Hoofdstuk 2: De anatomie van het mannelijk en vrouwelijk
voortplantingsstelsel
1/ UITERLIJKE VERSCHILLEN TUSSEN MAN EN VROUW
--> primaire geslachtskenmerken: Geslachtskenmerken die al van bij de
geboorte aanwezig zijn.
--> secundaire geslachtskenmerken: De andere lichamelijke verschillen die
volwassen mannen en vrouwen vertonen, die pas tijdens de puberteit tot
ontwikkeling komen. > worden beïnvloed door geslachtshormonen.
- man: baardgroei, sterke spierontwikkeling, brede schouders, lagere stem, …
- vrouw: bredere bekken, hogere stem, borsten, rondere lichaamsvormen, …
--> tertiaire geslachtskenmerken: verschillen in gedrag, kleding, kapsel. Die
verschillen worden bepaald door de cultuur, leefwereld, … bv: besnijdenis, nekringen,
piercings, …
Hormonen zijn stoffen die door endocriene klieren worden afgescheiden en via
de bloedbaan aan doelcellen of -organen worden afgegeven waarop ze een
invloed uitoefenen.
Voorbeeld: Het hormoon adrenaline wordt geproduceerd door de bijnieren,
klieren die tegen de nieren aan liggen. Adrenaline wordt via de bloedbaan naar
andere lichaamsdelen gebracht waar die een uitwerking op heeft bv het hart
sneller laten kloppen.
2/ DE MAN
1. teelbal Produceert zaadcellen (ong. 20 miljoen per dag per teelbal) en testosteron.
2. bijbal Opslagruimte voor zaadcellen.
3. balzak Beschermt bijbal en teelbal + heeft juist temperatuur voor de
zaadontwikkeling.
4. zaadleider Transport van zaadcellen van de bijbal naar de urinebuis.
5. zaadblaasje Produceert zaadvocht dat dient als voedingstof voor de zaadcellen.
6. prostaat Klier die zaadvocht afscheidt dat de zaadcellen activeert en beschermt +
sluit de urinetoevoer af tijdens de erectie.
7. klier van Produceert basis zaadvocht dat achtergebleven urine in de urinebuis
Cowper neutraliseert.
8. penis Uitwendig orgaan voor te urineren/geslachtsgemeenschap.
9. zwellichamen Vullen zich met bloed tijdens seksuele opwinding, waardoor de penis
opzwelt en stijf wordt.
10. urinebuis Buis waarlangs urine/zaadcellen het lichaam verlaten.
11. eikel Stimulatie van dit deel leidt tot zaadlozing.
12. voorhuid Beschermt eikel, kan verwijderd worden.
13. urineblaas Tijdelijke opslagplaats voor urine.
14. Doorgeven van berichten uit je lichaam naar je hersenen en andersom.
ruggenmerg
Eerste functie van de teelbal:
zaadproductie
Het teelbalweefsel:
, In de zaadkanaaltjes (1) ontstaan de zaadcellen (3) door reductiedeling uit
wandcellen (2). Tussen de zaadkanaaltjes liggen de cellen van Leydig.
De ontwikkeling van de zaadcellen SPERMATOGENESE
Sterilisatie
Bij sterilisatie worden de zaadleiders
doorgeknipt en afgebonden, waardoor
de zaadcellen niet meer in de urinebuis
kunnen terechtkomen.
(heeft geen invloed op
orgasme/ejaculatie)
Het ejaculatievocht bevat geen
zaadcellen meer.
Castratie
Bij castratie worden de teelballen operatief
verwijderd. De mannelijke hormoonproductie stopt.
In de teelbal zit er ook interstitieel weefsel (vulweefsel)
De zaadproductie bij de man wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. De
optimale temp. voor de vorming van de zaadcellen is 32°C.
Negatieve effecten op fertiliteit:
- Spannende jeans, hoge koorts, baden in erg warm water --> kunnen
vruchtbaarheid verminderen.
- Alcohol --> negatieve invloed op aantal zaadcellen en productie testosteron.
Inzoom van de zaadbuisjes
Sertoli cellen = spelen
een rol bij de voeding
van de zaadcellen
Wand van het zaadbuisje
Interstitieel weefsel
Glad spierweefsel
Bloedvaten
Cellen van Leydig --> testosteron
zenuwbanen²
1. Kiemcellen (=productie van nieuwe cellen) --> delen zich door mitose
2. Er wordt een nieuwe kiemcel (2n) en een spermatocyt (2n) gevormd
3. De spermatocyt deelt zich door meiose I in een secundaire spermatocyt (n)
4. De secundaire spermatocyt deel zich door meiose II in spermatiden (n)
5. De spermatiden worden spermatozoa (n) (= zaadcellen)
Rijpe zaadcel
= hals
Acrosoom
DNA
Mitochondrium (energie voor
cel)
voortplantingsstelsel
1/ UITERLIJKE VERSCHILLEN TUSSEN MAN EN VROUW
--> primaire geslachtskenmerken: Geslachtskenmerken die al van bij de
geboorte aanwezig zijn.
