100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Internationaal Publiekrecht (IPR) samenvatting stof hoorcollegeaantekeningen $8.05   Add to cart

Class notes

Internationaal Publiekrecht (IPR) samenvatting stof hoorcollegeaantekeningen

5 reviews
 125 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat een uittreksel van de hoofdpunten uit de hoorcolleges. Een uitgebreide samenvatting met daarin alle stof die jij moet kennen voor je tentamen. Door deze 57 pagina's te bestuderen zal je gegarandeerd je tentamen halen! Klik, koop en download nu dit document. Succes!

Last document update: 5 year ago

Preview 10 out of 53  pages

  • October 30, 2017
  • September 28, 2018
  • 53
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

5  reviews

review-writer-avatar

By: Lisastiekema • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: dm95 • 2 year ago

Translated by Google

What a shame you're not satisfied with the summary. Nevertheless, I wish you the best of luck with your exam!

review-writer-avatar

By: maarten_1 • 4 year ago

reply-writer-avatar

By: dm95 • 4 year ago

Translated by Google

Thank you for your positive review. Besides that I hope to be able to help you with summaries in the future, I also hope that you will pass your exam. Good luck!

review-writer-avatar

By: daanschoonderbeek • 4 year ago

reply-writer-avatar

By: dm95 • 4 year ago

Translated by Google

Thank you for your positive review of my document! Hopefully it will help you with the preparation of your exam (s). I hope to be able to provide you with summaries for other courses as well, look at my offer:) Good luck with taking your exam!

review-writer-avatar

By: danahdb • 5 year ago

review-writer-avatar

By: rikvandenbrink • 5 year ago

avatar-seller
0



Internationaal Publiekrecht (IPR) –
OPENBOEK TENTAMEN
Hoorcollegeaantekeningen
Rijksuniversiteit Groningen




SAMENVATTING
2017 -2018

, 1



Inhoudsopgave
Hoorcollege 1A – Inleiding 2
Hoofdstuk 1 Nolkaemper – Begrip en aard van het internationaal publiekrecht 5
Hoorcollege 1B – Actoren (Staten, volken en zelfbeschikking ) 9
Hoofdstuk 2 Nolkaemper – Rechtssubjecten 11
Hoofdstuk 3 Nolkaemper – Staten 11
Hoorcollege 2A – Actoren (internationale organisaties) 13
Hoorcollege 2B – Actoren (Mensen, mensenrechten en vluchtelingen) 18
Hoorcollege 3A – Rechtsvorming (bronnen) 21
Hoorcollege 3B – Rechtsvorming (Verdragen) 24
Hoorcollege 4A – Supranationaliteit (vrede en veiligheid; internationaal strafrecht; EU recht) 27
Hoorcollege 4B – Doorwerking internationaal recht in de nationale rechtsorde 28
Hoorcollege 5A – Staatsgezag (afbakening) 33
Hoorcollege 5B – Staatsgezag (immuniteit) 38
Hoorcollege 6A – Internationale aansprakelijkheid 41
Hoorcollege 6A – Milieu en duurzaamheid 45
Hoorcollege 7A – Vreedzame geschilbeslechting 48
Hoorcollege 7B – Economische samenwerking en geschilbeslechting 52

, 2


Hoorcollege 1A – Inleiding

1. Internationaal publiekrecht
Er is een rechtsorde, maar deze wordt gekenmerkt door horizontale verhoudingen vanuit
de oorsprong en decentraliteit en soevereiniteit. Het is dus van oorsprong gebouwd op de
gedachte van gelijkheid (de staten zijn gelijk en hebben even veel te zeggen). Door
allerlei ontwikkelingen (gewone maatschappelijke ontwikkelingen) moet je het idee
loslaten dat het internationale recht/het volkenrecht alleen nog maar recht tussen staten
is en dat staten zich eraan kunnen onttrekken als ze er geen zin in hebben.
Van interstatelijk recht naar het recht van de wereldgemeenschap door:
• Relatieve betekenis van soevereiniteit
o Autoriteit in besluitvorming
• Interdependentie en globalisering
o Externe invloed op nationaal recht
• Geleidelijke transitie; geen blauwdrukken. We weten niet welke kant we
opgaan
o Rule of law (rechtsstatelijkheid), nationaal en internationaal

Maakt het internationaal recht een verschil t.a.v. recht en onrecht?
Positief
› Maakt de internationale samenleving duidelijker
› Vrede en veiligheid bevorderen. Kan de vrede nog verder bevorderd worden met
nog meer regels? Natuurlijk. Maar we hebben al heel veel gedaan op dit terrein. De
vraag is of we nog meer regels kunnen opleggen. Er liggen natuurlijk ook grenzen
aan. Denk aan Korea met de nucleaire wapens.

