100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting LP3 KT1 AFP, spijsverteringsstelsel

Rating
-
Sold
-
Pages
16
Uploaded on
14-06-2023
Written in
2022/2023

Dit is een samenvatting van Lespakket 3, Kerntaak 1 AFP en hierin gaat het over de spijsvertering, voedingsstoffen, de bloedsuikerspiegel en nog veel meer informatie over AFP die je moet weten voor je tentamen! Met deze samenvatting weet ik zeker dat je alle punten op het gebied van AFP zult behalen!

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 14, 2023
Number of pages
16
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

3LP3 KT1 AFP
Werkgroep 1

Spijsverteringsstelsel
Functie spijsverteringsstelsel  voedsel veteren en voedsel bewerken (voedingsstoffen in bloed
opgenomen).

Voedingsstoffen:
1. Koolhydraten (suikers)  brandstoffen en bouwstoffen.
2. Lipiden (vetten)  bouwstoffen en brandstoffen (isolatie en oplosmiddel voor bepaalde
vitaminen).
3. Proteïnen (eiwitten)  bouwstoffen en hulpstoffen (in nood brandstoffen).
4. Mineralen (zouten en sporenelementen)  bouwstoffen en hulpstoffen.
5. Vitaminen  hulpstoffen.
6. Water  oplosmiddel, transportmedium, warmtebuffer, steunstof en vulmiddel.
Voedingsstoffen opgebouwd uit  organische en anorganische moleculen.
Organische stoffen  gemaakt zijn in of door levende organismen.
Anorganische stoffen  gemaakt in niet-levende natuur

Koolhydraten:
- Koolstofatomen met daaraan molecuul water.
- Belangrijkste energieleveranciers van cellen (brandstof).
- Gebruikt voor aanmaak van belangrijke organische verbindingen (DNA en RNA).
- Monosachariden:
 1 ringvormig molecuul.
 C6H12O6
 Glucose (druivensuiker), fructose (vruchtensuiker) en galactose.
 Ribose  C5-ring.
 Kleine moleculen kunnen via poriën in celmembraan diffunderen.
- Disachariden
 2 monosachariden.
 C12H22O11
 Maltose, lactose en sacharose.
- Polysachariden.
 Veel monosachariden.
 (C6H10O5)n
 Zetmeel, glycogeen en cellulose.
Afbraak koolhydraten:
Afbraak van polysachariden en disachariden  mechanisch en chemisch:
- Amylase  knipt zetmeelketen in disachariden (maltose).
- Maltase  splitst de maltosemoleculen in 2 glucosemoleculen.
- Lactase  splitst lactose in glucose en galactose.
- Sacharase  splits sacharose in glucose en fructose.

,Lipiden:
- Niet in water oplosbaar.
- Brandstof.
- Energiereserve (vetweefsel).
- Bouwstof (celmembranen).
- Oplosmiddel voor bepaalde vitaminen.
- Elektrische isolatie rondom zenuwceluitlopers.
- Triglyceriden:
 1 molecuul glycerol en 3 vetzuurmoleculen.
 Verzadigde vetzuren  CnH2n + 1COOH (boterzuur, palmitinezuur en stearinezuur).
 Onverzadigde vetten  oliezuur en linolzuur
- Fosfolipiden:
 Fosfaatmolecuul bij vetzuren  ene kant hydrofoob (waterafstotend) en andere
hydrofiel (wateraantrekkend).
- Steroïden.
 Ringstructuur.
 Cholesterol  belangrijk bestanddeel van celmembranen
 Testosteron en oestrogeen.
Afbraak lipiden:
- Worden afgebroken tot glycerol en vetzuren  lipase.
- Vetzuren minder dan 12 C-atomen  via darmwand direct opgenomen in bloedcapillairen.

