NB* Vergelijk altijd het slechte en het goede been! Bij provocatietesten moeten de volgende vragen worden gesteld:
» Waar voelt u de pijn?
» Wat voor pijn is het?
» Is de pijn herkenbaar?
» Op schaal van 0-10, waarbij 0 geen pijn is en 10 ondraaglijke pijn, hoeveel pijn heeft u dan?
MSA-E H1
Bij heupartrose zit de pijn meestal in de lies en aan de voor-laterale zijde van de heup, soms in het bovenbeen of
uitstralend naar het bovenbeen en de knie. Naast leeftijd (≥ 60 jaar) is bij mensen met pijn in de heup een aantal
klinische factoren voorspellend voor de ernst en aanwezigheid van radiologische artrose, en de mate waarin deze
klinische factoren optreden. Deze factoren zijn: meer dan drie maanden pijnklachten, geen verergering van de pijn
bij zitten, pijn bij palpatie over het ligamentum inguinale, verminderde exorotatie, endorotatie en adductie, een benig
eindgevoel en spierkrachtverlies van abductie van de heup. Het lichamelijk onderzoek bestaat uit het beoordelen
van (de kwaliteit van) het bewegend functioneren van de patiënt.
HEUPARTROSE SPECIFIEKE VRAGENLIJSTEN
WOMAC
HOOS
AFI
PSK
INSPECTIE Tijdens de inspectie observeert de fysiotherapeut wat de stand is van de gewrichten in rust en hoe de
patiënt beweegt, door de patiënt dagelijkse activiteiten te laten uitvoeren:
1. Ganganalyse
2. De patiënt laten zitten en weer laten opstaan
PALPATIE Door middel van palpatie en functieonderzoek brengt de fysiotherapeut vervolgens stoornissen in
functies en anatomische structuren in kaart.
3. Zwellingen/verdikkingen beoordelen
4. Temperatuurverhoging beoordelen
5. Palpatie over het ligamentum inguinale
FUNCTIEONDERZOEK: DIAGNOSTISCHE TESTS
1. Mobiliteit anteflexie art. coxae
2. Mobiliteit retroflexie art. coxae
3. Mobiliteit abductie art. coxae
4. Mobiliteit adductie art. coxae
5. Mobiliteit exorotatie art. coxae
6. Mobiliteit endorotatie art. coxae
7. Abductie tegen weerstand (spierkracht)
8. Staan op één been (coördinatie en stabiliteit)
MSA-E H2
Liespijn is een veel voorkomende blessures bij sporters. Het komt vooral voor bij sporten waarbij sprake is van
rennen, schoppen, draaien en kappen, zoals bij voetbal. Een groot gedeelte van de acute blessures heeft een
goede prognose en zal verdwijnen middels rust en sportrestrictie. In 13,5% van deze gevallen duurt de blessure
echter langer dan 3 weken en is een behandeling noodzakelijk.
PALPATIE Door middel van palpatie en functieonderzoek brengt de fysiotherapeut vervolgens stoornissen in
functies en anatomische structuren in kaart.
1. Palpatie bij de origo van de adductoren op het os pubis
FUNCTIEONDERZOEK: DIAGNOSTISCHE TESTS
2. Squeeze test
3. Single Adductor Test
4. Bilateral Adductor Test
5. The Thomas test (modified) for the iliopsoa
1