Hoofdstuk 1: zwaartepunten van het vermogensrecht
Vermogen
Het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft.
• Actieve posten: eigendomsrechten maar ook al zijn vorderingen.
• Passieve posten: alle schulden.
® Het vermogen is erg beweegbaar en veranderd vaak
Het vermogensrecht
Alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die onderdeel van een vermogen kunnen
vormen.
Verschillende betekenissen
• Het geheel aan geldende regels.
• Regels aan iemand toekomende bevoegdheid.
Verdeeld in
• Objectief recht: geldende recht.
• Subjectief recht: toekomende bevoegdheid, ook wel een vordering.
Bestaat slechts bij de gratie van een regel van objectief recht.
Goederen en verbintenissenrecht
Rechten met betrekking tot goederen en rechten met betrekking tot personen.
Goederenrecht:
• Objectief vermogensrecht, rechtsverhouding tussen persoon en een goed.
• Rechten op goederen die de rechthebbende in beginsel tegen over iedereen kan inroepen (ook
wel een absoluut recht).
Verbintenissenrecht:
• Objectief vermogensrecht, rechtsverhouding tussen een persoon en een andere persoon.
• Deze rechten gelden slechts tegenover een bepaald persoon (ook wel een relatief recht).
® Goederen en verbintenissenrecht zijn niet van elkaar te scheiden, ze zijn dus onlosmakelijk
met elkaar verbonden.
Hoofdstuk 15
§1 Aanbod en aanvaarding
Artikel 6:217 lid 1
Aanbod
® Sprake wanneer de verklaring de belangrijkste elementen van de inhoud voor een te sluiten
overeenkomst bevat.
Artikel 6:219 lid 1BW
® Een aanbod is herroepelijk tenzij er onherroepelijkheid uit het aanbod volgt.
Een herroepelijk aanbod kan zijn werking ontnemen door er op tijd op terug te komen.
® Dit is niet meer mogelijk als het aanbod al is aanvaard.
® Ook ontbreekt de mogelijkheid om het aanbod rechtsgeldig te kunnen herroepen.
Vrijblijvend aanbod
® De aanbieder kan nog terugkomen op zijn aanbod
Artikel 6:219 lid 1 BW.
® Ondanks de aanvaarding is er toch geen overeenkomst tot stand gekomen.
® Terstond; onmiddellijke reactie nodig.
® Onverwijld; zonder vertraging.
Verval aanbod
® Zolang het aanbod staat een ander hem door aanvaarding ervan kan binden.
11
, ® Tijdsbepaling opnemen, het kan vervallen als het niet tijdig is aanvaard.
® Artikel 6:221 lid 1 BW.
® Schriftelijk aanbod is bestendiger dan een mondeling aanbod.
® Een mondeling aanbod vervalt als hij niet onmiddellijk wordt aanvaardt.
® Herroeping
® Voorwaarde
® Een aanbod vervalt niet door de dood of het verlies van handelingsbekwaamheid van een van de
partijen.
Aanvaarding
® Bestaat uit de verklaring van de wederpartij dat zij het aan haar gedane aanbod aanvaardt.
® Artikel 6:225bw
® Artikel 6:221 BW
® Een aanvaarding is een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring, het is dus ook een verklaring om
het aanbod aanvaarden (artikel 3:37 BW).
® Verklaring verkrijgt pas werking als de verklaring de persoon heeft bereikt tot wie zij is gericht.
® Wanneer een aanvaarding de aanbieder niet of niet tijdig bereikt brengt zij geen overeenkomst tot
stand.
§2 Wil, verklaring en gerechtvaardigd vertrouwen
Overeenkomst
® Komt tot stand door aanbod en aanvaarding
® Dit is een meerzijdige rechtshandeling
Het uitgangspunt dat voor hun totstandkoming het daarbij in het leven te roepen rechtsgevolg moet zijn gewild
en de wil moet naar buiten toe ook kenbaar zijn. (Artikel 3:33 BW)
Artikel 6:217 BW
Het kan gebeuren dat er iets misgaat met de wilsverklaring en de wil, er vormt dan een wilsontbreken
• Ontspoorde verklaring;
® Wil en verklaring kunnen door allerlei oorzaken uiteenlopen.