Negatief
› Lastig te handhaven
› Moeilijk in overeenstemming te brengen met het nationale recht
› Politiek spelletje

Internationaal Publiekrecht = het internationale recht gaat over internationale
problemen. Maar in een meer juridische zin kunnen we ook anders bekijken à iets is
internationaal als iets voortkomt uit een internationale rechtsbron. Je hebt recht dat
nationaal gemaakt wordt en recht dat internationaal gemaakt wordt. Wat die
rechtsbronnen zijn, zoals in Nederland het parlement, zullen we ook op internationaal
gebied gaan bekijken.
Formeel kun je nog wel onderscheid maken tussen het nationale en internationale recht.
Het gaat niet om privaatrecht (relaties tussen privépersonen of ondernemingen) Het gaat
bij dit vak om publiekrechtelijke problemen.

Het recht is het recht. Is het internationale recht afdwingbaar? Is het niet een regelgeving
of een regelende overheid die de naleving daarvan kan afdwingen? Als je het niet kunt
afdwingen, spreek je dan nog wel van recht? Deze discussie speelde vroeger. à We
hebben nu een systeem van regels, procedures en fundamentele normen die geaccepteerd
worden door de belangrijkste juridische actoren, namelijk de staten. Zij accepteren dat
dit het recht is en dat zij zich naar aan horen te houden.
We hebben in het internationale recht niet een overkoepelend instituut dat het recht kan
afdwingen. We moeten het via andere mechanismes zoeken, die zijn wel zwakker dan
wanneer je een instantie hebt die dat kan afdwingen. Degenen die tot het recht behoren
moeten ook het recht nakomen.

, 3

Van interstatelijk recht naar het recht van de wereldgemeenschap (wereldrecht)
› Relatieve betekenis van soevereiniteit
- Autoriteit in besluitvorming. Soevereine staten hoeven wereldlijke gezag niet
te dulden. Alleen wanneer het hen uitkomt maken ze afspraken met andere
staten. Zij denken alleen in eigen belang en eigen zelfstandigheid. Deze
rechtsorde bestaat uit co-existente staten. Zij bestaan naast elkaar en werken
alleen samen als zij elkaar nodig hebben. De tweede fase is het recht van
coöperatie. Dit is het samenwerken om individuele doelen te bereiken. De
derde fase is dat er ook gezamenlijke problemen zijn die je gezamenlijk wilt
oplossen dus je draagt dit over aan een derde internationale instantie die
erboven staat. Je kunt bij dergelijke organisaties denken aan de Europese Unie
of de NAVO of de Veiligheidsraad van de VN.
› Interdependentie en globalisering
- Externe invloed op nationaal recht
› Geleidelijke transitie: geen blauwdrukken
- Rule of law, nationaal en internationaal.


De VN = een organisatie die er is om de samenwerking tussen staten te bevorderen. Voor
de bewaring van vrede en veiligheid is een speciale raad opgericht in 1945 à alle leden
van de VN dragen een stukje van hun bevoegdheid over aan de veiligheidsraad. Deze
supranationale raad mag beslissen hoe er gereageerd mag worden op dreiging. Het
gezamenlijke belang van de vrede en veiligheid moet gewaarborgd worden.
(China, VS, Rusland, GB en Frankrijk hebben nog een vetorecht. Zij moeten instemmen
met een besluit van de veiligheidsraad voordat een besluit rechtskracht heeft.)

NAVO = als een lid van de NAVO wordt aangevallen dan zullen de andere leden helpen om
dat lid te beschermen. Er is geen bevoegdheid overgedragen aan de NAVO om te
handelen. De staten werken samen.

Europese Unie = staten die dat willen kunnen de bevoegdheid overdragen om
besluitvorming op Europees niveau te nemen. Ook de uitleg van de besluitvorming wordt
door het Europese Hof van Justitie vastgelegd.

De vorming van de staat Palestina
Wat is de juridische status van Palestina? (en van Kosovo, Noord Cyprus, Zuid-Ossetië,
Trandsdnistrië, Puntland, Kurdistand, Taiwan etc..)

› Is het een staat?
› Doet dat ertoe?
› Waarom?
› Wie of wat bepaalt of een staat bestaat?

Het Ottomaanse Rijk was in de periode van 1300 tot 1915 in opkomst en raakte daarna
weer in verval. Het waren allemaal aparte rijken die niet een extreem centraal bestuur
hadden. Het waren allemaal gebieden die min of meer zelfstandig waren.
Het einde van de Eerste Wereldoorlog à het Ottomaanse Rijk behoorde tot de verliezers.
Grote gebieden van het rijk werden bezet door de troepen van de geallieerden, Frankrijk
en Groot-Brittannië. Zij wilden die stukken bij hun grondgebied inleiden als een soort
kolonie.

, 4

The league of management (stations) werd opgericht om het gezamenlijk belang te
behartigen en om te voorkomen dat er weer een grote oorlog zou uitbreken. De volkeren
die onderdeel uitmaakten van de grote rijken die verloren hadden, die hadden recht om
zelfstandig als natie/volk te bestaan. Voor het eerst kwam het idee van
zelfbeschikkingsrecht van volken naar voren.
De Volkenbond erkende het recht van volken op zekere mate van zelfstandigheid. Wij
geven niet Frankrijk of Engeland het recht om zo’n stuk staat toe te kennen. We richten
een soort van recht van mandaat op om recht over die gebieden uit te oefenen. Vóór die
tijd kon gewoon een stuk land worden ingepikt door een ander land.

Het verdrag van Montevideo à hierin wordt vastgelegd wat een staat is

Palestina is een Brits mandaatgebied. De joden wilden een eigen staat in Palestina. De
Britten accepteerden dat er een joodse staat zou komen in Palestina. (Lord Rotschild)
De stroom van joodse migranten naar Palestina nam steeds toe. De Britse gezaghebbers
konden dat niet aan. Er ontstond steeds meer spanning tussen de bevolking die daar al was
en de joodse migranten die steeds meer land opkochten etc.. De Britten wilden de joden
uiteindelijk erbuiten houden, omdat ze geen controle meer hadden.

Verdelingsplan 1947 (Partition plan)
De Britten wilden het mandaat teruggeven aan de VN. Ook zij hadden geen uitvoerende
capaciteit om zo’n land te besturen. Het land werd verdeeld. Een deel werd Palestijns en
een deel werd joods. Er woonden natuurlijk ook al Palestijnen in Palestina die het er niet
mee eens waren, net als de Arabische buurlanden.

In 1948 trok Groot-Brittannië zich terug uit Palestina. Meteen diezelfde avond roepen de
Joden over het gebied waar zij gezag over hebben een eigen staat Israël uit. Truman de
president van Amerika erkende de staat meteen. De Europese staten volgden heel snel. Er
ontstond een oorlog en er vluchtten al veel mensen.

Bestandslijn 1949 à de oorlog hield op en toen ontstond Israël met een gebied op de
Westbank en een gebied, de Gaza. Er was toen nog niet zelfstandige Palestijnse autoriteit.

In 1967 werd er opnieuw een oorlog gevoerd. Deze oorlog begon eigenlijk door Israël,
maar indirect door de buurlanden. Zij wilden nog een keer proberen een eind te maken
aan Israël, zodat de Palestijnen weer in hun eigen land konden wonen. In de VN is
afgesproken dat er geen geweld gebruikt mag worden, tenzij je zelf wordt aangevallen.
Israël was als eerste begonnen met het vernietigen van de luchtmacht van Egypte en
andere staten. Mocht dit wel volgens het internationale recht? Daar heerst nog steeds een
discussie over.
(Zelfverdediging? Omdat Egypte en andere landen zich aan het voorbereiden waren om
Israël aan te vallen)

Overeenkomst van Oslo – 1993 – 1995
De Palestijnen zouden een eigen staat vestigen. Zij kregen een gebied onder eigen gezag.
Een ander gebied zou onder gedeeltelijk gezag staan en het derde gebied onder Israëlisch
bestuur. Dit is nog steeds de basis van het probleem vandaag de dag. (School is gebouwd
in het derde waar geen vergunning is gegeven en dus illegaal is en dus mag worden
afgebroken)

Israël heeft op Palestijns grondgebied ook nog kleine nederzettingen van joden geplaatst.
Daarmee wordt het hele gebied eigenlijk opgesplitst in allerlei kleine fragmentjes.

, 5


Hoofdstuk 1 Nolkaemper – Begrip en aard van het internationaal
publiekrecht

De betekenis van internationaal recht voor Nederland
Voor Nederland is internationaal recht van bijzondere betekenis. Als kleine, internationaal
georiënteerde en politiek relatief machteloze staat – heeft Nederland er groot belang bij
dat het handelen van andere staten [mede] wordt beheerst door internationaal recht en
niet uitsluitend door macht.

Met enige regelmaat blijkt dat de Nederlandse verbondenheid met de internationale
rechtsorde op gespannen voet staat met de traditionele verbondenheid van Nederland met
de buitenlandse politiek van de VS. Nederland kan zich gedwongen voelen de Amerikaanse
koers te volgen, niettegenstaande de grondwettelijke opdracht de internationale
rechtsorde te bevorderen.

Geschiedenis
Internationaal publiekrecht heeft een lange geschiedenis. Gedurende grote delen van de
geschiedenis waren de politieke organisatievormen te zwak om gecentraliseerd publiek
gezag uit te oefenen en stabiele betrekkingen te onderhouden met andere entiteiten.
Hierdoor ontbraken de voorwaarden voor wat we nu kennen als internationaal
publiekrecht.

Aanvankelijk was het IPR vooral Europees publiekrecht. De Europese staten breidden hun
activiteiten uit naar andere delen van de wereld, waarbij veel gebieden werden
onderworpen aan het koloniaal gezag van de Europese staten. Nederland speelde hierbij
een belangrijke rol. Kolonisatie gaf het IPR in geografische zin een mondiaal karakter.

Oorsprong
De oorsprong van het internationaalpubliekrecht wordt vaak verbonden met het ontstaan
van de onafhankelijke en soevereine staat in Europa. Vrijheid en gelijkheid van staten
kunnen alleen worden gewaarborgd door een systeem van rechtsregels – het internationaal
publiekrecht – dat voor allen op gelijke voet van toepassing is.

Vrede van Westfalen (1648)
De Vrede van Westfalen speelde een belangrijke rol voor de onafhankelijke staten die
bepalend waren voor de ontwikkeling van IPR die in de 16e en 17e eeuw in Europa
ontstonden. In 1648 werd een einde gemaakt aan de Dertigjarige en Tachtigjarige oorlog –
d.m.v. verdragen. De politieke eenheden kwamen overheen het beginsel van territoriale
integriteit te respecteren en werden formeel onafhankelijk.
Met de Vrede van Westfalen ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten die
niet langer waren onderworpen aan een hoger gezag.

Beginsel van zelfbeschikking
In 1916 werd het beginsel al gepropageerd door de Amerikaanse president Wilson en in
1945 werd het beginsel aanvaard als rechtsbeginsel in het Handvest van de VN. Hierdoor
kregen alle volkeren het recht om over hun eigen lot te beschikken.


De dominantie van soevereine en formeel gelijke staten is sinds WO2 afgenomen. Hierbij
zijn twee ogenschijnlijk tegengestelde ontwikkelingen van belang:
1. Steeds meer bovennationale vormen van organisatie ontstaan [VN en EU]
2. Meer en meer functies die traditioneel aan de staat worden toegeschreven,
worden uitgeoefend door niet-statelijke instituties [multi-nationale
ondernemingen]

, 6


Algemene omschrijving
IPR regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het kent
bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen [vooral staten en
internationale organisaties] en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze
bevoegdheden moeten uitoefenen.
De term ‘volkenrecht’
Als we ‘volkenrecht’ opvatten als een term die ziet op staten, is de term te
beperkt.

De term ‘internationaal recht’
Deze term is breder dan internationaal publiekrecht. Internationaal recht omvat
zowel internationaal publiek- als privaatrecht.

Het internationale element
Het internationale element onderscheidt internationaal recht van nationaal recht. Het
internationale dan wel nationale karakter van een rechtsregel wordt in hoofdzaak bepaald
aan de hand van de rechtsbron waaruit deze regel voortvloeit [feiten, gebeurtenissen of
procedures die en rechtsorde als rechtsscheppend erkend].

Over de vraag of de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde werkelijk
gescheiden zijn, wordt verschillend gedacht. Er bestaan twee opvattingen:

Dualistische - Ontwikkelt door de Duitse jurist Triepel en Italiaanse jurist Anzilotti
opvatting - Deze opvatting neemt aan dat de internationale en nationale rechtsorde
geheel gescheiden systemen zijn.
- In de klassieke vorm ziet het dualisme de soevereine staat als het
hoogste, metafysische gezag. Het primaat van soevereiniteit brengt met
zich mee dat internationaal recht niet boven de staat kan staan.
- Omdat internationaal recht voortkomt uit de wil van de staat is het
afhankelijk van en onderworpen aan soevereiniteit.
- Internationaal recht staat niet boven de staat, maar is ‘extern’ recht van
een staat, een juridisch instrument waarmee de staat zijn macht kan
verwezenlijken.

Monistische - De opkomst van de monistische leer is in belangrijke mate een reactie op
leer de nadruk van het dualisme op de soevereine staat en de ontkenning van
een zelfstandige positie van het individu.
- Deze leer gaat ervan uit dat er 1 rechtsorde bestaat waar zowel
internationaal recht als nationaal recht deel van uitmaken. Internationaal
recht werd niet gezien als ‘extern recht’ van de staat, maar als recht dat
de macht van de staat kon beperken. Alleen zo kunnen de rechten van
individuen worden beschermd.
[Moderne - Hierbij is vooral de pluralistische opvatting van groot belang, die uitgaat
opvatting] van een niet-hiërarchische ordening van naast elkaar staande rechtsordes.


De formele scheiding
Het is duidelijk dat er een formele scheiding bestaat tussen internationaal en nationaal
recht. De beide rechtsordes hebben elk hun eigen rechtsbronnen. Ook zij zijn autonoom,
in de zin dat elke rechtsorde zelf kan bepalen of en onder welke voorwaarden zij
juridische effecten toekent aan rechtsregels uit een andere rechtsorde.
Het fundamentele uitgangspunt hierbij is dat in beginsel een regel van nationaal recht
geen juridische betekenis heeft in de internationale rechtsorde, en omgekeerd.

, 7

De formele scheiding van de internationale en de nationale rechtsorde betekent ook dat
internationaal recht niet zelf kan bepalen welke rechtsgevolgen het heeft in de nationale
rechtsorde. Het formele onderscheid betekent verder dat deze rechtsordes eigen organen
kennen.

Kwalificatie van de formele scheiding
De formele scheiding is op 3 opzichten gekwalificeerd:

1. Rechtspositie natuurlijke personen Het modern internationaal recht heeft in
belangrijke mate betrekking op de rechtspositie
van natuurlijke personen, vooral in de vorm van
mensenrechten. Het strikte onderscheid tussen
de internationale en nationale rechtsorde
verliest haar betekenis.
2. Onderwerpen die het nationale recht ook Het internationaal recht heeft steeds meer
reguleert betrekking op onderwerpen die ook door
nationaal recht worden gereguleerd.
3. Nationale rechtsorde opgesteld voor -
toepassing van internationaal recht

Het publieke element
Het publieke element onderscheidt internationaal van nationaal publiekrecht- van het
privaatrecht. Dit karakter ligt besloten in twee kenmerken
1. Het IPR legitimeert en reguleert de uitoefening van publiek gezag in de
internationale gemeenschap.
2. IPR beoogt publieke belangen te beschermen.


