100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Praktische Psychofarmacologie

Rating
-
Sold
-
Pages
143
Uploaded on
16-10-2017
Written in
2015/2016

De files zijn te groot om in 1 geheel PDF samen te voegen; koop de BUNDEL voor de volledige samenvatting!

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 16, 2017
Number of pages
143
Written in
2015/2016
Type
Summary

Subjects

Content preview

INLEIDING
INHOUDSTABEL
1 PRAKTISCH ............................................................................................ 2
2 ANATOMIE EN FUNCTIE VAN DE HERSENEN ............................................ 2
2.1 CEREBERUM (GROTE HERSENEN) ................................................................... 2
2.1.1 Cortex Cerebri.................................................................................... 2
2.1.2 Motorische cortex ............................................................................... 3
2.1.3 Sensorische cortex (tastzin) ................................................................. 3
2.1.4 Visuele cortex .................................................................................... 3
2.1.5 Auditieve cortex ................................................................................. 4
2.1.6 Gnotisch centrum ............................................................................... 4
2.1.7 Prefrontale cortex ............................................................................... 4
2.1.8 Cerebrum .......................................................................................... 4
2.2 DIENCEPHALON ................................................................................................. 4
2.3 HERSENSTAM..................................................................................................... 5
2.4 CEREBELLUM (kleine hersenen) ........................................................................ 5
2.5 SENSIBEL SYSTEEM VOOR ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN ........................ 6
2.6 MOTORISCHE SYSTEEM VOOR BEWEGING .................................................... 7
2.7 LIMBISCH SYSTEEM VOOR EMOTIONEEL GEDRAG ....................................... 8
2.8 NUCLEUS ACCUMBENS OF VENTRAAL STRIATUM ......................................... 8
3 NEUROTRANSMISSIE .............................................................................. 8
3.1 KLASSIEKE NEUROTRANSMISSIE .................................................................... 8
3.2 RETROGRADE NEUROTRANSMISSIE (E.G. NO, ENDOCANNABINOÏDEN) .... 12
3.3 EXTRASYNAPTISCHE NEUROTRANSMISSIE .................................................. 12
4 AANGRIJPINGSPUNTEN VOOR PSYCHOFARMACA ................................... 14
4.1 RECEPTOREN ................................................................................................... 14
4.2 TRANSPORTERS OF CARRIER-MOLECULEN .................................................. 17
4.3 ENZYMEN .......................................................................................................... 18
4.4 IONKANELEN .................................................................................................... 18
5 MECHANISMEN VAN NEUROMODULATIE ................................................ 19
5.1 NEUROTRANSMISSIE EN NEUROMODULATIE ............................................... 19
5.2 DESENSITISATIE .............................................................................................. 20
5.3 DOWN-REGULATIE ........................................................................................... 20
5.4 UP-REGULATIE ................................................................................................. 20
5.5 SUPERSENSITIVITEIT ....................................................................................... 21
5.6 SYNAPTISCHE PLASTICITEIT LTP & LTP ........................................................ 21




1

,1 PRAKTISCH
 Vooraleer je psychofarmaca kan gebruiken moet er een diagnose zijn
 Bij deze les (de inleiding) hoort een ondersteunende tekst die op pointcarre
staat
 Examen: multiple choice. Het kan dat er meerdere correct zijn
 Handboek (aangeraden maar niet te kennen): handboek van Steven Stael
 Wat kennen?
 Je hoeft nooit een merknaam te kennen, wel moet je de generische naam
kennen (want er bestaan per generisch medicijn zeer veel verschillende
merknamen). Bij een merknaam staat er altijd een teken op de slides.
 Als ze een groep moleculen bespreekt moet je enkel de groep kennen,
bespreekt ze de molecule afzonderlijk moet je ze afzonderlijk kennen.


2 ANATOMIE EN FUNCTIE VAN DE HERSENEN
 Hersenen bestaan uit:
 Cerebrum (telencephalon)
 Diencephalon
 Hersenstam (mesencephalon, pons,
verlengde merg)
 Cerebellum
 Ruggemerg

2.1 CEREBERUM (GROTE HERSENEN)
 Frontaalkwab
 Pariëtaalkwab
 Temporaalkwab
 Occipitaalkwab
 De oorzaak van het feit dat de mens zich qua
intellectuele vermogens onderscheidt van
andere diersoorten is door een grote totale
oppervlakte van de grote hersenen van de
mens, o.a. door de sulci (instulpingen) en gyri
(windingen); bv. sulcus centralis & sulcus
lateralis (groeve van Sylvius)

2.1.1 Cortex Cerebri
 Een neuron bestaat uit een cellichaam met enkel dendrieten en een axon.
Alle cellichamen en dendrieten samen noemen we de grijze stof
 De hersenschors bestaat uit grijze stof (opeenhoping van cellichamen en
dendrieten).