• Partijen geven aan een woord of een combinatie van woorden in hen overeenkomst een andere uitleg.
Gevolg wilsontbreken
Door het verklarende beoogde rechtsgevolg ontstaat niet omdat zijn verklaring niet daarop gericht was.
® Er komt geen rechtshandeling tot stand
• Artikel 3:35 BW; ene partij heeft verklaring of gedraging opgewekt bij de wederpartij, dat zij werkelijk
datgene wilde wat deze uit haar verklaring concludeerde.
• De schijn van wil die door de verklaring is opgewekt mag in beginsel voor de werkelijk bestaande wil
houden.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Het vertrouwen ven de wederpartij moet ook gerechtvaardigd zijn, wil hij de verklarende kunnen houden aan
de door diens verklaring opgewekte schijn.
• Heeft de ene partij vertrouwd op de verklaring van de ander, terwijl zij had behoren te begrijpen dat
de verklaring niet door wil van de ander werd gedacht, dan was dat vertrouwen niet gerechtvaardigd.
• Gerechtvaardigd vertrouwen vereist goede trouw artikel 3:11 BW.
• Nadeliger een bepaalde verklaring voor de partij is die zich op wilsontbreken beroept en hoe
voordelige die verklaring uitvalt voor haar tegenpartij, die zich op het opgewekte vertrouwen beroept.
Redelijkheid en billijkheid
Verwijzen naar eerlijkheid, fatsoen en redelijk handelen.
® Indien er naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid een beroep op artikel 3:35 BW
is gedaan is deze onaanvaardbaar.
® Bescherming voorop van de wederpartij die gerechtvaardigd heeft vertrouwd.
• Gevolg: beroep op die regel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet snel onaanvaardbaar.
• Uitzondering: gevolgen van geestelijke stoornis
12
Vermogen
Het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft.
• Actieve posten: eigendomsrechten maar ook al zijn vorderingen.
• Passieve posten: alle schulden.
® Het vermogen is erg beweegbaar en veranderd vaak
Het vermogensrecht
Alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die onderdeel van een vermogen kunnen
vormen.
Verschillende betekenissen
• Het geheel aan geldende regels.
• Regels aan iemand toekomende bevoegdheid.
Verdeeld in
• Objectief recht: geldende recht.
• Subjectief recht: toekomende bevoegdheid, ook wel een vordering.
Bestaat slechts bij de gratie van een regel van objectief recht.
Goederen en verbintenissenrecht
Rechten met betrekking tot goederen en rechten met betrekking tot personen.
Goederenrecht:
• Objectief vermogensrecht, rechtsverhouding tussen persoon en een goed.
• Rechten op goederen die de rechthebbende in beginsel tegen over iedereen kan inroepen (ook
wel een absoluut recht).
Verbintenissenrecht:
• Objectief vermogensrecht, rechtsverhouding tussen een persoon en een andere persoon.
• Deze rechten gelden slechts tegenover een bepaald persoon (ook wel een relatief recht).
® Goederen en verbintenissenrecht zijn niet van elkaar te scheiden, ze zijn dus onlosmakelijk
met elkaar verbonden.
Hoofdstuk 15
§1 Aanbod en aanvaarding
Artikel 6:217 lid 1
Aanbod
® Sprake wanneer de verklaring de belangrijkste elementen van de inhoud voor een te sluiten
overeenkomst bevat.
Artikel 6:219 lid 1BW
® Een aanbod is herroepelijk tenzij er onherroepelijkheid uit het aanbod volgt.
Een herroepelijk aanbod kan zijn werking ontnemen door er op tijd op terug te komen.
® Dit is niet meer mogelijk als het aanbod al is aanvaard.
® Ook ontbreekt de mogelijkheid om het aanbod rechtsgeldig te kunnen herroepen.