Eiwitten:
Essentiële rol bij alle activiteiten en functies in lichaam  verschillende functies:
- Bouwstof (structuureiwitten)  celmembranen, in collageen en in matrix van steunweefsel.
- Enzymen.
- Transport  vervoeren stoffen in en uit cel, plasma-eiwitten transporteren stoffen in bloed.
- Signaalwerking  chemische signalen opvangen en aan cel doorgeven.
- Spierwerking  samentrekking door in en uit elkaar schuiven van actine en myosine.
- Afweer.
- Hormonen.
- Bloedstolling.
- Werking zenuwstelsel.
- In noodgevallen energiebron.
Eiwitten  ketens aan elkaar gekoppelde aminozuren  20 verschillende  peptide binding.

Niet-essentiële aminozuren = 12 aminozuren die lichaam zelf kan maken.
Essentiële aminozuren = 8 aminozuren die in voedsel moeten zitten.
Afbraak eiwitten:
Proteasen = enzymen die eiwitten afbreken  peptidebinding verbroken  aminozuren  via
darmwand opgenomen worden in bloed.

Mineralen:
Zouten  verantwoordelijk voor kristalloïd-osmotische druk van bloed en weefselvocht  kalium,
calcium, natrium, chloride, fosfor en magnesium.
Elektrolyten = opgeloste zouten in bloed.

Spoorelementen  chemische elementen zoals ijzer, koper, aluminimum, zink, chroom.

, Vitaminen:
Vitaminen  organische verbindingen die onmisbaar zijn voor de enzymsystemen in celstofwisseling.
Lichaam  vitamine D en K maken.

In wateroplosbare vitaminen  gewoon in bloed opgenomen worden (vitamine B en C).
In vet oplosbare vitaminen  vitaminen kunnen pas opgenomen worden met vet (vitaminen A, D, E
en K)

Water:
Lichaam ongeveer 60% uit water  oplosmiddel, transportmedium en warmtebuffer.

Spijsverteringskanaal
Voedsel  maag  darm. Functie spijsverteringsstelsel:
- Opname voedsel uitwendige milieu (eten en drinken).
- Mechanische verkleining en menging van voedsel (kauwen en kneden).
- Chemische bewerking (vertering).
- Vervoer van voedsel door spijsverteringskanaal (peristaltiek).
- Overdracht van voedingsstoffen aan bloed (resorptie).
- Uitscheiding van onverteerde/onverteerbare stoffen (ontlasting).
Bouw van de wand:
Van binnen naar buiten bestaat de wand uit 4 lagen:
1. Mucosa (slijmvlies).
 Tussen epitheelcellen  veel slijm producerende cellen.
 Liggen kliercellen en/of afvoerbuizen van klieren die spijsverteringssappen
afscheiden.
 Lamina propria mucosae = onderliggende laag van slijmvlies  losmazig
bindweefsel.
 Muscularis mucosae = grenst aan lamina  dun laagje glad spierweefsel.
 Contracties gladde spieren  ondersteunen afgifte klierproducten.
2. Submucosa (bindweefsellaag).
 Liggen bloedvaten, lymfevaten, lymfatisch weefsel en zenuwen.
3. Muscularis (glad spierweefsel).
 Glad spierweefsel  binnenste laag kringspieren en daaronder laag lengtespieren 
voor peristaltiek.
4. Serosa (viscerale blad van buikvlies).
 Dun glad vlies  mesotheel op basaalmembraan.
Mondholte:
Mondholte (cavum oris)  begin spijsverteringskanaal en onderdeel
luchtwegen. Functies:
- Kleuren van voedsel door smaak- tast- en temperatuursensoren.
- Verkleining van voedseldeeltjes kauwen en malen.
- Vermengen van voedsel met speeksel.
- Enzymatische afbraak van koolhydraten  ptyaline in speeksel.
- Afweer door antibacteriële stoffen in speeksel.
- Inslikken van voedselbrok
Structuren in de mondholte die een rol spelen bij voedselbewerking:
- Tong.
- Kauwspieren.
- Gebit.
- Speekselklieren.
$8.97
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
daphnehoutepen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
80
Member since
3 year
Number of followers
54
Documents
66
Last sold
1 day ago

3.8

16 reviews

5
5
4
4
3
6
2
0
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions