TDAT
les
9
(
2015
–
2016
)
Hoofdstuk
9
:
SEM
deel
3
(
combinatie
PAD
en
CFA
)
INLEIDING
:
Padanalyse
:
• Hadden
enkel
geobserveerde
variabelen.
• Keken
naar
relaties
daartussen
:
er
zaten
paden
(effecten)
tussen
die
geobserveerde
variabelen
• =
structureel
deel
van
SEM
CFA
:
• Beschouwden
hier
ook
latente
variabelen
• Keken
hoe
verschillende
items
een
bepaald
construct/factor
gingen
meten
• En
ook
hoe
we
bepaalde
factoren
konden
onderscheiden
• Dus
:
keek
vooral
naar
hoe
we
latente
(niet
te
observeren)
factoren
konden
meten
• =
meetmodel
(
hoe
kunnen
we
bepaalde
factoren
meten
)
-‐ veronderstelden
nog
geen
structurele
verbanden
tussen
die
latente
variabelen/factoren
-‐ focusten
enkel
op
het
meetmodel
-‐ lieten
enkel
correlaties
toe
tussen
latente
factoren
!
Combinatie
=
structureel
vergelijkingsmodel
(
SEM
)
Slide
3
A
priori
hebben
ze
bepaalde
hypothesen
:
Constructief
denken
reduceert
disfunctioneel
denken,
wat
op
zijn
beurt
leidt
tot
meer
welzijn
en
dat
leidt
tot
meer
jobtevredeheid.
Disfunctioneel
denken
heeft
ook
een
direct
effect
op
jobtevredenheid.
Slide
4
Dus
veronderstellen
a
priori
bepaalde
structuur.
Opvallend:
nu
zijn
er
directe
effecten
tussen
de
latente
variabelen
(factoren)
><
CFA
:
toen
geen
effecten
tussen
de
latente
variabelen
onderling
><
PAD
:
toen
enkel
effecten
tussen
geobserveerde
variabelen
(
niet
tussen
latente
factoren
)
Slide
5
Bij
SEM
gaan
we
een
bepaald
model
dat
we
voor
ogen
hebben
toetsen.
Hoe
:
kijken
of
de
geobserveerde
covariantiematrix
=
model-‐geïmpliceerde
covariantiematrix
Idealiter
:
perfecte
overeenkomst
Dus
:
SEM
probeert
die
structuur/correlatiepatronen/covarianties
dus
zo
goed
mogelijk
beschrijven
Hoe
:
door
een
model
voorop
te
stellen
met
mogelijke
ingrediënten
(
zie
slides)
les
9
(
2015
–
2016
)
Hoofdstuk
9
:
SEM
deel
3
(
combinatie
PAD
en
CFA
)
INLEIDING
:
Padanalyse
:
• Hadden
enkel
geobserveerde
variabelen.
• Keken
naar
relaties
daartussen
:
er
zaten
paden
(effecten)
tussen
die
geobserveerde
variabelen
• =
structureel
deel
van
SEM
CFA
:
• Beschouwden
hier
ook
latente
variabelen
• Keken
hoe
verschillende
items
een
bepaald
construct/factor
gingen
meten
• En
ook
hoe
we
bepaalde
factoren
konden
onderscheiden
• Dus
:
keek
vooral
naar
hoe
we
latente
(niet
te
observeren)
factoren
konden
meten
• =
meetmodel
(
hoe
kunnen
we
bepaalde
factoren
meten
)
-‐ veronderstelden
nog
geen
structurele
verbanden
tussen
die
latente
variabelen/factoren
-‐ focusten
enkel
op
het
meetmodel
-‐ lieten
enkel
correlaties
toe
tussen
latente
factoren
!
Combinatie
=
structureel
vergelijkingsmodel
(
SEM
)
Slide
3
A
priori
hebben
ze
bepaalde
hypothesen
:
Constructief
denken
reduceert
disfunctioneel
denken,
wat
op
zijn
beurt
leidt
tot
meer
welzijn
en
dat
leidt
tot
meer
jobtevredeheid.
Disfunctioneel
denken
heeft
ook
een
direct
effect
op
jobtevredenheid.
Slide
4
Dus
veronderstellen
a
priori
bepaalde
structuur.
Opvallend:
nu
zijn
er
directe
effecten
tussen
de
latente
variabelen
(factoren)
><
CFA
:
toen
geen
effecten
tussen
de
latente
variabelen
onderling
><
PAD
:
toen
enkel
effecten
tussen
geobserveerde
variabelen
(
niet
tussen
latente
factoren
)
Slide
5
Bij
SEM
gaan
we
een
bepaald
model
dat
we
voor
ogen
hebben
toetsen.
Hoe
:
kijken
of
de
geobserveerde
covariantiematrix
=
model-‐geïmpliceerde
covariantiematrix
Idealiter
:
perfecte
overeenkomst
Dus
:
SEM
probeert
die
structuur/correlatiepatronen/covarianties
dus
zo
goed
mogelijk
beschrijven
Hoe
:
door
een
model
voorop
te
stellen
met
mogelijke
ingrediënten
(
zie
slides)