--> secundaire geslachtskenmerken: De andere lichamelijke verschillen die
volwassen mannen en vrouwen vertonen, die pas tijdens de puberteit tot
ontwikkeling komen. > worden beïnvloed door geslachtshormonen.
- man: baardgroei, sterke spierontwikkeling, brede schouders, lagere stem, …
- vrouw: bredere bekken, hogere stem, borsten, rondere lichaamsvormen, …
--> tertiaire geslachtskenmerken: verschillen in gedrag, kleding, kapsel. Die
verschillen worden bepaald door de cultuur, leefwereld, … bv: besnijdenis, nekringen,
piercings, …
Hormonen zijn stoffen die door endocriene klieren worden afgescheiden en via
de bloedbaan aan doelcellen of -organen worden afgegeven waarop ze een
invloed uitoefenen.
Voorbeeld: Het hormoon adrenaline wordt geproduceerd door de bijnieren,
klieren die tegen de nieren aan liggen. Adrenaline wordt via de bloedbaan naar
andere lichaamsdelen gebracht waar die een uitwerking op heeft bv het hart
sneller laten kloppen.
2/ DE MAN
1. teelbal Produceert zaadcellen (ong. 20 miljoen per dag per teelbal) en testosteron.
2. bijbal Opslagruimte voor zaadcellen.
3. balzak Beschermt bijbal en teelbal + heeft juist temperatuur voor de
zaadontwikkeling.
4. zaadleider Transport van zaadcellen van de bijbal naar de urinebuis.
5. zaadblaasje Produceert zaadvocht dat dient als voedingstof voor de zaadcellen.
6. prostaat Klier die zaadvocht afscheidt dat de zaadcellen activeert en beschermt +
sluit de urinetoevoer af tijdens de erectie.
7. klier van Produceert basis zaadvocht dat achtergebleven urine in de urinebuis
Cowper neutraliseert.
8. penis Uitwendig orgaan voor te urineren/geslachtsgemeenschap.
9. zwellichamen Vullen zich met bloed tijdens seksuele opwinding, waardoor de penis
opzwelt en stijf wordt.
10. urinebuis Buis waarlangs urine/zaadcellen het lichaam verlaten.
11. eikel Stimulatie van dit deel leidt tot zaadlozing.
12. voorhuid Beschermt eikel, kan verwijderd worden.
13. urineblaas Tijdelijke opslagplaats voor urine.
14. Doorgeven van berichten uit je lichaam naar je hersenen en andersom.
ruggenmerg
Eerste functie van de teelbal:
zaadproductie
Het teelbalweefsel:
, In de zaadkanaaltjes (1) ontstaan de zaadcellen (3) door reductiedeling uit
wandcellen (2). Tussen de zaadkanaaltjes liggen de cellen van Leydig.
De ontwikkeling van de zaadcellen SPERMATOGENESE
Sterilisatie
Bij sterilisatie worden de zaadleiders
doorgeknipt en afgebonden, waardoor
de zaadcellen niet meer in de urinebuis
kunnen terechtkomen.
(heeft geen invloed op
orgasme/ejaculatie)
Het ejaculatievocht bevat geen
zaadcellen meer.
Castratie
Bij castratie worden de teelballen operatief
verwijderd. De mannelijke hormoonproductie stopt.
In de teelbal zit er ook interstitieel weefsel (vulweefsel)
De zaadproductie bij de man wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. De
optimale temp. voor de vorming van de zaadcellen is 32°C.
Negatieve effecten op fertiliteit:
- Spannende jeans, hoge koorts, baden in erg warm water --> kunnen
vruchtbaarheid verminderen.
- Alcohol --> negatieve invloed op aantal zaadcellen en productie testosteron.
Inzoom van de zaadbuisjes
Sertoli cellen = spelen
een rol bij de voeding
van de zaadcellen
Wand van het zaadbuisje
Interstitieel weefsel
Glad spierweefsel
Bloedvaten
Cellen van Leydig --> testosteron
zenuwbanen²
1. Kiemcellen (=productie van nieuwe cellen) --> delen zich door mitose
2. Er wordt een nieuwe kiemcel (2n) en een spermatocyt (2n) gevormd
3. De spermatocyt deelt zich door meiose I in een secundaire spermatocyt (n)
4. De secundaire spermatocyt deel zich door meiose II in spermatiden (n)
5. De spermatiden worden spermatozoa (n) (= zaadcellen)
Rijpe zaadcel
= hals
Acrosoom
DNA
Mitochondrium (energie voor
cel)