 In ieder van de kwabben van de cortex liggen gebieden met gespecialiseerde
functies = functionele schorsgebieden:
 Primaire en secundaire motorische schors
 Primaire en secundaire sensorische schors
 Primaire en secundaire visuele schors
 Primaire en secundaire auditieve schors
 Prefrontale schors
2

,2.1.2 Motorische cortex
 Primaire motorische cortex
 Staat in voor de willekeurige bewegingen
 Voor het uitvoeren van fijnere motoriek zijn meer
zenuwcellen betrokken dan voor het uitvoeren van
grovere bewegingen
 Bepaalde lichaamsdelen (o.a. tong, lippen, duim)
nemen bijgevolg relatief grote delen in van de primaire motorische cortex
van de frontaalkwab.
 Secundaire motorische schors (gelegen voor de primaire)
 Regelt aangeleerde motorische vaardigheden met een repeterend karakter
(o.a. typen, autorijden, veters knopen)
 Bv. Na verloop van tijd kan je autorijden zonder na te denken
 De motorische vaardigheden moeten wel in een bepaalde fase
geleerd worden bv. Een baby kan je niet leren veters knopen
 Bij uitval in dit gebied (frontaal tov primaire motorische schors) kunnen
er nog bewegingen worden gemaakt doch de automatismen zijn
verdwenen
 Gebied van Broca = motorisch spraakcentrum (taalgebruik)

2.1.3 Sensorische cortex (tastzin)
 Primaire sensorische cortex
 Deze regio van de pariëtaalkwab ontvangt signalen uit de omgeving i.v.m.
de tastzin (voelen)  signalen afkomstig van receptoren in de huid voor
warmte, koude, druk, tast en pijn.
 Deze regio is in staat de juiste locatie van de prikkel vast te stellen
 De gevoeligste delen van het lichaam (o.a. mond, genitaliën) nemen
representatief de grootste oppervlakte in (net zoals bij de motorische
cortex)
 Secundaire sensorische schors geeft context  interpreteren
 Dorsaal van de primaire sensorische schors
 Hier wordt alle informatie die de primaire sensorische schors binnenkomt
geanalyseerd en vergeleken  hierdoor ontstaat er begrip van wat men
voelt
 Bijvoorbeeld: je kan uw portefeuille in je tas zoeken zonder te kijken. De
secundaire schors gaat u doen begrijpen wat je allemaal voelt. Je vindt je
portefeuille ook gemakkelijk in uw eigen tas dan iemand anders omdat je
ongeveer weet waar je hem hebt gestoken. Je hebt dus een bepaalde
context nodig.
 Bijvoorbeeld: iets zoeken in het donker.
 Ook voor de taal ligt hier een deel, nl. het gebied van Wernicke =
sensorisch spraakcentrum (taalbegrip).

2.1.4 Visuele cortex
 Ter hoogte van de occipitaalkwab
 De primaire visuele cortex ontvangt de impulsen van het netvlies via de
nervus opticus (hersenzenuw II)



3

,  De secundaire visuele cortex = visuele databank, laat ons begrijpen wat we
zien  alle beelden die we kennen worden bewaard, vergeleken en er wordt
door associatie een betekenis aan gegeven.

2.1.5 Auditieve cortex
 De primaire auditieve cortex bevindt zich ter hoogte van de bovenste winding
van de temporaalkwab en verwerkt rechtstreeks informatie van het
gehoorszintuig
 De secundaire auditieve cortex = auditieve databank  laat ons begrijpen
wat we horen door vergelijking en associatie.

2.1.6 Gnotisch centrum
 Het gnostisch centrum bevindt zich in overgangsgebied tussen temporaal-,
pariëtaal- en occipitaalkwab.
 Het is de plaats waar de zintuiglijke input wordt geïntegreerd tot één beeld
van de werkelijkheid  signaal doorsturen naar hogere schorsgebieden &
nemen van gepaste beslissingen.

2.1.7 Prefrontale cortex
 Betrokken bij de vorming van
 Persoonlijkheid, volharding, concentratie, initiatief
 Logisch redeneren, intelligentie, planningsvaardigheden en decision
making, kritisch denken,
 Sociaal gedrag, rekening houden met anderen, geweten
 Sterke connecties met het limbisch systeem, bijgevolg belangrijk
voor
 Emoties en stemming (het is één van de belangrijkste
hersengebieden die betrokken zijn bij een majeure depressie).
 Controle van impulsen & seksueel gedrag.
 Ook van belang voor integreren van reukzin.

2.1.8 Cerebrum
 Binnenin het cerebrum zit de witte stof = efferente en afferente banen van
de zenuwcellen
 Verschillende banen in het cerebrum
 Associatiebanen binnen de hemisferen = verbindingen tussen de
verschillende schorsgebieden
 Tussen de hemisferen, bijvoorbeeld corpus callosum
 Tussen het cerebrum en het ruggemerg, bijvoorbeeld
via de thalamus
 Tussen cerebrum en cerebellum
 Twee laterale ventrikels.
 Hier zit cerebrospinaal vocht in die als ‘bumper’ dienen.
 Subcorticale kernen van grijze stof (e.g. basale kernen
(=belangrijk voor moriek), amygdala (=emotie),
hippocampus, ect.)

2.2 DIENCEPHALON
 Thalamus = gepaarde structuur van grijze stof ter hoogte van de 3e ventrikel.
Het is een belangrijk relais centrum voor alle voor sensorische en
motorische inputverwerking naar de cortex (behalve reukzin)
4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
kimadant Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
896
Member since
12 year
Number of followers
418
Documents
0
Last sold
1 year ago

Beste medestudenten, ik ben een zeer gemotiveerde studente en steek veel tijd in mijn studies. Al dat harde werk mag zeker niet verloren gaan in de prullenbak en daarom deel ik deze graag met jullie. In sommige samenvattingen steek ik letterlijk - weken - werk, en daarom vraag ik af en toe een kleine bijdrage. Ik hoop dat mijn uploads zeer nuttig en hulpzaam zullen zijn voor degene die ze willen gebruiken. Alvast veel succes met de examens!

Read more Read less
4.0

85 reviews

5
32
4
36
3
6
2
4
1
7

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions