is. Dit is in de praktijk ook te zien, dhr. werkt redelijk goed mee als er iets van
hem gevraagd wordt tijdens de ADL momenten en ook tijdens het eten geeft dhr. aan steeds
meer zelf te willen doen. Dhr. had hulp nodig bij het eten geven en het snijden van het eten,
omdat de armen oedemateus zijn en zeer doen.
3