Vrijblijvend aanbod
® De aanbieder kan nog terugkomen op zijn aanbod
Artikel 6:219 lid 1 BW.
® Ondanks de aanvaarding is er toch geen overeenkomst tot stand gekomen.
® Terstond; onmiddellijke reactie nodig.
® Onverwijld; zonder vertraging.
Verval aanbod
® Zolang het aanbod staat een ander hem door aanvaarding ervan kan binden.
11
, ® Tijdsbepaling opnemen, het kan vervallen als het niet tijdig is aanvaard.
® Artikel 6:221 lid 1 BW.
® Schriftelijk aanbod is bestendiger dan een mondeling aanbod.
® Een mondeling aanbod vervalt als hij niet onmiddellijk wordt aanvaardt.
® Herroeping
® Voorwaarde
® Een aanbod vervalt niet door de dood of het verlies van handelingsbekwaamheid van een van de
partijen.
Aanvaarding
® Bestaat uit de verklaring van de wederpartij dat zij het aan haar gedane aanbod aanvaardt.
® Artikel 6:225bw
® Artikel 6:221 BW
® Een aanvaarding is een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring, het is dus ook een verklaring om
het aanbod aanvaarden (artikel 3:37 BW).
® Verklaring verkrijgt pas werking als de verklaring de persoon heeft bereikt tot wie zij is gericht.
® Wanneer een aanvaarding de aanbieder niet of niet tijdig bereikt brengt zij geen overeenkomst tot
stand.
§2 Wil, verklaring en gerechtvaardigd vertrouwen
Overeenkomst
® Komt tot stand door aanbod en aanvaarding
® Dit is een meerzijdige rechtshandeling
Het uitgangspunt dat voor hun totstandkoming het daarbij in het leven te roepen rechtsgevolg moet zijn gewild
en de wil moet naar buiten toe ook kenbaar zijn. (Artikel 3:33 BW)
Artikel 6:217 BW
Het kan gebeuren dat er iets misgaat met de wilsverklaring en de wil, er vormt dan een wilsontbreken
• Ontspoorde verklaring;
® Wil en verklaring kunnen door allerlei oorzaken uiteenlopen.
• Partijen geven aan een woord of een combinatie van woorden in hen overeenkomst een andere uitleg.
Gevolg wilsontbreken
Door het verklarende beoogde rechtsgevolg ontstaat niet omdat zijn verklaring niet daarop gericht was.
® Er komt geen rechtshandeling tot stand
• Artikel 3:35 BW; ene partij heeft verklaring of gedraging opgewekt bij de wederpartij, dat zij werkelijk
datgene wilde wat deze uit haar verklaring concludeerde.
• De schijn van wil die door de verklaring is opgewekt mag in beginsel voor de werkelijk bestaande wil
houden.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Het vertrouwen ven de wederpartij moet ook gerechtvaardigd zijn, wil hij de verklarende kunnen houden aan
de door diens verklaring opgewekte schijn.
• Heeft de ene partij vertrouwd op de verklaring van de ander, terwijl zij had behoren te begrijpen dat
de verklaring niet door wil van de ander werd gedacht, dan was dat vertrouwen niet gerechtvaardigd.
• Gerechtvaardigd vertrouwen vereist goede trouw artikel 3:11 BW.
• Nadeliger een bepaalde verklaring voor de partij is die zich op wilsontbreken beroept en hoe
voordelige die verklaring uitvalt voor haar tegenpartij, die zich op het opgewekte vertrouwen beroept.
Redelijkheid en billijkheid
Verwijzen naar eerlijkheid, fatsoen en redelijk handelen.
® Indien er naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid een beroep op artikel 3:35 BW
is gedaan is deze onaanvaardbaar.
® Bescherming voorop van de wederpartij die gerechtvaardigd heeft vertrouwd.
• Gevolg: beroep op die regel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet snel onaanvaardbaar.
• Uitzondering: gevolgen van geestelijke stoornis
12
