Samenvatti
ng TS-2
AZT3
,De anesthesiemedewerker
Benoemen hoe het beroep van de anesthesiemedewerker in een historisch
perspectief geplaatst kan worden;
In het Grieks betekent anesthesie letterlijk; geen gewaarwording.
Mesopotamië geneeskunde gebaseerd op de sterrenkunde, er werd gedacht dat sterren de
levensloop van de mens bepaalde.
Pythagoras filosoof (570 v Chr – 500 v Chr) aarde, water, vuur en licht zijn in verschillende
houdingen aanwezig. Juiste houding en harmonie was belangrijk.
Hippocrates (460 v Chr – 370 v Chr) Natuurlijke oorzaken, stelde ziekte centraal, logische
verklaringen. Arts is in dienst van de patiënt.
De middeleeuwen (500 tot 1500 n Chr) Kritiek kwam op de brandstapel, de ziel moest
worden gered en de pijn was een straf van god. Ziekte was een beproeving van god en de
dood was de overgang van een beter leven. Religieuzen konden schrijven, kregen
uitgebreide kennis van kruiden en medici. Daarbij ontwikkelden zich daarbij een verzorgende
taak.
Kwakzalverij rondtrekkende wonderdokter en verkocht medicijnen en deed chirurgische
ingrepen.
De chirurgijn verzorgde gevangenen en gewonden, deed amputaties zonder pijnstilling
waardoor je snel moest werken, zonder antibiotica en gevaar van verbloeding moet
oppassen.
Zeven werken van barmhartigheid: spijzen van hongerige, laven van dorstige, kleden van
naakten, begraven van doden, herbergen van vreemdelingen, bezoeken van zieken en
bezoeken van gevangenen
Narcose in vroegere tijden begon in de 14e – 18e eeuw. Er waren meer instrumenten
waardoor er meer geopereerd werd. Anesthesie werd toen gedaan door het drinken van
alcohol, iemand bewusteloos te slaan of gedeeltelijke wurging. In dit tijdperk bloeide de
wetenschap ook op.
Later werden planten ontdekt om mensen onder narcose te brengen. Papaver (plant) wordt
ook pijnstilling van gemaakt.
1844 Lachgas gebruik.
1846 Eerste Ether narcose demonstratie met chirurg Warren. Ook het begin van moderne
anesthesie
1847 Ether komt op de markt voor anesthesie.
In 1847 werd chloroform geïntroduceerd, minder irriterend voor de luchtwegen en minder
spasme in de bovenste luchtwegen. Er waren wel smallere veiligheidsmarges. Chloroform
werd als inleidingsmiddel gebruikt.
,Lokaal anestheticum cocaïne in 1884 ontdekt. Dit werd eerst gebruikt voor
infiltratieanesthesie.
Sister Mary Bernard 1887 was de zuster die het belangrijkste was voor de anesthesie, ze
was een Katholieke verpleegkundige in het St. Vincents Ziekenhuis in Erie, Pennsylvania. Zij
heeft veel geschreven en gedaan over de anesthesie en was hier dan ook de eerste
gespecialiseerde verpleegkundige in.
In 1898 werd er met spinale toediening geëxperimenteerd.
Eind 19e eeuw kwam samengeperst lucht, zuurstof en lachgas en apparatuur met regelbare
verdampers wat voor nauwkeurige toediening en dosering zorgde. Elke arts was capabel
voor anesthesie en werd hier tot opgeleid. De persoon moest er van begin tot einde bij zijn.
Iedere narcotiserende moest zich alleen met de narcose bezig houden. Deze bleef van begin
tot einde bij de patiënt en mocht niet aan een tweede arts worden overgedragen.
1900 de eerste percutane plexus-brachialisblokkade.
1901 Caudale extradurale toediening.
1906 Eerste leerboek over narcose door Dr. Theodoor Hammes komt op de markt.
1908 Intraveneuze regionale anesthesie werd ontwikkeld.
In de Eerste wereldoorlog was er een tekort aan artsen en verschoof anesthesiologische
zorg naar de verpleegkundige, er kwamen nurse-anesthesist.
1921 Epidurale toediening.
In de Tweede wereldoorlog was er veel belang bij goede trainingen en opleidingen eest werd
er een anesthesietraining gegeven. Het hoofdeinde van de tafel werd domein van iemand
met verstand van airwaymanagement en cirulatoire monitoring.
