Tentamen stress en veerkracht
1. Jo-joën met doorgeven, zoals beschreven in het BAVOboek. Bij een goede constructie van het arrangement
A. Staat de minitramp met de lage kant naar de kast en pakken de hulpverleners met hun verste hand de hand
van de springer.
B. Staat de kast in de lengte en op heuphoogte vanaf de minitramp gemeten.
C. Is de aanloop maximaal 6 meter en staan beide hulpverleners achter de kast.
2. Aanspringen aan een zwaaiende trapeze (zoals beschreven in het Bavoboek).
Wat is de juiste volgorde van makkelijk naar moeilijk bekeken vanuit motorische perspectief
1. Basisarrangement Bavo
2. Als basisarrangement, maar dan met de stok gefixeerd in de achterzwaai
3. Als basisarrangement, maar dan met de kast 2 delen hogen er 30 cm verder weg
4. Als basisarrangement, maar dan met de kast 2 delen hoger.
5. Als basisarrangement, maar dan met de kast 30 cm verder weg.
A. 2-4-1-3-5
B. 1-2-4-5-3
C. 2-1-5-4-3
3. Duo-springen in de trampoline. Welke uitspraak is niet waar?
A. Dit kan je alleen veilig doen als je aan iedere kant van de trampoline minstens 1 vanger hebt
B. Het risico van gelanceerd worden is goed te reguleren door interventie op het tempo
C. Om-en-om springen op de eigen rode lijn is makkelijker dan tegelijkertijd
4. Salto afzwaaien vanuit strekhangvoorzwaai. De juiste volgorde
A. Twee afzwaaien zwaaien – knieën optrekken – achterover kijken – loslaten
B. Tweede zwaai niet afzetten – achterover kijken – loslaten – klein maken
C. Naar voren lopen – benen omhoog gooien - loslaten
5. Emotionele verdoving is een kernmerk van:
A. PTSS
B. Verstoorde lichaamsbeleving
C. Derealisatie
6. Het principe van spaarzaamheid (als we spreken over DSM-IV en DSM5) houdt in:
A. Je spaart alle symptomen van een cliënt op, zodat er sprake kan zijn van een comorbiditeit
B. Je zoekt naar één diagnose waar alle verschijnselen onder te brengen zijn.
C. Beide.
7. Cliënten die last hebben van onsamenhangende spraak, misplaatst gelach, religieuze thema’s, lijden aan:
A. Gedesorganiseerde type van schizofrenie
B. Katatone type van schizofrenie
C. Paranoïde type van schizofrenie
8. Een waanstoornis onderscheidt zich vooral van schizofrenie in:
A. Wanen
B. Geen bizar of eigenaardig gedrag en hallucinaties
C. Inhoudelijke denkstoornissen
9. De verschillende operaties aan het gezicht van wijlen Michael Jackson, zouden verklaard kunnen worden door
een:
A. Conversiestoornis
B. Somatische stoornis
C. Verstoorde lichaamsbeleving
10. Een indicatie voor PMT voor mensen met een posttraumatische stressstoornis is:
A. Verwerken van het trauma
, B. Nachtmerries en flashbacks
C. Verhoogde prikkelbaarheid
11. Bij de restfase van schizofrenie staan vooral:
A. Positieve symptomen op de voorgrond
B. Negatieve symptomen op de voorgrond
C. Wanen en hallucinaties op de voorgrond
12. Grootheidswaan is een voorbeeld van:
A. Formele denkstoornis
B. Inhoudelijke denkstoornis
C. Waarnemingsstoornis
13. Welk van de onderstaande antwoorden is geen voorbeeld van een formele denkstoornis
A. Losse associaties
B. Spraakarmoede
C. Achtervolgingswaan
14. Welk van de onderstaande stoornissen in het gedrag zijn veelal zichtbaar bij schizofrenie patiënten
A. Neerslachtige buien
B. Gebrekkige zelfverzorging
C. Vreemde associaties
15. Stress is
A. Draaglast / draagkracht > 1
B. Draagkracht / draaglast > 1
C. Draagkracht / daaglast = 1
16. Het plotseling in elkaar zakken tijdens het horen van vuurwerk is een voorbeeld van
A. Hypochondrie
B. Gestoorde lichaamsbeleving
C. Conversiestoornis
17. Het vermogen flexibel te zijn en positieve adaptatie te ervaren, heeft betrekking op..
A. Het build-effect
B. Veerkracht
C. Flow
18. Het inzetten van exposure aan de hand van flooding wordt gedaan bij…
A. Klassiek conditioneren
B. Operant conditioneren
C. Cognitieve psychologie
19. Zoals in het artikel van Scheewe (2010) over PMT bij schizofrenie wordt aangegeven, zal in de eerste fase van een
psychose tijdens PMT vooral..
A. Structuur aangeboden worden, in het hier en nu aan de slag gegaan worden
B. Gewerkte worden aan zelfvertrouwen, spanningsregulatie, rouw en acceptatie
C. Aandacht geschonken worden aan stress management
20. Welke van de onderstaande opties is geen uitgangspunt voor oplossingsgericht werken
A. Externe locus of control
B. Problemen zijn niet succesvolle pogingen om met moeilijkheden om te gaan
C. Minimale inventarisatie is genoeg
21. Binnen de PMT wordt een correctieve / corrigerende ervaring vaak ingezet. Wat wordt daarmee bedoeld?
A. De cliënt wordt door de therapeut bestraft voor ongewenst gedrag
1. Jo-joën met doorgeven, zoals beschreven in het BAVOboek. Bij een goede constructie van het arrangement
A. Staat de minitramp met de lage kant naar de kast en pakken de hulpverleners met hun verste hand de hand
van de springer.
B. Staat de kast in de lengte en op heuphoogte vanaf de minitramp gemeten.
C. Is de aanloop maximaal 6 meter en staan beide hulpverleners achter de kast.
2. Aanspringen aan een zwaaiende trapeze (zoals beschreven in het Bavoboek).
Wat is de juiste volgorde van makkelijk naar moeilijk bekeken vanuit motorische perspectief
1. Basisarrangement Bavo
2. Als basisarrangement, maar dan met de stok gefixeerd in de achterzwaai
3. Als basisarrangement, maar dan met de kast 2 delen hogen er 30 cm verder weg
4. Als basisarrangement, maar dan met de kast 2 delen hoger.
5. Als basisarrangement, maar dan met de kast 30 cm verder weg.
A. 2-4-1-3-5
B. 1-2-4-5-3
C. 2-1-5-4-3
3. Duo-springen in de trampoline. Welke uitspraak is niet waar?
A. Dit kan je alleen veilig doen als je aan iedere kant van de trampoline minstens 1 vanger hebt
B. Het risico van gelanceerd worden is goed te reguleren door interventie op het tempo
C. Om-en-om springen op de eigen rode lijn is makkelijker dan tegelijkertijd
4. Salto afzwaaien vanuit strekhangvoorzwaai. De juiste volgorde
A. Twee afzwaaien zwaaien – knieën optrekken – achterover kijken – loslaten
B. Tweede zwaai niet afzetten – achterover kijken – loslaten – klein maken
C. Naar voren lopen – benen omhoog gooien - loslaten
5. Emotionele verdoving is een kernmerk van:
A. PTSS
B. Verstoorde lichaamsbeleving
C. Derealisatie
6. Het principe van spaarzaamheid (als we spreken over DSM-IV en DSM5) houdt in:
A. Je spaart alle symptomen van een cliënt op, zodat er sprake kan zijn van een comorbiditeit
B. Je zoekt naar één diagnose waar alle verschijnselen onder te brengen zijn.
C. Beide.
7. Cliënten die last hebben van onsamenhangende spraak, misplaatst gelach, religieuze thema’s, lijden aan:
A. Gedesorganiseerde type van schizofrenie
B. Katatone type van schizofrenie
C. Paranoïde type van schizofrenie
8. Een waanstoornis onderscheidt zich vooral van schizofrenie in:
A. Wanen
B. Geen bizar of eigenaardig gedrag en hallucinaties
C. Inhoudelijke denkstoornissen
9. De verschillende operaties aan het gezicht van wijlen Michael Jackson, zouden verklaard kunnen worden door
een:
A. Conversiestoornis
B. Somatische stoornis
C. Verstoorde lichaamsbeleving
10. Een indicatie voor PMT voor mensen met een posttraumatische stressstoornis is:
A. Verwerken van het trauma
, B. Nachtmerries en flashbacks
C. Verhoogde prikkelbaarheid
11. Bij de restfase van schizofrenie staan vooral:
A. Positieve symptomen op de voorgrond
B. Negatieve symptomen op de voorgrond
C. Wanen en hallucinaties op de voorgrond
12. Grootheidswaan is een voorbeeld van:
A. Formele denkstoornis
B. Inhoudelijke denkstoornis
C. Waarnemingsstoornis
13. Welk van de onderstaande antwoorden is geen voorbeeld van een formele denkstoornis
A. Losse associaties
B. Spraakarmoede
C. Achtervolgingswaan
14. Welk van de onderstaande stoornissen in het gedrag zijn veelal zichtbaar bij schizofrenie patiënten
A. Neerslachtige buien
B. Gebrekkige zelfverzorging
C. Vreemde associaties
15. Stress is
A. Draaglast / draagkracht > 1
B. Draagkracht / draaglast > 1
C. Draagkracht / daaglast = 1
16. Het plotseling in elkaar zakken tijdens het horen van vuurwerk is een voorbeeld van
A. Hypochondrie
B. Gestoorde lichaamsbeleving
C. Conversiestoornis
17. Het vermogen flexibel te zijn en positieve adaptatie te ervaren, heeft betrekking op..
A. Het build-effect
B. Veerkracht
C. Flow
18. Het inzetten van exposure aan de hand van flooding wordt gedaan bij…
A. Klassiek conditioneren
B. Operant conditioneren
C. Cognitieve psychologie
19. Zoals in het artikel van Scheewe (2010) over PMT bij schizofrenie wordt aangegeven, zal in de eerste fase van een
psychose tijdens PMT vooral..
A. Structuur aangeboden worden, in het hier en nu aan de slag gegaan worden
B. Gewerkte worden aan zelfvertrouwen, spanningsregulatie, rouw en acceptatie
C. Aandacht geschonken worden aan stress management
20. Welke van de onderstaande opties is geen uitgangspunt voor oplossingsgericht werken
A. Externe locus of control
B. Problemen zijn niet succesvolle pogingen om met moeilijkheden om te gaan
C. Minimale inventarisatie is genoeg
21. Binnen de PMT wordt een correctieve / corrigerende ervaring vaak ingezet. Wat wordt daarmee bedoeld?
A. De cliënt wordt door de therapeut bestraft voor ongewenst gedrag