Verschillen organisatie van de internationale- en nationale rechtsorde
Nationale
Is gecentraliseerd. Het publiek gezag wordt uitgeoefend door de overheid namens en
t.b.v. de gemeenschap. Alle rechtssubjecten zijn onderworpen aan het publieke gezag van
de staat.
Internationale
Is gemeenschappelijk en centraal gezag uiterst zwak ontwikkeld. Publiek gezag wordt niet
zozeer uitgeoefend door boven de partijen staande instituties, maar vooral door staten
zelf, die de belangrijkste ‘leden’ van de internationale gemeenschap vormen.

Verklaring voor het decentrale karakter van de internationale rechtsorde
Dit karakter is historisch verklaarbaar – doordat de internationale rechtsorde immers is
ontstaan uit de totstandkoming van soevereine en gelijke staten na de Vrede van
Westfalen.

Vormen van internationaal recht

1. ‘Recht van co-existentie’ Is gericht op het vreedzaam naast elkaar laten
bestaan van onafhankelijke staten
2. ‘Recht van integratie’ Hierbij wordt de bescherming en uitvoering van
publieke taken ten dele georganiseerd op
bovennationaal niveau. Op mondiaal niveau zijn
voor de VN van belang.

, 8

Het recht van de Europese Unie
De lidstaten hebben vergaande bevoegdheden aan de EU overgedragen. Het Hof van
Justitie van de EU heeft verplichte rechtsmacht en het laatste woord over de uitleg van
EU-recht. De instellingen van de EU kunnen lidstaten en hun burgers binden zonder
tussenkomst van de lidstaten.
Het is een supranationale rechtsorde.

, 9


Hoorcollege 1B – Actoren (Staten, volken en zelfbeschikking )

2. Een staat
Wat is een staat en hoe komt een staat tot stand? Je dient de
hoofdlijnen/hoofdargumenten te weten wanneer er in het internationaal recht gesproken
kan worden over een staat. Hoe kom je tot een antwoord en waar moet je op letten om
te bepalen of een entiteit een staat is of niet?

3. Wie kunnen er lid worden van de VN?
Staten. Alleen staten kunnen lid worden van de VN. Welke staten? Hiervoor moet je kijken
in art. 4 VN Handvest ( dit is “de grondwet van de wereld”).
⇒ De organen van de VN moeten samen tot die vaststelling overgaan dat een staat
vredelievend (“a piece loving state”) is & in staat is om de verplichtingen rondom
het VN Handvest uit te voeren.

4. Erkenning van staten
Over de erkenning van een staat gelden twee theorieën:
1. Declaratoire theorie
Wanneer is een staat een staat? Dit is niet meer van erkenning afhankelijk. Als
staat A vaststelt dat is voldaan aan de (onderstaande) objectieve criteria, dan is
staat B een staat. De erkenning is alleen maar een politieke vaststelling dat je
met die (nieuwe) staat in relatie wilt treden / in samenwerking wilt treden. Dat
je ze als gelijke soevereine staat ziet.

2. Constitutieve theorie
Je wordt pas toegelaten tot de kring van staten als de andere staten je
daartoe toelaten / dat ze je als staat constitueren. Het erkennen van de staat is
het creëren van de staat. Voor die tijd/voor de erkenning bestaat deze als
juridische entiteit niet. Deze is uiteindelijk losgelaten. Gevolg hiervan is
rechtsonzekerheid. De staat moet voldoen aan de objectieve criteria.

5. Wat is een staat?
Objectieve criteria
• Grondgebied (Territory)
• Bevolking (Population)
• Government (Gezag)
♦ Capacity to enter into international relations
o Juridisch onafhankelijk; capaciteit voor aangaan en nationale
implementatie van internationale verplichtingen
o Niet gelijk aan erkenning

Collectieve erkenning?
Een duidelijke vorm van collectieve erkenning is de staat toelaten tot de Verenigde Naties
(VN). Dat is bij Palestina via een omweg gebeurt, als dit via de gewone weg was gegaan
(verenigde vergadering geaccepteerd), dan was Palestina nu een staat geweest.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dm95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72964 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.05  3x  sold
  • (5)
  Add to cart