Na de Tweede wereldoorlog werd anesthesiologie een specialisme.
In 1925 verzorgt de verpleegkundige werkzaamheden op de OK zowel operatie technisch als
anesthesie technisch onder zicht van de arts.
Tot de jaren ’60 werd in Nederlandse ziekenhuizen de anesthesie door artsen gegeven. Bij
kleinere ingrepen of afwezigheid mocht de verpleegkundige dit doen.
1960-1970 De operatieverpleegkundige met een huisopleiding.
1969 Ontstaan van de operatieassistent met 2 differentiaties; chirurgie en anesthesie.
1969 Ontstaan van de NZR opleiding (Nederlandse Ziekenhuis Raad).
1970 Verpleegkundige vooropleiding was geen vereiste meer.
1974 NZR opleiding landelijk ingevoerd.
1977 Ontstaan van de LVO (Landelijke Vereniging voor Operatie assistenten).
1984 LVO valt uiteen in 2 beroepsverenigingen à LVO en NVAM.
, Beschrijven hoe het beroep van anesthesiemedewerker is voortgekomen uit de
algemene verpleegkunde en verpleegkundige uitgangsprincipes;
Sister Mary Bernard 1887 was de zuster die het belangrijkste was voor de anesthesie, ze
was een Katholieke verpleegkundige in het St. Vincents Ziekenhuis in Erie, Pennsylvania. Zij
heeft veel geschreven en gedaan over de anesthesie en was hier dan ook de eerste
gespecialiseerde verpleegkundige in.
In de eerste wereldoorlog was er een tekort aan artsen en verschoof anesthesiologische
zorg naar de verpleegkundige.
In 1925 verzorgt de verpleegkundige werkzaamheden op de OK zowel operatie technisch als
anesthesie technisch onder zicht van de arts.
Tot de jaren ’60 werd in Nederlandse ziekenhuizen de anesthesie door artsen gegeven. Bij
kleinere ingrepen of afwezigheid mocht de verpleegkundige dit doen.
ng TS-2
AZT3
,De anesthesiemedewerker
Benoemen hoe het beroep van de anesthesiemedewerker in een historisch
perspectief geplaatst kan worden;
In het Grieks betekent anesthesie letterlijk; geen gewaarwording.
Mesopotamië geneeskunde gebaseerd op de sterrenkunde, er werd gedacht dat sterren de
levensloop van de mens bepaalde.
Pythagoras filosoof (570 v Chr – 500 v Chr) aarde, water, vuur en licht zijn in verschillende
houdingen aanwezig. Juiste houding en harmonie was belangrijk.
Hippocrates (460 v Chr – 370 v Chr) Natuurlijke oorzaken, stelde ziekte centraal, logische
verklaringen. Arts is in dienst van de patiënt.
De middeleeuwen (500 tot 1500 n Chr) Kritiek kwam op de brandstapel, de ziel moest
worden gered en de pijn was een straf van god. Ziekte was een beproeving van god en de
dood was de overgang van een beter leven. Religieuzen konden schrijven, kregen
uitgebreide kennis van kruiden en medici. Daarbij ontwikkelden zich daarbij een verzorgende
taak.
Kwakzalverij rondtrekkende wonderdokter en verkocht medicijnen en deed chirurgische
ingrepen.
De chirurgijn verzorgde gevangenen en gewonden, deed amputaties zonder pijnstilling
waardoor je snel moest werken, zonder antibiotica en gevaar van verbloeding moet
oppassen.
Zeven werken van barmhartigheid: spijzen van hongerige, laven van dorstige, kleden van
naakten, begraven van doden, herbergen van vreemdelingen, bezoeken van zieken en
bezoeken van gevangenen
Narcose in vroegere tijden begon in de 14e – 18e eeuw. Er waren meer instrumenten
waardoor er meer geopereerd werd. Anesthesie werd toen gedaan door het drinken van
alcohol, iemand bewusteloos te slaan of gedeeltelijke wurging. In dit tijdperk bloeide de
wetenschap ook op.
Later werden planten ontdekt om mensen onder narcose te brengen. Papaver (plant) wordt
ook pijnstilling van gemaakt.
1844 Lachgas gebruik.
1846 Eerste Ether narcose demonstratie met chirurg Warren. Ook het begin van moderne
anesthesie
1847 Ether komt op de markt voor anesthesie.
In 1847 werd chloroform geïntroduceerd, minder irriterend voor de luchtwegen en minder
spasme in de bovenste luchtwegen. Er waren wel smallere veiligheidsmarges. Chloroform
werd als inleidingsmiddel gebruikt.
,Lokaal anestheticum cocaïne in 1884 ontdekt. Dit werd eerst gebruikt voor
infiltratieanesthesie.
Sister Mary Bernard 1887 was de zuster die het belangrijkste was voor de anesthesie, ze
was een Katholieke verpleegkundige in het St. Vincents Ziekenhuis in Erie, Pennsylvania. Zij
heeft veel geschreven en gedaan over de anesthesie en was hier dan ook de eerste
gespecialiseerde verpleegkundige in.
In 1898 werd er met spinale toediening geëxperimenteerd.
Eind 19e eeuw kwam samengeperst lucht, zuurstof en lachgas en apparatuur met regelbare
verdampers wat voor nauwkeurige toediening en dosering zorgde. Elke arts was capabel
voor anesthesie en werd hier tot opgeleid. De persoon moest er van begin tot einde bij zijn.
Iedere narcotiserende moest zich alleen met de narcose bezig houden. Deze bleef van begin
tot einde bij de patiënt en mocht niet aan een tweede arts worden overgedragen.
1900 de eerste percutane plexus-brachialisblokkade.
1901 Caudale extradurale toediening.
1906 Eerste leerboek over narcose door Dr. Theodoor Hammes komt op de markt.
1908 Intraveneuze regionale anesthesie werd ontwikkeld.
In de Eerste wereldoorlog was er een tekort aan artsen en verschoof anesthesiologische
zorg naar de verpleegkundige, er kwamen nurse-anesthesist.
1921 Epidurale toediening.
In de Tweede wereldoorlog was er veel belang bij goede trainingen en opleidingen eest werd
er een anesthesietraining gegeven. Het hoofdeinde van de tafel werd domein van iemand
met verstand van airwaymanagement en cirulatoire monitoring.
Na de Tweede wereldoorlog werd anesthesiologie een specialisme.
In 1925 verzorgt de verpleegkundige werkzaamheden op de OK zowel operatie technisch als
anesthesie technisch onder zicht van de arts.
Tot de jaren ’60 werd in Nederlandse ziekenhuizen de anesthesie door artsen gegeven. Bij
kleinere ingrepen of afwezigheid mocht de verpleegkundige dit doen.
1960-1970 De operatieverpleegkundige met een huisopleiding.
1969 Ontstaan van de operatieassistent met 2 differentiaties; chirurgie en anesthesie.
1969 Ontstaan van de NZR opleiding (Nederlandse Ziekenhuis Raad).
1970 Verpleegkundige vooropleiding was geen vereiste meer.
1974 NZR opleiding landelijk ingevoerd.
1977 Ontstaan van de LVO (Landelijke Vereniging voor Operatie assistenten).
1984 LVO valt uiteen in 2 beroepsverenigingen à LVO en NVAM.
, Beschrijven hoe het beroep van anesthesiemedewerker is voortgekomen uit de
algemene verpleegkunde en verpleegkundige uitgangsprincipes;
Sister Mary Bernard 1887 was de zuster die het belangrijkste was voor de anesthesie, ze
was een Katholieke verpleegkundige in het St. Vincents Ziekenhuis in Erie, Pennsylvania. Zij
heeft veel geschreven en gedaan over de anesthesie en was hier dan ook de eerste
gespecialiseerde verpleegkundige in.
In de eerste wereldoorlog was er een tekort aan artsen en verschoof anesthesiologische
zorg naar de verpleegkundige.
In 1925 verzorgt de verpleegkundige werkzaamheden op de OK zowel operatie technisch als
anesthesie technisch onder zicht van de arts.
Tot de jaren ’60 werd in Nederlandse ziekenhuizen de anesthesie door artsen gegeven. Bij
kleinere ingrepen of afwezigheid mocht de verpleegkundige dit doen.
